VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

2021 was een jaar vol verrassingen op de beurs. Welke lessen kunnen beleggers hieruit trekken? De VEB zet er acht op een rij.

2021 was een jaar vol turbulentie op de financiële markten. Ondanks angst voor inflatie, verstoringen in toeleveringsketens en nieuwe lockdownmaatregelen werden beursgenoteerde bedrijven gemiddeld genomen tientallen procenten meer waard. Veel beursindices staan op of in de buurt van een recordstand.

Wat waren de belangrijkste leermomenten voor beleggers in 2021 en wat zijn volgend jaar de grootste risico’s? De VEB kijkt terug en blikt vooruit.

1. Inflatie is terug
De grootste verrassing van 2021 is de terugkeer van inflatie. Waar de ECB tot voor kort met hangen en wurgen deflatie (dalende prijzen) wist te voorkomen, werd het fenomeen van stijgende prijzen nieuw leven ingeblazen door een cocktail van steunpakketten van overheden, productieonderbrekingen en het bijdrukken van geld.

In november 2021 bedroeg de inflatie in Nederland 5,2 procent op jaarbasis. De Rabobank raamt 3,8 procent en 2,1 procent inflatie voor respectievelijk 2022 en 2023.

Inflatie is de vijand van beleggers. Maar een aandelenbelegger heeft twee wapens tegen inflatie. Bedrijven met prijsmacht kunnen hun verkoopprijzen op peil houden en zo winstmarges intact laten.

Ook bedrijven met een (relatief) lage kapitaalintensiteit – weinig of geen fabrieken, machines of voorraden – kunnen zich weren tegen het inflatiespook. De vervangingsinvesteringen zijn dan laag en slokken weinig extra kapitaal op. De VEB zette eerder uiteen welke bedrijven over beide wapens beschikken: lees daarvoor dit en dit artikel.

Er zijn ook andere instrumenten die beschermen tegen oplopende inflatie. Obligaties met inflatiebescherming (TIPS) leveren bij de huidige koersen weinig rendement op, maar kennen wel een goede inflatiebescherming.

2. Toeleveringsketen in de knel
De keerzijde van een efficiënte wereldwijde toeleveringsketen werd dit jaar pijnlijk duidelijk. Als er ergens ter wereld iets fout gaat, dan wordt dat op onverwachte plaatsen gevoeld.

De lockdowns zorgden zo voor absurde situaties. Chiptekorten legden fabrieken van autobouwers als Audi, Volkswagen en Toyota stil. De vereniging van Europese autobouwers ACEA zag alleen al het Europese productieverlies in 2021 oplopen tot meer dan 4 miljoen auto’s. Nog een onverwacht neveneffect: de winsten van autobouwers stegen juist doordat de weinige chips die wel beschikbaar waren werden ingezet voor luxere en meer winstgevende modellen.

De kwetsbaarheid van de toeleveringsketens komt door vergaande specialisatie. Maar liefst 70 procent van de microchips komt uit China en Taiwan. Van de wereldwijde productie komt bovendien de helft voor rekening van 3 producenten: TSMC, UMC en SMIC. Aangezien de verschillende chipmakers ook nog hun specialiteit hebben op het gebied van chipvarianten, is de concentratie in productie nog groter dan op het eerste gezicht lijkt. Voor chipmachinefabrikanten is het overigens allemaal geen probleem. Zij profiteren volop van de hogere verkoopprijzen die door de schaarste ontstaan.

Voor beleggers is het cruciaal om te doorgronden hoe kwetsbaar de toeleveringsketens zijn van beursgenoteerde ondernemingen. Tot nu toe geven bedrijven beperkt inzicht in hun productieketens en nog minder in de kwetsbaarheden hiervan. De VEB ziet dit graag verbeteren. In de jaarvergaderingen van Damrak-fondsen in het voorjaar van 2022 zal dit een aandachtspunt zijn van de VEB.

3.
Chinese onderdrukking
Alibaba, Tencent en Baidu. De Chinese tech-krachtpatsers waren ooit de troetelkindjes van de Chinese overheid vanwege hun cruciale rol in de nieuwe economie. Daar is na dit jaar niets meer van over.

Het eerste vege teken was de verdwijning van Jack Ma eind 2020. Het is een publiek geheim dat de oprichter van Alibaba een te grote mond had tegen de machthebbers. Als reactie werd de beursgang van Ant Group, een onderdeel van Alibaba, getorpedeerd door de toezichthouder. Daarna volgde sanctie op sanctie. Inmiddels heeft het Chinese staatsfonds Cinda een minderheidsbelang van 24 procent verworven in een onderdeel van Ant group.

De casus Ma en Alibaba was geen geïsoleerd geval. Ook andere sectoren, van computerspelletjes en huiswerkbegeleiding tot maaltijdbezorging, zagen hun macht aan banden gelegd. Zelfs ‘miljardendonaties’ van de bedrijven aan goede doelen, duidelijk ingegeven om de machthebbers in Peking te pleasen, konden de Partij niet milder stemmen.

De restricties gingen ver. Zo werd het aanbieden van naschoolse huiswerkbegeleiding van de ene op de andere dag verboden. Daarmee kwamen naast de toekomst van de platforms ook de banen van honderdduizenden leraren op de tocht te staan.

2021 is het jaar waarin duidelijk werd dat er een goede reden is dat Chinese (tech)bedrijven lager gewaardeerd zijn dan hun Europese of Amerikaanse evenknieën. De staat heeft het in China voor het zeggen, en dat is lang niet altijd in het belang van aandeelhouders.

4. Activisten op het Damrak
Op het Damrak hadden topmannen te maken met een ander soort activisme. Niet van de overheid, maar van activistische beleggers. Bij Ahold, Just Eat Takeaway (JET) en Shell ploften enveloppen op de mat met eisenlijstjes van aandeelhouders. Met wisselend succes.

Third Point sommeerde Shell zich op te splitsen in een bedrijf dat zich richt op fossiele energie en een tak die de groene initiatieven onder zijn hoede neemt. Tot nu toe zonder resultaat. Ben van Beurden zag zich wel genoodzaakt de structuur ‘efficiënter te maken’, waarbij het bedrijf Nederland verliet en het predicaat Koninklijk opgaf.

Bij Ahold Delhaize klopte Paul Singer van Elliott Advisors aan de poort. Dit fonds, bekend van eerder activisme bij AkzoNobel en NN, wil dat topman Frans Muller Bol.com als een apart bedrijf naar de beurs brengt. Al daags voor Elliot de intenties publiekelijk bekendmaakte, ging in Zaandam een persbericht uit met het voornemen de internetdochter mogelijk in 2022 naar de beurs te brengen. Een analyse van de VEB liet zien dat Bol.com niet volledig tot zijn recht komt in de aandelenwaardering van Ahold Delhaize.

Just Eat Takeaway-topman Jitse Groen lijkt een stuk koppiger dan Ahold-voorman Muller. Cat Rock wil dat het Amerikaanse Grubhub – vorig jaar overgenomen door JET – weer in de etalage gaat. De vooruitzichten van de Amerikaanse dochter verslechteren en drukken zwaar op de maag van de maaltijdbezorger. Groen ziet het anders en lijkt nog vol vertrouwen in de ingezette strategie. Beleggers zijn niet overtuigd gezien de extreem lage waardering van het maaltijdbezorgplatform. De koers is sinds de overname met grofweg een derde gedaald.

5. Het conglomeraat is dood
Focus blijft het toverwoord van de oude industriële conglomeraten. General Electric, Siemens en Philips namen de laatste jaren afscheid van veel activiteiten en gingen zich steeds meer toeleggen op één ding.

Dat is niet zonder risico. Zo zag Philips zich geconfronteerd met problemen omtrent gezondheidsrisico’s van haar slaap-apneu-apparaten, waardoor rond de 17 miljard euro beurswaarde in rook opging. Beleggers vrezen voor miljarden euro’s aan claims van patiënten en investeerders.

Ook bij General Electric blijkt meer focus niet zonder risico. Ondanks dat de som der delen van de drie bedrijven flink hoger is dan de huidige beurswaarde, zitten er nog wat addertjes onder het gras. Zo moet de pensioenpot van het concern worden bijgevuld, blijft het laatste stukje GE Capital met tegenvallers komen en kan het opschonen van de balans ook tot afwaarderingen leiden.

Bij Siemens lijkt de strategie wel vruchten af te werpen. CEO Kaeser, die het conglomeraat wil ombouwen van een ‘logge tanker’ naar een ‘vloot speedboten’, zag de naar de beurs gebrachte dochter Siemens Healthineers floreren. De aandelen Siemens en Siemens Healthineers stegen sinds de afsplitsing in 2018 met respectievelijk 55 en 135 procent.

6. Olieprijs in de lift
2021 is ook het jaar waarin bleek dat het te vroeg is om olie af te schrijven. Waar producenten in mei 2020 kort grif betaalden om van een vat Amerikaanse olie af te komen – de prijs dook kortstondig onder nul – kost het zwarte goud nu meer dan voor de pandemie.

Bedrijven verminderden in 2020 indien mogelijk hun productie, om hun olie niet tegen bodemprijzen te moeten verkopen. Ook de OPEC-landen schroefden de productie terug om overstromende opslagterminals te voorkomen. In 2021 herstelde de markt veel sneller dan verwacht.

Dit herstel joeg de vraag naar olie na de lockdowns op naar de oude niveaus, terwijl het opschroeven van de productie de gestegen vraag niet kon bijbenen. Het gevolg: een forse opleving van de olieprijs.

Zoals altijd blijven analisten steggelen over de vraag waar de olieprijs naartoe zal gaan. Bulls als de Amerikaanse zakenbank JP Morgan gokken op structureel hogere olieprijzen, vooral omdat de laatste twee jaar nauwelijks is geïnvesteerd in nieuwe oliebronnen.

Volgens T. Rowe Price zal de hoge prijs echter een tijdelijk fenomeen blijken en zit olie op de langere termijn nog altijd in een bear market.

7. Particulier nekt hedgefonds
David tegen Goliath in het moderne tijdperk. Zo kan de ‘memestock-manie’ worden omschreven, waarin de kleine beleggers het wonnen van de shortsellers.

De meme-beleggers reanimeerden de aandelenkoersen van bioscoopketen AMC en videospelletjesverkoper GameStop. Het leger van kleine beleggers wist met gewiekste posities in afgeleide producten de koers van de meme-stocks op te drijven. Hierdoor moesten shortsellers, die speculeerden op lagere koersen, de aandelen terugkopen. Dit dreef de koers nog verder op. Door de exploderende beurskoers werden de verliezen te groot en gingen sommige fondsen zelfs failliet.

Voor AMC en Gamestop was het een ultiem moment om extra aandelen uit te geven en zo de kas aan te vullen.

8. Cryptobubbel knapte niet
Het was  een wilde rit, maar de bitcoin staat vandaag circa 40 procent hoger dan aan het begin van het jaar. Beleggers die een bubbel vermoeden, moeten nog even geduld hebben voor hun (on)gelijk bewezen wordt.