Ceo Robert Swaak loodste ABN Amro door coronastormen, inflatieschokken en rentekronkels. Maar op één cruciaal punt slaagde hij niet: de beloofde personeelskrimp werd uiteindelijk een forse personeelsgroei. En dat blijft de bank financieel achtervolgen.
Het inschatten van bankwinsten is een hachelijke zaak, vol variabelen die het eindresultaat beïnvloeden. Maar bij ABN Amro lijkt er één constante te zijn: de kosten vallen steevast hoger uit dan gepland.
Ook de jaarcijfers van de bank bevestigen dat patroon. Financieel directeur Ferdinand Vaandrager haastte zich aan te geven dat er incidentele kosten waren, zoals uitgaven rond een overname en een voorziening voor een oude kwestie met dividendstrippen. Maar zelfs zonder die eenmalige posten blijven de kosten zorgwekkend hoog.
De bank trok het afgelopen jaar ruim 1100 nieuwe werknemers aan, met name voor IT, data-analyse en anti-witwascontroles. Dat joeg de kosten verder omhoog. In 2024 moest ABN Amro bijna 62 cent uitgeven voor iedere euro aan inkomsten. De kostenratio ligt aanzienlijk hoger dan die van ING (53,6 procent) en van veel andere Europese banken.
Vaandrager beloofde dat de uitgaven in 2025 stabiel blijven, op het huidige niveau van 5,3 miljard euro. Maar beloftes over kostenbeheersing klinken bij ABN Amro sleets. Met de huidige lage rentestanden is grip op de uitgaven de enige manier om de doelstelling van een kostenratio van 60 procent in 2027 te halen. Analisten zijn daar sceptisch over en mikken eerder op 61 procent.
Efficiencydoel ABN Amro op losse schroeven
Bron: jaarverslagen en analistentaxaties.
Déjà vu
Tijdens de vragenronde na de cijferpresentatie klonk de nodige scepsis over ABN Amro’s belofte om de kosten in 2025 stabiel te houden. Logisch, want in de tweede helft van vorig jaar nam de bank nog 700 extra medewerkers aan en ging er een nieuwe cao in met fors hogere salarissen. Dat zorgt voor een stevige opwaartse druk op de loonkosten, die zich ook dit jaar zal laten voelen.
"Zijn er concrete initiatieven die u vertrouwen geven dat een kostenniveau van 5,3 miljard euro in 2025 haalbaar is?", vroeg een analist. Cfo Vaandrager antwoordde dat "het kantelpunt in de toename van fte’s nabij is". Verder vertrouwt de bank erop dat enkele grote projecten binnenkort worden afgerond, zoals het verbeteren van risicomodellen.
Juist op dat vlak loopt ABN Amro al jaren achter de feiten aan. De bank worstelt met de toezichthouder omdat een deel van de risicomodellen niet aan de vereisten voldoet. Een leger nieuwe medewerkers is ingezet om die problemen recht te trekken, maar het blijft de vraag of dat voldoende is. Daarnaast mikt ABN Amro op digitalisering en kunstmatige intelligentie om kosten te besparen, bijvoorbeeld via chatbots in de klantenservice.
Bij ABN Amro lijkt een gezonde dosis wantrouwen op zijn plaats als het gaat om kostenbeheersing. Voor sommige beleggers zal dit verhaal dan ook als een déjà vu aanvoelen.
Even terug naar november 2020: topman Robert Swaak, destijds krap een half jaar in functie, presenteerde een nieuwe strategie voor de bank. Een cruciaal onderdeel: de kosten moesten fors omlaag. Tegen 2024 zou ABN Amro honderden miljoenen euro’s kunnen besparen, met als doel een totale kostenpost van 4,7 miljard euro. De grootste hefboom onder deze besparingen: een krimp van het personeelsbestand met 15 procent.
Van -15% naar +15% De storyline destijds was helder: er moest tijdelijk worden geïnvesteerd om achterstallig onderhoud weg te werken. Denk aan de gebrekkige systemen voor het detecteren van witwasfraude, waar toezichthouders hun geduld met de bank dreigden te verliezen. Maar zodra de dossiers waren opgelost en de nieuwe infrastructuur stond, zou het personeelsbestand vanaf 2022 weer flink kunnen krimpen.
Beleggers hadden al snel hun twijfels over die belofte. En terecht, zo bleek. Begin 2023 werd het besparingsdoel definitief losgelaten, waarbij Swaak de hoge inflatie als voornaamste reden voor de fors gestegen loonkosten aanvoerde. Over de geplande personeelskrimp bleef het wat stiller.
Na de cijfers van deze week is duidelijk waarom. In plaats van de beloofde daling van 15 procent, groeide het personeelsbestand tussen 2020 en 2024 juist met ruim 15 procent. Waar ABN Amro eind vorig jaar rond de 16 duizend werknemers had moeten tellen (uitgaande van de cijfers in Q3 2020), zijn het er nu bijna 22 duizend. Een verschil van zesduizend voltijdbanen. Dat is geen afrondingsverschil, maar een knoeperd van een misrekening (zie verschil tussen staaf voor 2024 en de gele lijn).
Personeelskrimp? Onder Swaak groeide ABN Amro juist met duizenden werknemers
Bron: rapportages ABN Amro. De gele lijn toont het fte-niveau als de bank het reductiedoel van 15 procent had gehaald. Bankiers betreft fte’s in de retail- en zakenbank en de vermogensbeheertak. Overhead omvat wat ABN Amro definieert als ‘group functions’. De verdeling tussen overhead en bankiers in 2024 is een schatting van de VEB.
Minder bankiers, meer overhead
In het jaarverslag van ABN Amro had Swaak het vorig jaar over een ‘simple’ en ‘future-proof’ bank met een ‘highly simplified operating model’. Maar wie wat dieper graaft en bekijkt waar al die nieuwe werknemers zijn beland, ziet vooral een bank met een steeds groter wordend waterhoofd.
Toen Robert Swaak in 2020 aantrad, bestond circa 37 procent van het personeelsbestand uit overhead – de zogenaamde group functions, oftewel ondersteunende afdelingen zoals risicomanagement, legal, innovatie & technologie, marketing en HR. Vorig jaar was dat aandeel gestegen naar ruim 45 procent.
Een groot deel van deze groei zit in functies die zich bezighouden met de naleving van regelgeving – een kostenpost die weinig met bankieren of toekomstige winstgroei te maken heeft. Enkele jaren geleden lag de focus vooral op het aanpakken van witwasproblemen, maar inmiddels gaat het over een nieuwe reeks verplichtingen: Basel IV-regels voor kapitaalbuffers, CSRD-richtlijnen voor duurzaamheidsrapportages en DORA-voorschriften voor IT- en cybersecurity.
In de analistencall erkende Vaandrager dat de piek dit jaar zou moeten liggen en dat daarna een geleidelijke daling in fte’s wordt ingezet. Veel concreter werd het niet. Het voedt de vrees dat beleggers de komende jaren – al dan niet onder druk van toezichthouders – opnieuw met extra kosten worden geconfronteerd.
ING-scenario Analisten houden er rekening mee dat de kosten van ABN Amro de komende jaren blijven stijgen, mogelijk tot 5,5 miljard euro in 2027. Tegelijkertijd blijft de groei van de inkomsten beperkt door het lastige renteklimaat, met een verwachte omzet van circa 9 miljard euro in datzelfde jaar.
De markt rekent er dan ook niet op dat ABN Amro het beoogde efficiencydoel van 60 procent gaat halen. Door het gebrek aan grip op de kosten staat het rendement op eigen vermogen (ROE) ook onder druk. Waar de bank mikt op 8 tot 9 procent in 2027, verwachten analisten dat dit rendement blijft steken op 8,7 procent. Dat is fors lager dan de kostenvoet van eigen vermogen, oftewel het minimale rendement dat aandeelhouders eisen. Die ligt al snel rond de 10 procent.
Omdat de kosten en inkomsten bij ABN Amro in de miljarden lopen, kunnen ogenschijnlijk kleine verbeteringen in de kostenratio een flinke impact hebben op het winstbedrag onderaan de streep en op de ROE. Als ABN Amro erin zou slagen om in 2027 dezelfde kostenratio te bereiken als ING, zou de nettowinst met honderden miljoenen stijgen. De winst zou dan uitkomen op 2,5 miljard euro, in plaats van iets meer dan 2,05 miljard en de ROE zou oplopen van 8,7 procent naar 10,6 procent.
ING-efficiëntie zou ABN Amro’s ROE boven de 10 procent stuwen
Bron: Analistentaxaties bedrijf, calculaties VEB. Bedragen in miljarden euros. ROE voor het jaar 2027.
Helaas lijkt de inschatting van beleggers dat het kosten- en rendementsprobleem van ABN Amro hardnekkig is, zo is althans ingeprijsd in het aandeel. ABN Amro is in omvang ook een stuk kleiner dan ING, waardoor hogere kosten meer pijn doen. Beleggers zijn nu bereid rond de 18 euro per aandeel te betalen, terwijl de boekwaarde per aandeel op 27,17 euro ligt. Met een koers-boekwaardeverhouding van circa 0,65x wordt ABN Amro door de markt duidelijk lager gewaardeerd dan de meeste beursgenoteerde banken in de Benelux. Het signaal dat beleggers hiermee afgeven: ABN Amro is het kapitaal van aandeelhouders eigenlijk niet waard.
In april neemt Marguerite Bérard het stokje over van Robert Swaak. De grote vraag is of zij wél drastisch durft in te grijpen in de kosten, waar eerdere topmannen zich stuk liepen op dit onderwerp. Alleen dan maakt ABN Amro kans in de buurt te komen van een ROE waar aandeelhouderswaarde wordt gecreëerd.
Bérards trackrecord bij BNP Paribas biedt enige hoop: de Fransen wisten de kostenratio in de afgelopen jaren fors te verlagen. Al moet gezegd worden dat die in 2024 nog altijd op 61,8 procent lag – vergelijkbaar met het percentage bij ABN Amro dus.