Het verdienmodel van Basic-Fit is bekend en bewezen: nieuwe clubs moeten na drie jaar minimaal dertig procent rendement halen op het geïnvesteerde kapitaal. Zolang er nog voldoende groeimogelijkheden zijn, investeert de fitnessketen het geld daarom liever in uitbreiding van het aantal nieuwe clubs.
Schaalgrootte is daarbij essentieel. Enerzijds wordt concurrenten lucht ontnomen als ze worden omringd door allerlei goedkope Basic-Fit vestigingen, anderzijds kan de keten hoge kortingen bedingen bij de inkoop van fitnessapparatuur en de algemene kosten (zoals reclame) over meer omzet spreiden.
De groei van het aantal clubs zorgt logischerwijs voor een (klein) verlies, aangezien de nieuwe clubs eerst voldoende leden moeten werven, terwijl aan de kostenkant de rente en depreciatie van de apparatuur pijn doen.
Kapitaalallocatie
De discussies in de aandeelhoudersvergadering (ava) van Basic-Fit draaiden vooral om kapitaalallocatie. Hoewel diverse betrokken en goed ingevoerde aandeelhouders hem stevig aan de tand voelden, reageerde bestuursvoorzitter en oprichter René Moos stoïcijns. Groei is rendabeler dan aandeleninkoop, dus Basic-Fit gaat geen eigen aandelen inkopen om daarmee de beurskoers op te pompen.
En dividend zit er voorlopig ook niet in. Pas als de zes landen waarin Basic-Fit opereert meer cash genereren dan dat er geld nodig is voor nieuwe clubs, is dividend een logische optie.
Schulden beperken groei
Basic-Fit wil het aantal clubs in die zes landen (Frankrijk, Nederland, België, Spanje, Duitsland, Luxemburg) verdubbelen naar drieduizend. Het tempo zal voor een groot deel worden bepaald door de schuldratio (netto schuld/ebitda). Die was 2,6, maar Basic-Fit wil die onder de 2,0 krijgen binnen een paar jaar. Desgevraagd was Moos kort over een eventuele versterking van het eigen vermogen door een grote investeerder of een emissie: nee.
Daarmee werd ook de suggestie van de VEB – die in tegenstelling tot sommige particuliere aandeelhouders de groei nog meer wilde versnellen in plaats van aandeleninkoop – impliciet terzijde geschoven. Feitelijk kiest Basic-Fit het pad van beheerste groei, waarbij Moos fijntjes opmerkte dat de keten desondanks veel sneller groeit dan welke concurrent ook. In Duitsland verwacht hij vanaf 2026 een hockeystick-groeiversnelling.
Wel zag hij kansen om Basic-Fit te lanceren in nieuwe landen, niet door zelf clubs te exploiteren, maar via een franchise-model. Hierdoor is veel minder kapitaal (schuld) nodig en zijn er weinig kosten. In de Verenigde Staten is dit een beproefd model in de fitness-branche.
Moos was blij met de beursnotering, maar verzuchtte dat hij de (lage) aandelenkoers niet begreep. Toen Basic-Fit maandenlang bakken met geld verloor tijdens COVID-19 stond de koers op 26 euro. Sinds half maart van dit jaar schommelt de koers rond de 21 euro