VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

Europa telt te veel banken, vindt ING-topman Steven van Rijswijk. In plaats van prooi zijn, wil ING zelf op overnamepad. Maar is het slim om miljarden te steken in een Zuid-Europese bank, of hebben beleggers meer baat bij een nieuw aandeleninkoopprogramma?

Nooit meer een situatie waarin banken als ‘too big to fail’ met publiek geld overeind worden gehouden. Na de kredietcrisis was het devies duidelijk: banken moesten soberder opereren. Zakenbanken en handelsactiviteiten werden afgestoten, overnames waren taboe. Banken moesten weer saai worden en zich beperken tot hun kerntaak: het in- en uitlenen van geld. 

Ook ING onderging een metamorfose. Onder druk van Brussel werd de verzekeringspoot in 2014 verkocht (nu NN Group). Meer recent trok de bank zich terug uit onder andere Frankrijk, Turkije, de Filipijnen, Oostenrijk en Tsjechië. Naar eigen zeggen vanwege een gebrek aan schaalgrootte. 

Maar de pendule lijkt weer de andere kant op te slaan. Vorig jaar kocht ABN AMRO de Duitse vermogensbeheerder HAL voor bijna 700 miljoen euro. Het Italiaanse Unicredit heeft interesse in het Duitse Commerzbank, en in Zuid-Europa vinden tal van fusies en overnames plaats, vooral in Italië en Spanje. 

Nu lijkt ook ING  zich te willen mengen in die consolidatieslag. “Er zijn te veel banken in Europa,” stelde topman Steven van Rijswijk onlangs. Daarmee zet hij ING niet in de etalage, maar maakt hij duidelijk dat de bank zelf op overnamepad moet. 

Wat betekenen deze plannen voor ING? Een analyse in vier vragen en antwoorden. 

1. Waar is het vizier van ING op gericht? 
Van Rijswijk houdt zijn kaarten allerminst tegen de borst. “We willen groter worden in grotere markten, waaronder Italië, Spanje en Duitsland”, verklaarde hij in een recent interview met persbureau Reuters.  

Die landen noemt hij niet zomaar. Nederland en Duitsland vormen samen nog altijd de kern van ING, goed voor bijna de helft van de totale omzet van 22 miljard euro. De inkomsten uit Italië en Spanje zijn lastiger te isoleren. ING bundelt de resultaten uit Australië, Italië, Spanje en Portugal onder de noemer ‘other challengers’, met een gezamenlijke jaaromzet van ongeveer 2,5 miljard euro. 

Van Rijswijk streeft niet alleen meer massa na in de genoemde drie regio’s. Hij wil de inkomsten van ING ook meer “diversifiëren” door meer diensten aan te bieden, zoals vermogensbeheer, brokerdiensten en gestructureerde producten. Meer commissie-inkomsten moeten de afhankelijkheid van rente-inkomsten verminderen. Die staan onder druk nu beleidsrentes in Europa dalen. Een overname die deze diversificatiestrategie versnelt, is volgens hem het overwegen waard, zo was de boodschap bij de jaarcijferpresentatie. 

Die focus op commissie-inkomsten is niet nieuw. Op de beleggersdag vorig jaar maakte ING al duidelijk minder afhankelijk te willen zijn van de volatiele rente-inkomsten. Het doel: in 2027 minimaal 5 miljard euro aan commissie-inkomsten genereren. Vorig jaar lag dat bedrag op 4 miljard euro, wat betekent dat ING de komende jaren nog een miljard euro moet binnenhalen. 

2. Welke banken kan ING overnemen om het commissie-inkomstendoel snel te behalen?   
ING kan het commissie-inkomstendoel in één klap behalen, mits het de juiste overnamekandidaat vindt. Een inventarisatie van het Europese bankenlandschap laat zien dat er meerdere opties op tafel liggen. 

Banca Generali springt eruit. Deze Italiaanse bank richt zich op vermogensbeheer voor vermogende particulieren en genereert jaarlijks zo’n 1,2 miljard euro aan fee-inkomsten, goed voor ongeveer tachtig procent van de omzet. Ook Banca Fineco is minder afhankelijk van rente-inkomsten, met een fee-aandeel van veertig procent in de groepsomzet. Fineco biedt onder meer beleggingsdiensten aan particulieren aan. Beide banken hebben bovendien een relatief lage beurswaarde, waardoor ING ze kan inlijven zonder een grote aandelenemissie. 

Een andere optie is het Spaanse Caixabank, al is die minder voor de hand liggend. Met een beurswaarde van bijna veertig miljard euro zou een overname een stevige financiële uitdaging vormen. Toch heeft ING hier een potentiële bondgenoot. Volgens CFO Javier Pano van Caixabank is consolidatie onvermijdelijk: “Schaalvoordeel is cruciaal om kosten te optimaliseren en efficiënter te opereren,” zei hij tegen Reuters. Mocht ING hiermee in zee gaan, dan ligt een fusie van gelijken eerder voor de hand dan een klassieke overname. 

Wildcard 
Dichter bij huis is er nog een mogelijke interessante kandidaat. Een bank met meer dan twee miljard euro aan jaarlijkse fee-inkomsten en een beurswaarde van twaalf miljard euro. Bovendien wil de grootaandeelhouder graag van zijn belang af.  

Het probleem? Een fusie tussen ING en ABN AMRO sneuvelde vóór de kredietcrisis al vanwege zorgen over botsende culturen en mogelijke massaontslagen, zoals beschreven in het boek De Prooi. Die bezwaren gelden nog steeds. ABN kampt immers met een structureel te hoge kostenbasis. 

Toch zou de fusie dit keer wellicht meer kans maken. Na het Draghi-rapport, dat pleit voor de creatie van ‘Europese kampioenen’ om het oude continent weer op de rit te krijgen, zijn toezichthouders wellicht soepeler op het gebied van mededinging. Maar één hobbel blijft: de combinatie zou wel erg dominant worden op de Nederlandse hypotheekmarkt.  

Commissie-inkomsten per bank: welke prooi past bij ING? 

Bron: Bloomberg. Commissie-inkomsten in miljarden euro’s. Gele blokken geven de beurswaarde van de bank weer (peildatum 6 februari 2025).  

3. Wat moeten aandeelhouders eigenlijk van een overname vinden?  
Tot nu toe bleven de speculaties over buitenlandse overnameplannen van Nederlandse banken meestal beperkt tot Scandinavië. Logisch, want qua cultuur—zoals de manier waarop risico’s worden genomen—passen deze landen goed bij Nederland. Toen enige tijd geleden het gerucht ging dat ING interesse had in Commerzbank, was de ophef in zowel Nederland als Duitsland groot. 

Dat Van Rijswijk nu openlijk landen als Italië en Spanje noemt, is dan ook een opmerkelijke wending. Vooral Italië is een uiterst complex speelveld. De bancaire sector bestaat uit een lappendeken van lokale banken met allerlei dwarsverbanden. De sector staat aan de vooravond van een consolidatieslag. Bieders buitelen over elkaar heen, en proberen met sluwe streken de concurrentie af te snijden. Voor buitenstaanders is het allemaal nauwelijks te volgen. 

De vraag is of ING zich in dit mijnenveld wil begeven. Het is bovendien lastig voor te stellen dat ING iets voor elkaar zou krijgen bij een lokale Italiaanse bank – denk bijvoorbeeld aan doorvoeren van reorganisatie.  

Bovendien zijn de aandelenkoersen van Italiaanse banken het afgelopen jaar flink opgelopen door de speculatie rondom overnames. Zo stegen de koersen van Monte dei Paschi di Siena, Banco BPM en UniCredit—alle drie betrokken bij een overnamestrijd—met vele tientallen procenten in de afgelopen maanden. Een ander risico: veel Italiaanse banken beleggen in staatsobligaties van hun eigen land. Wil ING zich via een overname blootstellen aan een flinke berg Italiaans staatspapier? 

4. Hoeveel ruimte heeft ING voor overnames? 
ING kampt al jaren met een luxeprobleem: het heeft te veel kapitaal op de balans. Via extra dividenduitkeringen en aandeleninkoopprogramma’s probeert de bank dit overtollige vermogen terug te sluizen naar beleggers. Maar ING zou deze buffers ook kunnen gebruiken voor overnames. 

Een snelle rekensom leert dat ING zo’n 3 miljard euro aan overtollig kapitaal heeft. Zelfs na een dergelijke uitgave blijft de bank binnen haar eigen bufferdoelstelling van 12,5 procent. 

Dat betekent echter niet dat 3 miljard euro de maximale overnamesom is. Bij een overname wordt het kapitaal van de overgenomen bank immers ook aan de balans van ING toegevoegd. De crux zit in de premie die betaald moet worden. Bij een doorsnee overname ligt die rond de 30 procent bovenop de beurswaarde. Als ING de lat te hoog legt, kan dit de buffers onder druk zetten—een risico dat de bank goed zal moeten afwegen. 

Beleggers lijken hun bedenkingen te hebben over de verschuiving in ING’s strategie. Donderdag opende het aandeel ruim 3 procent lager op 15,40 euro. Al zou dit ook te maken kunnen hebben met de iets tegenvallende Q4-cijfers.  

Aandeleninkoop stuwt winst per aandeel

  • Gaat ING stoppen met de inkoop van eigen aandelen nu de bank actiever wil worden op overnamevlak? Die vraag werd CEO Van Rijswijk voorgelegd tijdens de analistencall. Volgens hem zal ING steeds afwegen welke optie “de meeste langetermijnwaarde creëert”.

  • Veel beleggers zullen van mening zijn dat een investering in eigen aandelen een aantrekkelijker risico-rendementsprofiel heeft dan de overname van een Italiaanse bank. De koers van ING ligt momenteel net iets onder de boekwaarde van het eigen vermogen, wat laag lijkt voor een bank die op termijn een rendement van 14 procent wil behalen.

  • ING heeft de afgelopen jaren fors ingezet op aandeleninkoop om overtollig kapitaal terug te geven aan beleggers. In oktober 2023 kondigde de bank opnieuw een inkoopprogramma aan, deze keer ter waarde van 2 miljard euro. Door al deze programma’s is het aantal uitstaande aandelen gedaald van 3,9 miljard eind 2020 naar 3,09 miljard aan het eind van 2024.

  • Het lagere aantal uitstaande aandelen heeft een steeds grotere impact op de winst per aandeel. Over 2024 behaalde ING een nettowinst van 6,4 miljard euro. Als dat bedrag over de 3,9 miljard aandelen uit 2020 zou zijn verdeeld, zou de winst per aandeel 1,64 euro bedragen. Door de grootschalige inkopen komt de winst per aandeel nu uit op precies 2 euro (deze is berekend aan de hand van het gemiddelde aantal aandelen in 2024, in plaats van voornoemde eindstand). De extra 0,36 euro per aandeel is puur het gevolg van het feit dat de nettowinst over minder aandeelhouders hoeft te worden verdeeld. 


Minder aandelen, hogere winst per aandeel 
 

Bron: rapportages ING. 

 

 




Gerelateerde artikelen