VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

Buy-and-hold beleggen is voor de meeste beleggers het beste advies, maar van tijd tot tijd kan het toch interessant zijn om eens te kijken hoe een optieconstructie kan helpen om in te spelen op het risico van een dalende beurskoers. Alleen voor doorgewinterde beleggers: een putspread op Just Eat Takeaway.

De eerste jaarhelft was er voor Just Eat Takeaway (JET) eentje om snel te vergeten. Het aandeel zit in de hoek waar de klappen vallen. Vanaf eind 2023 is de beurskoers gedaald met bijna 18 procent. Gezien de uitdagingen waarmee JET wordt geconfronteerd, zoals hevige concurrentie en zorgen over winstgevendheid en groei, kan een putspread een manier zijn om te profiteren van een mogelijke koersdaling tegen beperkte kosten.

Nog steeds is er een hoge short interest in het aandeel JET: ruim 10 procent. De koers heeft dit jaar bewogen tussen zo’n 15,80 euro en 11 euro. Analisten (gepolst door Bloomberg) hebben een gemiddeld koersdoel van 21,71 euro, oftewel meer dan 92 procent hoger dan de huidige beurskoers. Een belegger die (ook) goede ontwikkelingen verwacht voor JET, kan een calloptie kopen. Wie veel volatiliteit voorziet, maar niet overtuigd is van de richting van de koers, kan daar met een strangle van profiteren.

Een belegger die een koersdaling van een aandeel verwacht, kan een putoptie kopen. Dat kost wel relatief veel tijdswaarde, aangezien de premie over de tijd heen steeds lager wordt. Met een zogeheten putspread kunnen de kosten worden verlaagd door ook een putoptie te schrijven. Dit beperkt wel de maximale winst die te behalen is.

Opzet van een putspread
Met een putspread koop je een putoptie en verkoop je een andere putoptie met (in principe) dezelfde expiratiedatum, maar een lagere uitoefenprijs. De gekochte putoptie is duurder, dus er is sprake van een investering bij het aangaan van de positie. De geschreven optie zorgt echter voor lagere kosten dan bij alleen de aankoop van een put.

Wanneer de geschreven putoptie in-the-money is (uitleg in dit artikel), dan is de long put ook in-the-money. Dit betekent dat de geschreven optie volledig wordt gedekt door de gekochte optie. In principe kan de gekochte put daarom als dekking dienen. Toch kan er een marginverplichting zijn, bijvoorbeeld omdat er voor de uitoefening van de long put een actie is vereist van de belegger. U kunt dit nagaan bij uw broker.

De strategie heeft een maximumwinst die gelijk is aan het verschil in uitoefenprijs minus de netto betaalde optiepremie. Als de koers van het aandeel uiteindelijk boven beide uitoefenprijzen ligt, gaat de hele inleg verloren. Dat is tegelijk ook het maximale verlies.

We kunnen dit in een cijfervoorbeeld uitwerken. Daarbij gaan we uit van opties die aflopen in maart 2025. Een belegger heeft de aandelen JET in principe niet zelf in bezit. Dat kan wel, deze situatie beschrijven we verderop in dit artikel.

Uitgangspositie
De beurskoers van JET is op het moment van schrijven 11,30 euro. We nemen als voorbeeld een putoptie met een uitoefenprijs van 12 euro die je koopt en een putoptie 8 euro die je verkoopt. De put 12 kost 214 euro en de put 8 levert 52 euro op. De netto kosten zijn dus 162 euro bij één gekocht en één geschreven optiecontract.

Een belegger kan niet meer verliezen dan het ingelegde bedrag, maar dit gaat wel volledig verloren als de onderliggende waarde boven de uitoefenprijs van de gekochte putoptie eindigt.

In een grafiek ziet dit er zo uit aan het einde van de looptijd:

Bron: berekening VEB, Euronext. Laatprijs voor put 12, biedprijs voor put 8

In dit voorbeeld is geen rekening gehouden met de transactiekosten.

Tot en met de derde vrijdag van maart 2025 heeft de belegger het recht om 100 aandelen JET te verkopen tegen 12 euro, en de verplichting 100 aandelen JET te kopen voor 8 euro.

De berekeningen zijn op basis van de laatkoers voor de gekochte put en de biedkoers voor de geschreven put. De bied-laatspread is bij opties doorgaans een flinke (verborgen) kostenpost. Dit is het verschil tussen de prijs waarvoor een optie op een bepaald moment gekocht (laatprijs) en verkocht kan worden (biedprijs). Het verschil pakt altijd negatief uit voor de belegger. Het is een factor om rekening mee te houden bij het beoordelen van de totale kosten en potentiële opbrengsten van de strategie.

De bied-laatspread beïnvloedt de initiële kosten van het opzetten van de putspread. Een groter verschil tussen de bied- en laatkoers betekent hogere kosten bij het openen van de positie, wat het totale rendement van de constructie kan beïnvloeden. Een brede bied-laatspread kan wijzen op beperkte liquiditeit in de optiemarkt. Dit kan nadelig uitpakken voor het resultaat als u besluit de positie toch vóór expiratie te sluiten, bijvoorbeeld om winst te nemen of verlies te beperken.

Drie scenario’s
Er zijn drie manieren waarop de optieconstructie, als deze tot expiratie wordt aangehouden, kan eindigen:

  1. Op de afloopdatum in maart 2025 staat het aandeel boven de 12 euro. De opties lopen beide waardeloos af. De netto betaalde premie van 162 euro is het verlies voor de belegger.
  2. Bij expiratie is de beurskoers van JET tussen de 8 en 12 euro. De geschreven put loopt waardeloos af, maar de gekochte put is in-the-money. De exacte koers bepaalt de waarde, met iedere euro die JET lager noteert, neemt de opbrengst toe met 100 euro.
  3. De koers van JET is op het moment van expiratie lager dan 8 euro. Beide opties zijn in-the-money. De totaalopbrengst is echter gemaximeerd op het verschil tussen de uitoefenprijzen minus de netto betaalde premie.

De constructie levert een winst op vanaf een beurskoers lager dan 10,38 euro. De intrinsieke waarde van de put 12 is dan 162 euro, de geschreven put 8 loopt waardeloos af. De betaalde netto premie wordt dus precies terugverdiend.

De opties met ruim acht maanden resterende looptijd verliezen niet zo snel hun tijdswaarde. Een vergelijkbare putspread met bijvoorbeeld iets meer dan twee maanden tot expiratie kost 124 euro. Als uitoefenprijzen worden gekozen die dichter bij elkaar liggen, is de netto premie die de belegger betaalt ook lager. Er is dan echter minder winstpotentieel.

Houdt de belegger de opties aan tot aan de expiratie, dan moet hij de gekochte put zelf uitoefenen als deze intrinsieke waarde heeft.

Bij een tussentijdse koersstijging, neemt de prijs van de opties af (afgezien van andere factoren). Een agressieve belegger kan dan eventueel de geschreven putoptie goedkoop terugkopen en de gekochte put-positie behouden. De long put zorgt ervoor dat er van een koersval alsnog kan worden geprofiteerd, zonder een maximum op de mogelijke winst.

Hoewel er geen marginverplichting ontstaat, is de strategie wel risicovol met het oog op het verlies van de gehele inleg. Bij een stijging van de koers boven de uitoefenprijs van de gekochte putoptie, gaat de gehele inleg van de belegger in rook op. Dat is in dit geval bij een koersstijging met zo’n 6,2 procent, tot boven de 12 euro. Niet ondenkbaar in een periode tot 21 maart 2025.

De putspread met de aandelen
Een belegger die de aandelen JET al in bezit heeft, kan de putspread ook inzetten. Het ligt dan voor de hand om een lagere uitoefenprijs van de gekochte putoptie te kiezen dan de beurskoers op het moment dat de constructie wordt opgezet, of een uitoefenprijs die rond die huidige koers ligt. Dan hoeft minder premie te worden betaald. Alle upside minus de ingelegde premie behoudt de belegger.

De long putoptie biedt bescherming tegen een significante daling van de aandelenkoers. Dit is vooral een mogelijkheid als de belegger in JET een beperkte mogelijke daling voorziet, maar ook een fikse koersstijging mogelijk acht.

Voorbeeld

  • De belegger houdt 100 aandelen JET.
  • Koop een putoptie met een uitoefenprijs van 10 euro. Prijs: 118 euro.
  • Verkoop een putoptie met een uitoefenprijs van 7 euro. Prijs: 33 euro.
  • Netto betaalt de belegger dus 85 euro.

Risico en rendement

  • Bescherming: De long putoptie beschermt als de koers flink daalt, onder de 10 euro. Al het verlies tot aan 10 euro draagt de belegger wel zelf, dus zo’n 11,5 procent vanaf de koers van 11,30 euro. Bovendien is deze de optiepremie kwijt.
  • Bij een koers onder de 10 euro kan de belegger de putoptie uitoefenen en de aandelen verkopen voor 1.000 euro. Als het aandeel onder 7 euro daalt, komt ook de geschreven put in-the-money en strepen de opties weer tegen elkaar weg.
  • De positie in JET zelf kan nog steeds (in theorie) tot nul dalen. Onder de 7 euro valt de bescherming dus weg. Dit is geïllustreerd in de grafiek. Het opwaarts potentieel behoudt de belegger, al wordt dit verlaagd door de betaalde netto premie. Bij een koers van 7 euro of lager, is de belegger 215 euro beter af dan zonder opties.

 Bron: berekening VEB, Euronext. 100 aandelen JET met één gekochte en één verkochte putoptie

Onder een koers van 9,15 euro is de belegger beter af met de putspread, doordat de intrinsieke waarde van de gekochte put hoger is dan de netto betaalde premie.

De putspread is een aantrekkelijke keuze voor beleggers die bescherming zoeken tegen – of willen profiteren van – dalende koersen, zonder de volledige premie van een enkele putoptie te willen betalen. De koersen en optiepremies zijn een momentopname. De belegger moet altijd zijn posities monitoren en een afweging maken tussen de verwachting van de belegger en de prijzen van de opties.




Gerelateerde artikelen