VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

Het bekendste derivaat is de optie, een instrument dat al sinds de oudheid bestaat. We beschrijven wat opties zijn en hoe deze op hoofdlijnen werken.

 

Wat is een optie?
Zoals men soms voor korte tijd een optie kan nemen op een woning, zo kan men dat ook op aandelenobligaties, valuta’s en aandelenindices. Of andere uiteenlopende zaken, waaronder edele metalen en zelfs aardappels en sinaasappelsap. Opties zijn dan ook een manier voor grondstofhandelaren om tegen een vooraf vastgestelde (gunstige) prijs te kunnen handelen of hun risico af te dekken.

Een optie is in feite het recht of de plicht om beleggingen te kopen of verkopen tegen een vooraf vastgestelde prijs (ook wel de ‘uitoefenprijs’). En binnen een beperkt tijdsbestek (ook wel de ‘looptijd’). Wie handelt in opties, handelt dus in deze rechten en niet direct in de onderliggende beleggingen.

Met opties kunnen beleggers ook geld verdienen (of verliezen) bij gelijkblijvende of zelfs dalende koersen. Met een bescheiden inleg kan relatief veel rendement gemaakt worden, en via optiestrategieën kunnen beleggers op allerlei (eigen) verwachtingen inspelen.

In dit artikel gaan we verder uit van opties op aandelen.
 

Enkele belangrijke optiebegrippen uitgelegd

 

Voor wie zijn opties (niet) geschikt?
Opties zijn producten die zich vaak richten op de korte termijn (tot vijf jaar). Dat betekent dat je er snel veel mee kunt verdienen, maar ook verliezen. Je kunt er zelfs mee in de schulden geraken, omdat je (bij het verkopen van opties) een verplichting kan aangaan om een aandeel te kopen of verkopen dat je niet in bezit hebt en waarvan de koers zich bij extreme situaties razendsnel tegen ja kan keren. Bovendien kan het lastig zijn om de werking van opties te begrijpen, aangezien er veel verschillende varianten zijn. De ingewikkelde optieterminologie maakt het niet gemakkelijker. Opties worden daardoor vaak te risicovol ingezet door beleggers, waardoor ze voor menigeen ongeschikt zijn. 

Voor meer ervaren beleggers, met een groter vermogen, kunnen opties eventueel interessant zijn. Ze gebruiken ze bijvoorbeeld om het risico in een portefeuille (tijdelijk) te verlagen of te verhogen.

Opties op de beurs
Over het beleggen in optiesNet als aandelen verhandelen opties op de beurs. Aandelenopties hebben over het algemeen betrekking op een pakket van honderd aandelen (de onderliggende waarde).

Per aandeel bestaan vaak tientallen optiesoorten (series) met verschillende looptijden en uitoefenprijzen. Bij een aandeelkoers van 28 euro kunnen bijvoorbeeld call- en putopties beschikbaar zijn met uitoefenprijzen van 15, 20, 25, 30, 35 en 40 euro. Meestal zullen er veel optieseries zijn met een uitoefenprijs rond de huidige koers, waarvan de uitoefenprijzen dichter bij elkaar liggen. In ditzelfde voorbeeld bijvoorbeeld alle ronde koersen (zonder centen) van 25 tot en met 35 euro.

Daarbij is steeds sprake van standaardproducten. De looptijden gaan veelal tot de derde vrijdag van een zekere maand (hoewel op sommige waardes ook dag- en weekopties verhandeld worden). En de uitoefenprijzen bestaan altijd zoveel mogelijk uit ronde getallen.

Als een bepaalde optieserie afloopt (expireert), worden er weer nieuwe series geïntroduceerd. Voor de populairste onderliggende waarden variëren de looptijden van een dag tot vijf jaar.

Over het algemeen is de verhandelbaarheid van opties goed, je kunt altijd je opties verkopen. In het geval van opties op minder verhandelde aandelen moet je rekening houden met hogere spreads.

Soorten opties
Met opties kun je speculeren op een koersstijging of -daling. Je kunt opties verkopen (ook wel ‘schrijven’), waarvoor je eenmalig de optiepremie ontvangt, of je koopt opties waarmee je kans maakt om je inleg vele malen te verdubbelen.


Beschrijving en uitleg verschillende soorten opties


Met de beschikbare optievarianten kun je allerlei optieconstructies opzetten. Daarmee probeer je te profiteren van specifieke verwachtingen die je hebt bij een aandeel.

Een verkoper en een koper
Net als bij een woning is er een verstrekker (verkoper) en een afnemer (koper) van de optie.

Met het kopen van opties heeft men rechten, geen verplichtingen. De optiekoper hoeft zijn optierecht niet te gebruiken. De prijs van de optie (de zogenaamde ‘optiepremie’) is het enige dat hij verliest wanneer de optie waardeloos afloopt.

Bij het verkopen van opties (ook wel ‘schrijven’ van opties) ligt dat anders. Je hebt nu plichten. Zodra de koper de opties uitoefent, moet je als verkoper (of ‘schrijver’) aandelen leveren of afnemen tegen de uitoefenprijs. In een ongunstige situatie kun je zo veel geld verliezen. De beloning voor dit risico is de ‘optiepremie’.

Optiepremie
Het nemen van een optie op een woning is vaak kosteloos. Dat geldt dus niet voor opties op beleggingen. Verkopers van opties willen hiervoor een beloning: de optiepremie, ook wel de beurskoers van de optie.

De optiepremie is een eenmalige vergoeding voor het risico dat de verkoper (schrijver) loopt dat hij de aandelen moet leveren (callopties) of kopen (putopties) tegen een ongunstige waarde (uitoefenprijs). Hij leidt in dat geval namelijk verlies.

Wat de hoogte van de optiepremie bepaalt

 

Kosten van optiehandel
Het handelen in opties is, net als bij de meeste andere effecten, niet gratis. De verschillende kosten tikken flink aan, zeker als je actief handelt op de korte termijn . Het gaat daarbij vooral om spread- en transactiekosten.

Kosten van het handelen in opties


Risico’s van het handelen in opties

Uitgaande van een zelfde aantal opties, zet de verkoper meer op het spel dan de koper. Hij kan in principe namelijk een volledig of zelfs onbeperkt verlies lijden.

De risico’s van opties hangen sterk af van de belegger. Begrijp je hoe opties werken en gebruik je ze enkel om je portefeuillerisico te verlagen, dan kunnen opties een zinvolle aanvulling zijn.

Ga je er vooral mee speculeren, dan neem je hoge risico’s. Opties richten zich namelijk vooral op de korte termijn met looptijden van een dag tot vijf jaar. Speculeren past niet bij een serieuze beleggingsaanpak waarin de nadruk op de lange termijn ligt.

Uitoefenen van opties
De koper kan opties uitoefenen, maar hoeft dat niet. Met uitoefenen wordt bedoeld dat de onderliggende aandelen door de optieverkoper worden geleverd aan de koper (callopties), of dat aandelen door de optiekoper worden verkocht aan de verkoper (putopties). In de praktijk zal dat enkel gebeuren wanneer de optie in-the-money is.

Het uitoefenen gebeurt normaal gesproken alleen op de laatste dag van verhandeling (de expiratiedatum), maar het mag ook eerder. Dit zogenaamde vervroegd uitoefenen kan gunstig zijn bij putopties die in-the-money zijn en bij callopties waarvan de onderliggende aandelen vlak voor de ex-dividenddatum zitten.

Op de expiratiedatum zullen de optiebezitters die opties met waarde hebben (in-the-money) deze uitoefenen of verkopen. Daarom is er op de expiratiedatum vaak meer handel in de onderliggende aandelen.

Bij uitoefening van een optie zal de bank meestal door loting bepalen welke verkoper (schrijver) aan zijn verplichting moet voldoen. Zo’n aanwijzing door de bank heet een ‘assignment’. Voor verkopers van een calloptie betekent dit bijvoorbeeld dat er aandelen geleverd moeten worden. Heb je de aandelen als schrijver van de optie op dat moment niet in bezit, dan moet je ze aankopen en incasseer je het verlies tussen de aankoopprijs en de uitoefenprijs van de optie. Als je de aandelen wel in bezit hebt is dit verlies er indirect natuurlijk ook, doordat je ze moet leveren tegen een lagere prijs dan je ze op de beurs zou kunnen verkopen.

Wie vergeet zijn waardevolle optie uit te oefenen, kan de waarde domweg verliezen. De meeste banken oefenen de opties vanaf een bepaalde waarde echter automatisch uit om dit verlies te voorkomen. Daar kunnen wel (hoge) kosten aan verbonden zijn, dus het is altijd beter als je tijdig zelf actie onderneemt.