VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

Op de korte termijn kunnen aandelenkoersen vrij heftig bewegen, zowel omhoog als omlaag. Beleggers die deze plotselinge bewegingen willen afvlakken, kunnen daarvoor opties inzetten. We beschrijven hoe je beschermd kunt beleggen met opties.

              Lees eerst: wat zijn opties?            

Lees eerst: uitleg belangrijke optiebegrippen

 

Aanhouden van verschillende asset classes
Aandelen staan bekend als een 'volatiele' belegging. Om je portefeuille (tijdelijk) tegen plotselinge koersdalingen te beschermen, kun je putopties inzetten.

Besef je echter wel dat opties niet voor iedere belegger een geschikte keuze zijn. Zeker niet voor wie ze maar ingewikkeld vindt. Gelukkig zijn er prima alternatieven om je portefeuille te beschermen tegen koersdalingen. Zo kun je bijvoorbeeld beleggen in de – doorgaans minder volatiele – obligaties of kun je (tijdelijk) meer cash aanhouden.

 

Het inzetten van putopties
Een putoptie is een recht tot verkoop en stijgt dus in waarde als het onderliggende aandeel in waarde daalt. Hij beweegt tegenovergesteld. Met putopties op aandelen is de portefeuille dus te beschermen tegen koersdalingen van die aandelen. Immers, daalt de prijs van het aandeel, dan stijgt de prijs van de putoptie en wordt het verlies op de aandelen (al dan niet volledig) gecompenseerd.

De kosten voor de beschermende putoptie zijn een soort verzekeringspremie. Stijgt het aandeel in prijs, dan boekt de belegger winst op de aandelen, maar hij verliest wel de voor de putoptie betaalde prijs. De putoptie loopt dan waardeloos af.


Het maximaal aanvaardbare risico
Bij het kopen van een beschermende putoptie is het van belang het maximaal aanvaardbare risico te bepalen. Hoe dieper de putoptie in-the-money is, des te sterker de bescherming. Maar ook des te hoger de prijs.

Zo zijn tweehonderd aandelen die 40 euro per stuk doen, te beschermen tegen koersdaling met verschillende putopties. Bijvoorbeeld met een uitoefenprijs van 35 euro of 45 euro. De looptijd doet er in dit voorbeeld even niet toe. De put 35 kost wellicht 3 euro en de put 45 8 euro. Dit prijsverschil is logisch, want de put 45 is 5 euro in-the-money en de put 35 is out-of-the-money.


Voorbeeld Put 35 (constructie 1)
Stel je koopt 200 aandelen tegen een koers van 40 euro. Daarop neem je een put met een uitoefenprijs van 35 euro (put 35). De optiepremie is 3 euro. Je krijgt dan het volgende plaatje:

Kosten aandelen: 200*40                                                               = 8.000 euro

Optiepremie:        200*3                                                                   =   600 euro
Totaal kosten                                                                                     8.600 euro

Gegarandeerde waarde aandelen (200*35)                                   = 7.000 euro  
                     


Het risico is in dit geval 1.600 euro (8.600 – 7.000). Ofwel 18,6 procent van de investering. De belegging is voor 81,4 procent beschermd.


Voorbeeld Put 45 (constructie 2)

Laten we het nu vergelijken met de put 45 (in-the-money). Het plaatje ziet er dan als volgt uit:

Kosten aandelen: 200*40                                                               = 8.000 euro

Optiepremie:        200*8                                                                  = 1.600 euro
Totaal kosten                                                                                     9.600 euro

Gegarandeerde waarde aandelen: 200*45                                    = 9.000 euro        
                    

Het risico is in dit geval 600 euro (9.600 – 9.000). Ofwel 6 procent van de investering. De belegging is voor 94 procent beschermd.

  

Rendement met en zonder putopties
In grafiek 1 zie je het effect van heftige koersbewegingen bij bescherming met putopties. We zetten de voorbeeldconstructies van de puts 35 en 45 af tegen geen bescherming ('koers aandeel').

Grafiek 1: rendement met en zonder putopties bij aanzienlijke koersstijging*

Uit grafiek 1 blijkt dat beide putopties de belegger behoeden van hoge verliezen. Tegelijkertijd kan nog wel geprofiteerd worden bij een flinke koersstijging van het aandeel.

Bij een kleine koersstijging van de aandelen is dat een ander verhaal. Dan slokken de optiepremies een groot deel van de koerswinst op (zie grafiek 2). De putoptie 45 drukt daarbij een stuk zwaarder op de winst dan de putoptie 35. Deze is pas vanaf een 20% koersstijging van het aandeel uit de kosten (begin juni komt de waarde op 100%, zie Y-as). De putoptie 35 daarentegen bij een 8% koersstijging van het aandeel (halverwege maart, zie Y-as).

Grafiek 2: rendement met en zonder putopties bij beperktere koersstijging*

De keuze voor de beschermingsfactor is altijd een afweging tussen het maximale risico dat de belegger wenst aan te gaan en de optiekosten die deze ‘verzekering’ met zich meebrengt.

 

Consequent beschermen met langlopende putopties
Wie zijn aandelen consequent wil beschermen, doet er verstandig aan beschermende putopties met een zo lang mogelijke looptijd te kopen. Het steeds vernieuwen van de bescherming als de opties aflopen, is namelijk een kostbare zaak, ook wel ‘doorrollen van opties’ genoemd. Niet alleen zijn optiepremies van kortlopende opties relatief hoog, ook tikken de kosten van optiebeleggen aan.

 

Tijdelijke bescherming met putopties
Zoek je tijdelijke bescherming met het oog op een eenmalige gebeurtenis die de koers ernstig zou kunnen doen dalen (bijvoorbeeld kwartaalcijfers)? Dan zijn juist kortlopende opties een beter alternatief. Opties met een korte looptijd hebben immers een lagere optiepremie in absolute zin.

Elk aandeel en elke situatie vereisen dus een eigen aanpak. De hoogte van de koers en de soorten opties die er voor het betreffende aandeel bestaan, maken dat de mogelijkheden eindeloos zijn. Zeker bij toepassing van optiestrategieën.

 

Over het beschermen van je portefeuille met putopties

 

Putopties zijn relatief duur
Beleggers zijn bereid een extra risicopremie te betalen ter bescherming van hun portefeuille tegen koersdalingen. Vanwege de populariteit van putopties zijn deze daarom relatief duur. Zelfs wanneer er relatief weinig beweging (volatiliteit) in de markt zit.

Vergeet niet dat risico en rendement bijna altijd gelijk opgaan. Door te beschermen met putopties verlaag je het risico van je portefeuille, maar verklein je tegelijkertijd de opbrengst als het aandeel het toch goed doet.


Beschermd beleggen met een bonus
Beleggers kunnen met behulp van ‘Crashputjes’ extra profiteren bij een grote daling van de onderliggende waarde.

 

Lees meer over ‘Crashputjes’

 

Portefeuille beschermen met indexopties
Beleggers die hun portefeuille willen beschermen tegen de grillen van de markt kunnen ook hun toevlucht zoeken in indexopties. Aan het afdekken met indexopties zitten voor- en nadelen.

Belangrijkste voordeel zijn de lagere kosten, doordat de premies op indexopties lager liggen en er minder transacties nodig zijn. Een nadeel is dat één instortend aandeel nauwelijks wordt opgevangen door een indexoptie. Dat is anders voor een putoptie op één aandeel. Beschermen met indexopties is daarom vooral aan te bevelen als men zich wil indekken tegen een algemene beursdaling. Het marktrisico zeg maar
.

 

Andere manieren van beschermd beleggen
Lees in magazine Effect op welke andere manieren je je portefeuille kunt beschermen tegen beursschommelingen.



Kosten van optiebeleggen zijn buiten beschouwing gelaten