VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

Met de komst van een nieuwe partij tenderen de transactiekosten die online brokers rekenen steeds nadrukkelijker richting nul. Daardoor is het des te belangrijker om goed te letten op bijkomende kosten en beperkingen in dienstverlening.

Lees het broker onderzoek 2016 in magazine Effect



Voor doe-het-zelfbeleggers blijft er genoeg te kiezen als het om aanbieders gaat. Na het recente verdwijnen van aanbieders Keytrade (gestopt in Nederland), Today’s Brokers (verkocht aan concurrent TradersOnly) en SNS Bank (stopt met aanbieden doe-het-zelf-beleggen) hebben beleggers nog altijd de keuze uit een elftal brokers die hun platformen openstellen voor beleggende particulieren.

Ook dit jaar onderzochten wij welke aanbieders relatief goedkoop of duur de transacties van hun klanten uitvoeren en inventariseerden de extra kosten die zij in rekening  brengen. We vergeleken daartoe de kosten die de diverse brokers voor aandelen, opties en beleggingsfondsen rekenen. De prijsdalingen in de afgelopen jaren maken dat de transactiekosten van de gemiddelde broker inmiddels bescheiden zijn.

Voor een aandelenorder van 4000 euro op de Amsterdamse beurs rekenen brokers gemiddeld nog geen 9 euro, zo’n 0,2 procent van het orderbedrag. Maar de verschillen zijn groot, waardoor goedkopere brokers zomaar vier keer minder in rekening brengen voor precies dezelfde transactie van genoemde omvang dan een dure  concurrent.

En dan is er nog de jongste broker in Nederland, de van oorsprong Britse partij iDealing, die voor transacties op bepaalde beurzen helemaal geen commissie meer vraagt.

De race richting nul als het om transactiekosten gaat, maakt eens te meer duidelijk dat beleggers op meer moeten letten dan uitsluitend provisies. Op een of andere manier moet er toch geld verdiend worden door de partijen, en dat vertaalt zich in andere kosten, een beperkter assortiment, minder dienstverlening of een alternatieve manier van transacties afwikkelen. Wie op zoek is naar een geschikte broker moet meer afwegen dan alleen de venstertarieven.

Zo is het aan te raden om – bijvoorbeeld via een proefversie – de digitale platformen van diverse partijen te vergelijken. Ook als het gaat om informatievoorziening – denk aan koersen of portefeuille-informatie – zijn er grote verschillen tussen brokers. Wij hebben per aanbieder de voors en tegens op een rij gezet, waarbij kosten en handelsmogelijkheden centraal staan.


Idealing

Om op de overvolle Nederlandse markt van brokers indruk te maken als nieuwkomer moet je met iets bijzonders komen. Het Britse iDealing lijkt dat met zijn propositie van commissievrij handelen goed te hebben begrepen. Helemaal nieuw is handelen zonder transactiekosten niet, bij DeGiro en ING is het al langer mogelijk om bepaalde effecten zonder kosten aan te kopen.

Maar iDealing gaat een stapje verder: het biedt gratis handel in alle aandelen en etf’s (indextrackers) die een notering hebben op de Euronext-beurzen van Amsterdam, Brussel of Parijs.

Voor andere beurzen en producten moet wel betaald worden en hier is iDealing lang niet altijd de goedkoopste aanbieder. Zo worden voor kleinere aandelenorders in de Verenigde Staten tarieven gerekend die ook de traditioneel wat duurdere grootbanken als ABN Amro en Rabobank rekenen.

Daar komt bij dat iDealing geen handel biedt in opties, turbo’s en beleggingsfondsen.

iDealing kan het gratis handelen op de Euronextbeurzen naar eigen zeggen aanbieden dankzij de opbrengsten die het in Groot-Brittannië behaalt. Ook wikkelt iDealing de handel op Euronext-beurzen zelf af (‘clearing’), wat kostenbesparend moet zijn.

Daarnaast is het ‘gratis’ niet helemaal gratis en komt het met beperkingen. Valuta omwisselen – bijvoorbeeld de dollars van verkochte Amerikaanse aandelen omwisselen in euro’s – is duur.

De broker rekent hier 1 procent kosten voor, tien keer zoveel als bij bijvoorbeeld DeGiro, terwijl bij grote valutatransacties Lynx en TradersOnly wel tachtig keer goedkoper zijn.

Speciale handelingen, ‘corporate actions’ zoals het uitoefenen van een optie, worden uitgevoerd tegen een vergoeding van 5 euro. Dezelfde kosten worden in rekening gebracht bij het wegboeken van tegoeden van de iDealing-rekening naar de eigen betaalrekening.

Een tekortkoming is de onmogelijkheid om te kiezen in geval een bedrijf een keuzedividend aanbiedt. Bij iDealing kunnen beleggers bij gelegenheid niet kiezen voor dividend in contanten of aandelen, maar moeten ze genoegen nemen met de standaardkeuze van het bedrijf, en dat is meestal in contanten.

Ook is het online platform niet al te aantrekkelijk. Het Nederlands taalgebruik is niet overal even duidelijk (het lijkt soms letterlijke vertaling uit het Engels). Ook het provisieoverzicht kan duidelijker. De informatievoorziening is karig.

Nog twee kanttekeningen bij het veelbelovende gratis concept: bij het openen van een rekening is een relatief hoge inleg vereist van 1250 euro. Bovendien is iDealing niet aangesloten bij   klachteninstituut Kifid, dat een laagdrempelige geschillenregeling biedt.

 

 

 

DeGiro

Afgelopen jaren was DeGiro met afstand en over een brede linie het goedkoopst in transactiekosten,

maar door de komst van iDealing moet de broker in een deel van het aandelen- en etf-segment genoegen nemen met een tweede plaats.

DeGiro wil ook met een initiatief komen dat handel zonder provisie mogelijk maakt. Nu al biedt de broker (beperkt) gratis handel aan in een selectie van beleggingsfondsen, obligaties en trackers.

Over het geheel bekeken blijft DeGiro de voordeligste broker als het gaat om transactiekosten. De verschillen met andere brokers zijn nog steeds groot, zelfs gekende prijsvechters als Lynx en TradersOnly zijn fors duurder.

Dat valt bijvoorbeeld op bij de transactiekosten van opties waar de op één na goedkoopste broker   nog altijd dubbel zo duur is als DeGiro.

Van tijd tot tijd borrelt oude kritiek richting DeGiro op. Zoals de praktijk van ‘internalisering’, waarbij DeGiro binnen het eigen bedrijf aan- en verkooporders aan elkaar knoopt waardoor deze niet meer naar de beurs gaan.

Critici stellen dat beleggers hierdoor extra risico kunnen lopen. DeGiro bestrijdt dit en kreeg daarin

onlangs ruggensteun van een expert op het gebied van orderafhandeling. In Het Financieele Dagblad verklaarde deze ingewijde dat “bij goed risicomanagement klanten bij DeGiro geen groter risico lopen dan bij andere brokers.”

Een ander kritiekpunt op DeGiro betreft het uitlenen van effecten. De stukken van klanten kunnen tegen betaling worden uitgeleend aan grote beleggers die met deze geleende stukken ‘short’ kunnen gaan.

Wie dat niet wil, kan ervoor kiezen de effecten in portefeuille niet uit te lenen, maar dan zijn bepaalde diensten niet of alleen tegen meerprijs toegankelijk. Kiezen voor een rekening zonder uitlenen van effecten betekent niet kunnen handelen in derivaten (opties, futures), en extra betalen voor onder meer real time koersinformatie.

Voor alle klanten van DeGiro geldt dat ze een vergoeding moeten betalen voor inschrijving op een aandelenemissie, aanmelding voor een aandeelhoudersvergadering, een keuze voor dividend in aandelen of de ontvangst van een papieren portefeuille-overzicht.

Wie handelt buiten de Euronext-beurzen van Amsterdam of Brussel betaalt per jaar 2,50 per beurs extra bij DeGiro. In de tarievenbrochure staat dit omschreven als ‘opzetten handelsmogelijkheden’, een verwarrende omschrijving.

Afgelopen jaar heeft de broker beleggers in één keer belast voor 2014 en 2015. Het gaat voor de doorsnee belegger om een extra rekening van hooguit een paar tientjes, maar uit het oogpunt van transparantie verdient deze methode van kosten toerekenen en terug factureren geen schoonheidsprijs.

 


TradersOnly en Lynx

Voor de komst van DeGiro (en iDealing) waren TradersOnly en Lynx lange tijd de goedkoopste aanbieders.

Nog steeds behoren deze twee brokers, die vergelijkbare tarieven hanteren, tot de voordelige partijen op het gebied van transactiekosten. Hoewel deze brokers vaak dubbel zoveel  transactiekosten rekenen als DeGiro, zijn ze over het algemeen flink goedkoper dan andere brokers zoals ABN Amro, Rabobank en Alex/Binck.

TradersOnly en Lynx gebruiken allebei het platform van de grote Amerikaanse partij Interactive Brokers en richten zich op actieve beleggers met alle schaalvoordelen van dien, zo verklaren ze zelf de concurrerende tarieven deels.

Toch willen TradersOnly en Lynx niet bekendstaan als monomane transactiemachines. Beide beroepen zich op de uitgebreide handelsmogelijkheden en service.

Navigeren op het handelsplatform van de Interactive Brokers-partijen vraagt om enige oefening. In dat licht moet de recente introductie worden gezien van Lynx Basic, een zelfgebouwd platform dat overzichtelijker moet zijn en meer analysemogelijkheden biedt.

Alex en Binck

Ooit waren ze de uitdagers van de gevestigde orde en gaven ze de aanzet tot snel dalende transactiekosten van beleggen, maar die tijd is al lang voorbij. De hoogte van de provisie van Alex en Binck, beide labels van het beursgenoteerde Binck Bank, ligt inmiddels meer in lijn met dat van grootbanken als ABN Amro en Rabobank.

Zelf vindt Binck de vergelijking van brokers op basis van louter transactiekosten “eendimensionaal” en daar is natuurlijk wat voor te zeggen. Binck wijst op zaken als uitvoeringsprijs, verborgen risico’s bij afhandeling van orders en beveiliging (bij inloggen) van het platform om het argument kracht bij te zetten dat er meer is dan transactiekosten alleen.

Uiteraard zijn Binck en Alex niet de enige die veel aandacht besteden aan deze factoren. Alex biedt beleggers drie producten: Algemeen, Aandelen en Derivaten. Opvallend zijn de hoge transactiekosten voor transacties in beleggingsfondsen en trackers.

Binck Bank heeft daar een apart platform voor, Fundcoach, maar dat verklaart nog niet waarom de provisie voor deze producten tot de hoogste in de markt moet behoren.

Binck biedt klanten twee varianten: Binck Basic en Binck Active. Bij Binck Basic wordt geen jaarlijkse service fee gerekend, terwijl de grootbanken wel standaard kosten rekenen voor het aanhouden van een portefeuille.

Wie weinig handelt, kan bij Binck Basic voordeliger uit zijn dan het op het eerste gezicht lijkt, zeker   ook omdat veel ‘extra’s’ gratis zijn. Denk daarbij aan een portefeuilleoverzicht, inschrijven op een emissie en het bijwonen van een aandeelhoudersvergadering.

Bij Binck Active zijn de transactiekosten in veel gevallen lager, maar betaalt een belegger een jaarlijkse service fee van maximaal 0,2% exclusief BTW per jaar over het belegde vermogen.

Opvallend bij Binck zijn de hoge debetrentes. Ondanks de lage marktrente wordt bij roodstand 6 procent rente gerekend.

ING

Traditioneel zijn de grootbanken het duurst voor doe-het-zelf-beleggers, maar sinds een aantal jaren doet ING hard zijn best de uitzondering op de regel te zijn. Klanten betalen weliswaar een jaarlijkse service fee van 16 euro plus 0,24 procent over het belegd vermogen tot een bepaalde grens, daar staat tegenover dat de transactiekosten lager zijn dan van veel andere partijen.

Voor bijvoorbeeld aandelen Amsterdam is ING na iDealing en DeGiro de voordeligste. Als het gaat om aandelen in de VS is ING nu door een verlaging van de valutakosten een stuk voordeliger.

Daarnaast wordt voor de handel in beleggingsfondsen en trackers geen provisie gerekend en is er ook geen beperking in het aantal transacties per effect, zoals bij DeGiro wel het geval is.

ABN Amro en Rabobank

Nu SNS Bank stopt met het brokerplatform voor “zelf beleggen” en ING duidelijk in tarifering opschuift, blijven Rabobank en ABN Amro over als dure grootbanken. Bij zo ongeveer ieder transactietype en orderomvang vragen deze grootbanken tarieven die aan de bovenkant van de markt zitten.

Op de vraag waarom beleggers zoveel duurder uit moeten zijn, wordt gewezen op de extra dienstverlening in de vorm van research en rapportages. ABN Amro wijst ook op het brede palet aan dienstverlening, “zoals beleggingsadvies en geïntegreerde dienstverlening (naast beleggen ook sparen, lenen, betalen etc.).” Waarom een doe-het-zelf-belegger mee zou moeten betalen aan diensten die ook al afzonderlijk in rekening worden gebracht, blijft onduidelijk.

Zie voor de beoordeling van andere aanbieders het brokeronderzoek zoals verschenen in Effect April/Mei 2016




Gerelateerde artikelen