Bij het analyseren van de jaarrekening en andere rapportages van beursfondsen moet je op een aantal financiële kengetallen letten. Sommige daarvan kun je direct vinden in publicaties van het bedrijf zelf, andere moet de belegger zelf uitrekenen. Daarbij is er niet een specifiek kengetal dat het belangrijkste is: het gaat om het totaalplaatje.
Daarnaast verschilt het belang van kengetallen per type bedrijf. Wij zetten enkele belangrijke financiële kengetallen voor je op een rij, met daarbij een beoordeling in hoeverre deze zinvol zijn. Hierbij richten wij ons eerst op verschillende winstbegrippen en de winstmarge, en daarna op omzet, positieve kasstromen en de WACC.
1. Nettowinst
Wat is het? |
Winst is opbrengsten min kosten. Dat lijkt simpel, en is ook makkelijk te berekenen door de gemiddelde particuliere belegger. Bovendien vind je de winst van beursfondsen terug op de resultatenrekening, en wordt deze door het bedrijf ook nog eens gedeeld door het aantal uitstaande aandelen om de winst per aandeel (wpa) te krijgen |
Zinvol? |
De nettowinst, of het nettoresultaat, krijgt vaak veel aandacht in financiële media en publicaties. De ene winst is echter de andere niet. Beursfondsen kunnen bijvoorbeeld op verschillende manieren de bezittingen afschrijven, en de wijze waarop de kostprijs van de omzet wordt berekend kan uiteenlopen. |
2. Ebitda (Earnings Before Interest, Taxes, Depreciation and Amortization)
Wat is het? |
Als de financiële pers schrijft over het bedrijfsresultaat of de operationele winst, dan gaat het over het ebitda-resultaat. Dat staat in het Nederlands voor ‘winst voor rentelasten, belastingen en afschrijvingen op vaste en immateriële activa’. |
Zinvol? |
De ebitda-maatstaf laat in theorie beter dan de winst zien hoeveel geld er beschikbaar is om uit te keren aan aandeel- en obligatiehouders, omdat de afschrijvingen wel kosten zijn maar er daarbij geen daadwerkelijke cash uit het bedrijf vloeit. Een deel van dat geld is echter wel degelijk nodig voor nieuwe investeringen. Bovendien moeten ook de rente en belastingen gewoon betaald worden. Deze maatstaf zegt daardoor weinig over de winstgevendheid die voor aandeelhouders van belang is en geeft een te optimistisch beeld van het saldo van kasstromen. De ebitda lijkt het nuttigst voor de kleine groep beursfondsen die weinig investeringen nodig heeft om de omzet en winsten op peil te houden. |
Lees meer over de ebitda
Wat is het? |
Het onderliggend resultaat is een winstcijfer dat is gecorrigeerd voor ‘eenmalige’ of ‘buitengewone’ baten en lasten. De achterliggende gedachte is dat bepaalde posten eenmalig zijn of niet behoren tot de kernactiviteiten van het bedrijf in kwestie, en daarmee het zicht op de relevante prestaties vertroebelen. |
Zinvol? |
Het onderliggende resultaat is geen officiële maatstaf die in boekhoudregels beschreven staat. Bedrijven nemen daarom veel vrijheid om hier zelf een invulling aan te geven. Idealiter geeft de winst een goed beeld van wat haalbaar is in de toekomst en zijn dus met name de terugkerende elementen van de winst belangrijk. De incidentele posten vertroebelen het beeld. |
4. Winstmarge
Wat is het? |
De winstmarge wordt bepaald door de netto- of brutowinst van een jaar te delen door de in dat jaar behaalde omzet. Dit verhoudingsgetal geeft een beeld van de marktmacht van een bedrijf. Een sterke positie op de markt zorgt ervoor dat het bedrijf een hoge prijs kan vragen voor zijn producten, en dat het onderhandelingsmacht heeft bij leveranciers. Met deze macht kan het bedrijf de inkoopkosten laag houden. Ook zegt de winstmarge iets over de efficiëntie en kostenbeheersing. |
||
Zinvol? |
Een lage netto- of brutowinstmarge kan duiden op een markt met veel concurrentie, hoge vaste kosten of oplopende variabele kosten. Bedrijven die een snelle doorlooptijd en hoge omzetvolumes hebben, hebben (gemiddeld) vaak een lage winstmarge. Voorbeelden zijn de transport- en detailhandelssector. Ook automakers behalen gemiddeld lage winstmarges, vanwege de stevige concurrentie en de hoge investeringen in vaste activa.
|
Wat is het? |
Het totaalbedrag aan verkopen van een bedrijf in een bepaalde periode. |
Zinvol? |
Een bedrijf kan veel verkopen, zonder dat er ook maar een euro winst wordt gemaakt. Het is vooral interessant om te kijken naar de groei van de omzet door de jaren heen. |
Wat is het? |
Bedrijven met een stabiele en goed voorspelbare kasstroom zijn geliefd op de beurs. Bij voorkeur stroomt er meer geld binnen dan eruit gaat en resteert er na de (noodzakelijke) investeringen een positieve vrije kasstroom. Die kan dan bijvoorbeeld worden aangewend voor dividendbetalingen of de inkoop van aandelen, zodat cash naar de aandeelhouders terugvloeit. Daarnaast kunnen stabiele kasstromen dienen als extra veiligheidsklep omdat het mogelijkheden biedt om snel schulden af te lossen. Voorwaarde is dat die kasstroom ook bij tegenspoed en laagconjunctuur op peil blijft. |
Zinvol? |
Positieve kasstromen duiden in de regel op gezonde bedrijven. Aandeelhouders profiteren hiervan en weten dat op waarde te schatten. Vrije kasstromen zijn te berekenen voor het bedrijf als geheel, maar er kan ook worden vastgesteld hoeveel er echt voor de aandeelhouders beschikbaar is nadat rente is betaald en het aflossen of aangaan van schuld wordt meegenomen. |
Lees meer over positieve kasstromen.
Wat is het? |
De WACC meet de gewogen gemiddelde kosten van het kapitaal van een bedrijf. Dit getal geeft aan wat het bedrijf moet betalen voor iedere éénheid financiering, zowel met vreemd (schulden) als eigen vermogen (aandelen). Verschaffers van vreemd vermogen willen een bepaalde vergoeding: rente. Maar ook aandeelhouders verwachten een rendement dat aansluit bij het marktrisico van het beursfonds. |
Zinvol? |
In de praktijk zitten er wel wat haken en ogen aan de WACC. Er is geen eenduidigheid over de berekening van de kosten van het vermogen. Vooral de kosten van aandelenkapitaal zijn lastig vast te stellen. Deze zijn niet direct meetbaar of terug te vinden op de jaarrekening. Het gaat om een vereist rendement van aandeelhouders, behorend bij het risico van een belegging in een bepaalde onderneming. |
Lees in Effect meer over de WACC (pagina 48-49).