Banken die met spaargeld worden gefinancierd blijken stabieler en winstgevender dan banken die hun financiering op de kapitaalmarkt halen. Nederlandse banken hebben weinig aan dit inzicht.
De BIS, de organisatie voor het internationale betalingsverkeer, publiceerde dit weekend de afgelopen tien jaar.
Daarbij onderscheidden de onderzoekers drie categorieën banken.
Allereerst ‘gewone' banken die zich financieren met spaartegoeden, daarnaast gewone banken die zich financieren via de kapitaalmarkt. Ook werd een aparte categorie gemaakt voor handelsbanken.
De BIS heeft vervolgens gekeken hoe de verschillende modellen presteren. Uit deze analyse blijkt dat een bank die zich met spaargeld financiert op de meeste punten beter scoort dan een bank die zijn geld uit de kapitaalmarkt haalt.
Kostenbeheersing
De winstgevendheid is groter en is de afgelopen jaren ook stabieler geweest. Verder hebben banken die op spaargeld draaien door de bank genomen een sterkere kapitaalpositie.
Waar banken die vooral afhankelijk zijn van de kapitaalmarkt wel beter scoren is op kostenbeheersing. Sinds de crisis zijn ze er beter in geslaagd de kosten terug te dringen.
Daarnaast lijken beleggers de afgelopen paar jaar een voorkeur te hebben voor hun model. Gemiddeld krijgen deze banken op de beurs een marktwaarde die hoger is dan hun boekwaarde. Bij banken die afhankelijk zijn van spaargeld is het andersom.
Populair
De BIS heeft verder geen echte verklaringen voor deze verschillen. Wel constateert de organisatie dat veel banken dat het spaargeldmodel sinds de financiële crisis aan populariteit heeft gewonnen.
In Nederland is dit ook te zien. Alle grote banken zijn natuurlijk vooral gericht op spaartegoeden. Bij ING maakt spaargeld van consumenten en bedrijven bijvoorbeeld 69 procent van de financiering uit. Bij ABN Amro en Rabobank is het beeld hetzelfde.
Maar er is wel een belangrijk issue dat de Nederlandse banken beperkt: het financieringsgat van bijna een half biljoen euro. Dat is het gevolg van een tekort aan spaartegoeden in Nederland.
Hierdoor ontkomen Nederlandse banken er niet aan om een deel van hun financiering op de kapitaalmarkt te halen. De BIS-studie geeft geen inzicht hoe dit soort gemengde financieringsmodellen afsteken tegen banken die óf op spaartegoeden, óf op de kapitaalmarkt leunen.
Er zijn kortweg twee opties: het beste van twee werelden, of vlees noch vis. De Nederlandse grootbanken hebben de afgelopen jaren flink gesneden in de kosten en de winstgevendheid redelijk op orde weten te houden. Als de ECB het goed heeft gezien staan ze er wat betreft kapitaalpositie ook redelijk voor.
ING heeft een marktwaarde van 0,95 keer de boekwaarde. Het ministerie van Financiën mikt op waardering bij de beursgang van ABN Amro die neerkomt op ongeveer 1 keer de boekwaarde. Wat betreft beleggers zijn de Nederlandse banken dus spaargeldbanken.
Wells Fargo, grootste Amerikaanse bank ooit
Wells Fargo werd dit weekend door Businessweek uitgeroepen tot . De bank heeft een marktwaarde van ongeveer 285 miljard dollar.
Wells haalt bijna 90 procent van zijn financiering uit spaartegoeden. De bank noteert op de beurs 1,75 keer de boekwaarde.
Wells is sterk gegroeid door de overname van branchegenoot Wachovia tijdens de financiële crisis. Een belegger die op het dieptepunt van de crisis in maart 2009 was ingestapt had zijn investering in de tussentijd zien verzevenvoudigen.