VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

Etf’s (ook wel trackers genoemd) kunnen continu worden verhandeld gedurende de openingstijden van de beurs waarop ze genoteerd zijn. Dat is één van de grote verschillen met beleggingsfondsen, die slechts op een vast moment binnen een bepaalde periode (vaak éénmaal per dag) worden verhandeld.

Exchange traded funds volgen een index en geven via één beursgenoteerd product toegang tot een mandje met onderliggende beleggingen. Een AEX-etf volgt dus zo nauwgezet mogelijk de AEX-index met aandelen als ASML, ING en Ahold Delhaize. Een introductie-artikel over etf’s lees je hier. Er zijn veel verschillende indexen, en dus ook veel verschillende etf’s die dergelijke indexen volgen. Een introductie-artikel over thema-etf’s lees je hier.

Particuliere beleggers kunnen participaties in een etf kopen en verkopen bij hun broker. Dit wordt de secundaire markt genoemd en de manier waarop deze handel plaatsvindt is vrijwel identiek aan die bij aandelen. Maar er is ook een verschil: het aantal uitstaande participaties in een etf kan per dag wijzigen. Er kunnen namelijk nieuwe stukken in een etf worden uitgegeven en deze kunnen ook weer worden ingenomen door de uitgevende instelling.

De uitgevende instelling is de aanbieder van de etf. Denk hierbij aan partijen als Vanguard, BlackRock (iShares) of State Street.

Er zijn twee soorten etf’s: fysiek en synthetisch (het verschil wordt hier op onze website uitgelegd), maar we richten ons hier op de fysieke variant.

Mandje beleggingen
Fysieke etf’s bestaan uit een mandje met onderliggende beleggingen, waartegen de uitgever van de etf een bepaald aantal participatiebewijzen uitgeeft. Die participaties zijn de stukken die op de beurs verhandelbaar zijn.

Het aantal stukken in een etf staat niet vast. Participaties in de etf’s kunnen worden gecreëerd en teruggekocht door de uitgevende instelling, via transacties met geselecteerde institutionele beleggers, die authorised participants (AP’s) worden genoemd. Om nieuwe stukken uit te geven, moet de uitgevende instelling wel het onderliggende mandje beleggingen in bezit krijgen.

De AP’s kunnen die beleggingen bij de uitgevende partij omwisselen voor een nieuw participatiebewijs in de etf, en andersom kunnen de etf-stukken ook worden omgewisseld om die onderliggende beleggingen te verkrijgen. Zij zullen dit doen als er sprake is van afwijkingen in prijs tussen de etf en het onderliggende mandje beleggingen, en doordat zij dit doen worden deze prijsverschillen geminimaliseerd.

Het mandje beleggingen (de zogenoemde creation unit) hoeft niet identiek te zijn aan de exacte bezittingen van het fonds, maar zal daar meestal niet ver van afwijken. Sommige etf’s gebruiken een strategie waarin zij een deel van de index kopen in plaats van alle effecten, sampling genaamd. Dat is vaak om kosten te besparen, terwijl de steekproef toch de prestaties van de index zo goed mogelijk volgt.

Handel op de primaire en secundaire markt
Om door middel van transacties te profiteren van de prijsverschillen tussen de etf en het onderliggende mandje dat tegen die etf kan worden ingewisseld, is het belangrijk om de handel op te delen in twee markten:

- Primaire markt: de primaire markt is waar nieuwe stukken in de etf worden uitgegeven of bestaande stukken uit de markt verdwijnen. Op de primaire markt geeft de uitgever van de etf aan in welke hoeveelheid de participaties in de etf kunnen worden geleverd of ontvangen, vaak in een veelvoud van minimaal 10.000 stukken, tegen levering of ontvangst van de creation unit.
De AP kan via transacties op de primaire markt overtollig aanbod van etf-participaties opvangen of juist zorgen voor een groter aantal participaties op de markt als de vraag groter is dan het aanbod.

- Secundaire markt: dit betreft de effectenbeurs waar de particuliere belegger actief is. Op de secundaire markt wordt gehandeld tussen beleggers in bestaande participaties, waarvan de hoeveelheid op de zeer korte termijn vaststaat. Etf’s hebben een beursnotering, en beleggers kunnen gedurende de openingstijden van de beurs handelen in de etf met andere beleggers die transacties willen doen.

Er kan door een verschil tussen vraag en aanbod een situatie optreden waarin de koers van een etf op de secundaire markt uit de pas loopt met de intrinsieke waarde (de NAV – net asset value, deze is te vinden op de website van de aanbieder) van de beleggingen die de uitgevende instelling aanhoudt.

Op dat moment kan de AP besluiten om op de primaire markt een transactie uit te voeren. Die zal dit doen als daar een financiële beloning door te behalen is. Dat heet arbitrage.

Als dat het geval is, doet de AP zowel een transactie op de beurs als met de uitgever van de etf, en afhankelijk van de richting van het prijsverschil worden hierbij participaties in de etf gecreëerd of verdwijnen deze juist. Transactiekosten worden ook gedragen door deze partij.

Premie of korting
Als de onderliggende beleggingen minder waard zijn dan de etf, is sprake van een premie. De AP kan de onderliggende stukken kopen, omwisselen voor nieuwe etf-participaties en die weer verkopen op de beurs.

Bij de omgekeerde situatie, waarin de etf tegen een korting wordt verhandeld, kan een AP deze kopen en omwisselen bij de uitgevende instelling, om stukken van de onderliggende beleggingen te verkrijgen die weer kunnen worden verkocht. Hiermee wordt het aantal uitstaande etf-participaties lager.

Het is belangrijk om te beseffen dat vraag en aanbod de koers van een etf bepalen, en dat deze koers niet op ieder moment gelijk aan de intrinsieke waarde hoeft te zijn. Vooral bij liquide beleggingen (zoals aandelen op de ontwikkelde markten) zal arbitrage al een winst opleveren bij het kleinste prijsverschil, zodat voor etf’s in deze producten deze verschillen heel snel zullen verdwijnen.

Bij effecten die minder frequent worden verhandeld kunnen kleine prijsverschillen langer standhouden, bijvoorbeeld vanwege de hogere transactiekosten, spreads of omdat het niet mogelijk is om short te gaan in de beleggingen.

De voordelen en risico’s van de etf-structuur
De constructie van een etf heeft enkele voordelen ten opzichte van traditionele beleggingsfondsen. Het unieke aspect dat een etf biedt is dat, door middel van de transacties van de institutionele partijen, een koers tot stand komt die doorgaans binnen een beperkte bandbreedte rond de intrinsieke waarde beweegt.

Gedurende de handelsdag kan tegen die prijs worden gehandeld, en er is zo doorlopend een goed inzicht in de waarde die de etf vertegenwoordigt. Als je wilt aankopen of verkopen hoeft de etf-uitgever met jouw order niet de markt op om onderliggende beleggingen te kopen, wat bij een beleggingsfonds wel nodig kan zijn.

Bij een beleggingsfonds zullen, als er meer aanbod is dan vraag, beleggingen moeten worden geliquideerd om de verkopers van stukken uit te betalen. Dat kan bij minder liquide beleggingen lastig zijn of een impact hebben op de prijs. Bovendien zijn er kosten mee gemoeid.

De uitgever van de etf hoeft geen transactiekosten in de onderliggende aandelen of obligaties te maken bij het uitgeven of innemen van participaties in de etf. Deze transactiekosten worden gedragen door de AP, en komen dus niet voor rekening van de reguliere beleggers in de etf.

De meeste etf’s zijn goed verhandelbaar. Liquiditeit hangt echter niet alleen af van de handelsmogelijkheden in de etf zelf, maar natuurlijk ook van de onderliggende beleggingen. Naarmate de onderliggende beleggingen minder liquide zijn, ontstaat er een grotere spanning met de hoge mate van liquiditeit die etf’s bieden.

Het grootste risico voor de belegger in een etf die belegt in minder liquide activa, is een crisis waarin een vermogenscategorie massaal wordt gedumpt. De koers van de etf kan dan langere tijd onder de intrinsieke waarde uitkomen. Er is in dat geval blijkbaar wel een reden voor dat er niet op dit prijsverschil wordt ingespeeld door de authorised participants.

Er kan dan zelfs sprake zijn van een situatie waarin de etf beter weerspiegelt wat de onderliggende beleggingen waard zijn dan die illiquide beleggingen zelf, doordat in die laatste nauwelijks handel plaatsvindt en dus geen prijsvorming is.

Om de kans te vergroten dat je een etf koopt die dicht bij de onderliggende waarde noteert en liquide is, kun je kijken naar het beheerde vermogen (assets under management: AUM) en het handelsvolume. Voor beide geldt: hoe hoger, hoe beter.

Meer over de handel in en liquiditeit van etf’s lees je in dit artikel.

Transparante Etf's


In de Fondsselector van de VEB kunnen uitsluitend fysieke etf’s in aanmerking komen voor opname in onze Kernselectie transparante Etf’s (de meest hoogwaardige etf’s per categorie). Wij denken dat dit type etf passender is voor de belegger die met een etf wil beleggen voor de lange termijn, zonder daarbij het extra tegenpartijrisico te lopen dat een synthetische etf met zich meebrengt.

Een risico dat bij fysieke etf’s wel relevant kan zijn is securities lending, waarbij de beleggingen in het fonds tijdelijk worden uitgeleend aan bijvoorbeeld shortsellers. De etf’s in onze Kernselectie doen echter ook niet aan het uitlenen van de effecten.