De jaarcijferpresentatie van Basic-Fit op 12 maart, verliep chaotisch en liet bij beleggers vooral vragen achter. Lagere groeiprognoses, onverwachte extra kosten in Frankrijk en twijfels over een mogelijke herfinancieringsoperatie zetten het aandeel onder druk.
Daarbovenop liet de kersverse cfo zich ontvallen dat een aandelenuitgifte—op de huidige lage koersen sterk verwaterend—niet is uitgesloten. Het vertrouwen kreeg een flinke knauw: twee dagen na de cijferpresentatie stond het aandeel circa een kwart lager.
Een overzicht van de drie grootste pijnpunten uit de jaarcijfers.
Pijnpunt 1: forse groeivertraging raakt waardering
"Groei zit in ons DNA", benadrukte topman René Moos nog bij de recente cijferpresentatie. Sinds de beursgang in 2016 is het aantal Basic-Fit-sportscholen explosief gegroeid: van circa 400 naar 1.575 eind vorig jaar.
Tijdens de Capital Markets Day in november 2023 werd beleggers nog verzekerd dat de expansie onverminderd doorging. Het doel van 3.000 tot 3.500 clubs in 2030 werd haalbaar geacht, gesteund door gedetailleerd marktonderzoek dat volop groeiruimte aantoonde in landen als Frankrijk, Spanje en Duitsland.
Woensdag klonk een ander geluid. Basic-Fit verwacht in 2025 en 2026 elk jaar slechts 100 nieuwe vestigingen te openen—aanzienlijk minder dan de 180 clubs waar analisten rekening mee hielden, in de veronderstelling dat het bedrijf zijn historische groeipad zou vasthouden.
Basic-Fit tempert groei: voortaan jaarlijks 100 nieuwe clubs
Bron: rapportages Basic-Fit.
Topman René Moos verzekerde analisten in de call dat hij nog steeds streeft naar 3.000 clubs, maar liet het jaartal 2030 achterwege. In plaats daarvan sprak hij over de "lange termijn"—een rekbaar begrip.
Bij een groeitempo van 100 vestigingen per jaar zou die mijlpaal pas rond 2040 in zicht komen. Door het clubdoel met tien jaar uit te stellen, heeft Basic-Fit nu meer weg van een waardeaandeel dan van een groeiaandeel.
Pijnpunt 2: Beleggers schrikken dat cfo de optie van een aandelenuitgifte openlaat
"We zijn een groeibedrijf en willen blijven groeien, maar gezien de huidige economische omstandigheden, zoals de rentestanden en andere factoren, vonden we het verstandig om het tempo van nieuwe clubopeningen te verlagen", verklaarde René Moos.
Deze strategiewijziging is gericht op het versterken van de balans. Minder groei betekent lagere investeringen, wat de kasstroom ten goede kan komen. In 2024 was de vrije kasstroom negatief en de nettoschuld steeg van 804 miljoen euro in 2023 naar 938 miljoen euro in 2024.
Basic-Fit verwacht in 2025—mede door het fors lagere aantal nieuwe clubs—voor het eerst een positieve vrije kasstroom te realiseren. Daarnaast wil het bedrijf de nettoschuld/EBITDA-ratio tegen eind 2026 verlagen naar 2,0 vanaf het huidige niveau van 2,6.
Dat Basic-Fit de focus verlegt van groei naar balansverbetering is goed te begrijpen: de sportschoolketen moet mogelijk volgend jaar een lening aflossen. In 2021 haalde Basic-Fit ruim 300 miljoen euro op met een converteerbare obligatie, met een looptijd tot 2028.
Obligatiehouders kunnen deze lening omzetten in aandelen tegen een koers van 50 euro per stuk. De uitzonderlijk lage rente van 1,5 procent was een meevaller voor Basic-Fit, dat midden in de pandemie zat. Maar nu wreken de kleine lettertjes in het contract zich: obligatiehouders hebben in juni 2026 het optierecht om tegen de nominale waarde uit te stappen.
Door de gestegen marktrentes en de fors gedaalde beurskoers van Basic-Fit—waardoor de conversieoptie weinig waarde heeft—neemt de kans toe dat obligatiebeleggers hiervan gebruik gaan maken.
Forse herfinanciering
René Moos gaf aan dat "de herfinanciering op de agenda voor de komende maanden staat" en dat er "een goede dialoog is met banken". Financieel directeur Maurice de Kleer voegde daaraan toe dat de afname in groeitempo voldoende cash zou opleveren—naar verwachting 100 tot 150 miljoen euro—om tot de helft van de totale leensom af te lossen.
Die onderbouwing bleef echter wankel. De obligatie moet mogelijk halverwege volgend jaar worden terugbetaald, terwijl de eerste jaarhelft juist gepaard gaat met een forse kasuitstroom, omdat in die periode de meeste nieuwe clubs worden geopend. Net nu de liquiditeit cruciaal is, besluit Basic-Fit bovendien voor het eerst sinds de beursgang 40 miljoen euro aan aandelen in te kopen (zie kader).
Analisten bleven vragen hoe reëel dit kasstroomdoel van 100-150 miljoen is. Financieel directeur Maurice de Kleer, die voor het eerst sinds het vertrek van cfo Hans van der Aar tegenover analisten stond, kwam niet veel verder dan een zucht en een steun.
In de slotminuten van de call vroeg een analist om klare wijn te schenken: “Richten jullie je bij de herfinanciering uitsluitend op schuld, of overwegen jullie ook een aandelenuitgifte?” Het enigszins onverwachte antwoord van de cfo: “Alle opties staan open.”
Beleggers schrokken zichtbaar, afgaand op de koersreactie. Basic-Fit stond al dik in de min gedurende de handelsdag, maar rond 15.00 uur zakte het aandeel verder weg (zie grafiek). Geen verrassing: het laatste wat beleggers willen horen, is dat er op deze lage koersen nieuwe aandelen worden uitgegeven. Dat zou immers zorgen voor een stevige verwatering van toekomstige winsten.
Opmerking cfo over mogelijke aandelenuitgifte duwt koers Basic-Fit naar beneden
Bron: Bloomberg, 12 maart 2025
Pijnpunt 3: Twijfel over rentabiliteit buiten de Benelux
De groeirem zet bestaande twijfels onder beleggers op scherp. Komt de strategiewijziging alleen door financiële druk, of speelt ook onzekerheid over de winstgevendheid van clubs buiten Nederland, België en Luxemburg mee?
Hoewel volwassen clubs in de Benelux (minimaal twee jaar open) een rendement van dik 30 procent opleveren, is de vraag of die rendementshorde ook haalbaar is voor clubs die Basic-Fit opent in Frankrijk, Spanje en Duitsland.
Vooral over Frankrijk – waar eind vorig jaar 858 van de in totaal 1.575 clubs stonden – is er twijfel. De ledengroei blijft hierachter, vooral bij sportscholen die tijdens de coronapandemie zijn geopend. Bovendien ligt het btw-tarief hier fors hoger – 20 procent in plaats van 9 procent in Nederland – waardoor het lastiger is zaken te doen. Basic-Fit heeft in Frankrijk te maken met voortdurende overheidsmaatregelen die de operationele kosten onder druk zetten – denk aan bepaalde wetgeving rondom kernenergie die de inkoop van stroom duurder maakt.
Om de prestaties te verbeteren, heeft Basic-Fit de organisatiestructuur aangepast door de uitbreiding en het beheer van clubs van elkaar te scheiden. Daarnaast hoopt het bedrijf de ledengroei te stimuleren door het fitnessaanbod uit te breiden met massagestoelen.
Cruciaal dat clubs in Frankrijk optimaal gaan renderen
Bron: jaarverslagen Basic-Fit. Aantal clubs per land.
Basic-Fit biedt nauwelijks inzicht in de prestaties per land en rapporteert alleen omzet en bedrijfsresultaat (EBITDA) voor twee brede segmenten: de Benelux en de rest van Europa (Frankrijk, Spanje en Duitsland). Dat maakt het beeld troebel, want de cijfers combineren zowel nieuwe, nog verlieslatende clubs als vestigingen die al jaren draaien en winstgevend zouden moeten zijn.
Het is logisch dat marges en omzetten buiten de Benelux lager liggen, aangezien veel clubs daar pas recent zijn geopend. Toch blijft het margeverschil tussen de Benelux en de groeimarkten opvallend groot (zie grafiek).
Buiten de Benelux liggen de winstmarges van Basic-Fit veel lager
Bron: jaarverslagen Basic-Fit. Ebitda en omzet in miljoenen euro’s.
Tijdens de Q4-call stelde een analist René Moos de vraag rechtstreeks: "Kunt u aangeven wat het rendement is op een volwassen club in Frankrijk?" De ceo antwoordde ontwijkend en gaf aan "het getal niet uit zijn hoofd te kennen."
Dat roept vragen op. Gezien de jarenlange focus van beleggers op het probleemdossier Frankrijk is het opmerkelijk dat de ceo die kennis niet paraat had. Het is na alle tumult in Frankijk in ieder geval vrijwel zeker dat de ROI van een volwassen club in Frankrijk lager ligt dan het groepsgemiddelde van ruim 30 procent—gebaseerd op een EBITDA van 399 duizend euro en een investering van circa 1,2 miljoen euro.
Nieuwe tegenvaller
Een nieuwe tegenvaller voor Basic-Fit zijn de extra kosten door strengere regelgeving: in Frankrijk moet er verplicht personeel aanwezig zijn in de clubs, onder meer om in te grijpen bij noodgevallen.
Waar Basic-Fit normaal gesproken met slimme camera’s werkt om de deuren 24/7 open te houden, moet het in Frankrijk nu extra personeel inzetten. En dat blijkt een dure aangelegenheid. René Moos gaf aan dat het bedrijf 35 miljoen euro wil uittrekken om in 333 clubs rond de klok personeel aanwezig te hebben.
Analisten schrokken zichtbaar van dit bedrag. De verplichting om personeel in te zetten druist in tegen het efficiënte, grotendeels onbemande model van Basic-Fit en zet de marges verder onder druk—juist in een markt waar de winstgevendheid al lager ligt dan in de Benelux.
Om deze extra kosten terug te verdienen, moet Basic-Fit in Frankrijk per club zo’n 350 extra leden werven—een forse uitdaging in een markt waar de groei al onder druk staat. De rekensom is eenvoudig: 350 extra leden x 12 maanden x 24 euro lidmaatschap = 100.000 euro per club, precies wat nodig is om de personeelskosten te dekken.
Topman René Moos gaf toe: “We verliezen hier dit jaar geld op en wellicht ook nog begin volgend jaar.” Toch verdedigde hij de beslissing als “de juiste investering op dit moment”, wijzend op de populariteit van 24/7 gyms in de Benelux.
Hap uit rendement
Een extra kostenpost van 100.000 euro per club drukt zwaar op de winstgevendheid. Met een gemiddelde EBITDA per club van 399.000 euro zou het rendement aanzienlijk dalen.
Waar een gemiddelde club bij een investering van 1,2 miljoen euro een rendement van ruim 30 procent haalt, daalt dit door de hogere kosten naar slechts 25 procent. Topman Moos staat voor de uitdaging om de komende kwartalen te bewijzen dat de 24/7-formule in Frankrijk daadwerkelijk leidt tot een versnelde ledenaanwas. Zonder die groei blijft de maatregel vooral een financiële last.
Na extra personeelskosten zakt Franse club door de ROI-grens van 30 procent
Bron: Jaarverslag Basic-Fit. In duizenden euro’s. Bij de berekening is de VEB uitgegaan van een conservatieve aanname, waarbij de ROI in Frankrijk gelijk is gesteld aan het groepsgemiddelde, vanwege het gebrek aan gedetailleerde financiële disclosure per land. Ook is aangenomen dat de extra kosten van 100.000 euro per club niet worden gecompenseerd door een toename in inkomsten.
Aandeleninkoopprogramma valt te begrijpen (en ook weer niet) |
|