VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

Beleggers richten zich graag op de ‘eigen’ aandelenmarkten. Toch blijkt uit gegevens van De Nederlandsche Bank (DNB) dat deze zogenaamde home bias in Nederland wat af begint te nemen. Naast de bekende namen als Shell en ASML hebben Amerikaanse technologiereuzen als Nvidia en Microsoft inmiddels een prominente plek in de beleggingsportefeuille. Maar er blijven blinde vlekken. Een analyse.

Beleggen in individuele aandelen lijkt in Nederland populairder dan ooit. De waarde van deze beleggingen steeg aan het einde van het tweede kwartaal tot 63,4 miljard euro. Hierdoor zijn de recordstanden van eind 2021 weer overtroffen. Dit blijkt uit cijfers van De Nederlandsche Bank (DNB)

Naast losse aandelen hebben beleggers ook beleggingsfondsen en etf’s in de portefeuille. Nederlandse particulieren hebben 63,1 miljard euro in deze instrumenten belegd.

Dat is best opvallend. De algehele tendens van de afgelopen jaren is dat etf’s langzaamaan de overhand krijgen. Beleggers kunnen met etf’s met één druk op de knop – en doorgaans tegen lage kosten – blootstelling krijgen aan veel aandelen en zo spreiding realiseren.

Nederlanders bezitten voor een recordbedrag aan individuele aandelen

Bron: DNB. Bedragen in miljarden euro’s.

Toch is het vermogen in individuele aandelen de afgelopen jaren juist harder gestegen. Zo hadden particulieren begin 2019 iets meer dan 40 miljard euro belegd in individuele aandelen, terwijl er 51 miljard euro in aandelenfondsen (inclusief etf’s) zat. Nu zijn deze bedragen dus vrijwel gelijk.

Maar welke aandelen zijn er allemaal te vinden in de portefeuilles van particuliere beleggers?

1: Big Tech is populair. Maar één grote naam ontbreekt.
In de portefeuille van particuliere beleggers is Shell met een totale waarde van bijna 5 miljard euro nog altijd de grootste positie van Nederlandse beleggers. Hiermee zit zo’n 8 procent van het in individuele aandelen belegde vermogen in Shell. Maar achter de nummer 1 hebben wel wat verschuivingen plaatsgevonden. Vooral technologie-aandelen hebben een opmars doorgemaakt. 

Zo heeft chipmachinemaker ASML de Rabobank ingehaald als nummer twee op de lijst van DNB (respectievelijk 3,9 miljard euro en 3,5 miljard euro). De koers van het succesnummer uit Veldhoven is – ondanks een recente correctie – de laatste twee jaar zo’n beetje verdubbeld. Verder speelt mee dat de Rabobank eerder dit jaar voor ongeveer een miljard euro van de eigen certificaten heeft teruggekocht. Dat heeft ervoor gezorgd dat de totale positie in Rabo-certificaten is gedaald.

Naast ASML en sectorgenoot ASM International (vijfde positie) zijn ook de Amerikaanse technologiebedrijven gewild. Zo bezitten Nederlanders voor 1,3 miljard euro Nvidia-aandelen. Ook de andere leden van de Magnificent Seven komen in de top-25 van grootste posities voor. Op één naam na: Meta Platforms – bekend van Facebook, Instagram en WhatsApp – ontbreekt.

Met het niet helemaal op waarde schatten van Meta hebben beleggers de laatste jaren een flinke rit gemist. Het bedrijf was eind 2022 nog volledig uit de gratie geraakt. Rond die tijd kreeg oprichter en topman Mark Zuckerberg kritiek dat er te veel geld werd uitgegeven aan niet-winstgevende projecten als de metaverse, een virtuele wereld waarin mensen zich kunnen manifesteren als avatars.

Zuckerberg gooide destijds – na gemopper van aandeelhouders – het roer om. De ambities voor de metaverse werden naar beneden geschroefd en het mes ging in de organisatie. Ondertussen veerden de inkomsten uit advertenties weer op, waardoor de winstgevendheid een impuls kreeg. De aandelenkoers herstelde van zo’n 90 dollar naar meer dan 500 dollar.

Inmiddels is de beurswaarde van Meta (1313 miljard dollar) bijna twee keer zo hoog als die van Tesla (672 miljard dollar) dat wel voorkomt in de lijst van 25 grootste beleggingen van Nederlandse particulieren (plek 10).

Nog steeds onderbelegd
De opmars van Amerikaanse technologiebedrijven in Nederlandse portefeuilles is overigens niet voldoende om helemaal af te kunnen rekenen met de home bias. De positie in aandelen Microsoft, Apple en Amazon van particuliere beleggers ligt onder de weging die deze bedrijven in de wereldindex hebben. Zo vertegenwoordigt Apple 4,7 procent van de waarde van de wereldindex en slechts 1,4 procent van het door Nederlandse particulieren belegde vermogen in aandelen.

Daar staat tegenover dat het beleggen in lokale aandelen niet altijd verkeerd uitpakt. BE Semiconductors stelt in de wereldindex met een weging van 0,02 procent weinig voor. Terwijl de chipmachinemaker uit Duiven onder Nederlandse particulieren 1,5 procent van het belegde vermogen vertegenwoordigt. Hoewel de koers van het aandeel momenteel zo’n 30 procent onder de top staat, zijn er ongetwijfeld voldoende beleggers die de afgelopen jaren zijn ingestapt en hun aankoopwaarde hebben zien verdubbelen. Op de langere termijn is Besi één van de best renderende Nederlandse aandelen ooit.

Nederlandse belegger vs. wereldindex: zoek de verschillen

Bron: DNB en iShares. Peildatum 28/06/2024.

2: Gezondheidszorg ontbreekt in Hollandse portefeuille
Daarnaast blijkt dat bedrijven in de gezondheidssector een blinde vlek zijn in de portefeuille van particulieren. Al is dat vanuit het oogpunt van de Nederlandse belegger niet verwonderlijk. Healthcare en het Damrak is geen gelukkige combinatie gebleken. Op de beurs hebben biotechnologiebedrijven als Galapagos en Pharming hun pieken, maar vooral ook hun dalen gekend. Bij veel beursgenoteerde health-bedrijven bleef alles bij een belofte en mislukte de succesvolle lancering van een medicijn, zoals eerder dit jaar nog bij het biotechnologiebedrijf Vivoryon.

Alleen Philips komt nog voor in de lijst met grootste beleggingen. Maar door het apneudrama is dat geen onverdeeld succes te noemen. Niettemin lijkt het Eindhovense bedrijf na enkele positieve berichten de weg omhoog te weer hebben gevonden. De koers van Philips staat momenteel zo’n 30 procent hoger dan een jaar geleden. Al is de top van vóór de apneuproblematiek in het voorjaar van 2021 (ruim 50 euro) bij een huidige koers van zo’n 27 euro nog ver uit zicht.

Door deze sector te negeren, lopen beleggers niettemin rendement mis. Uit een eerdere sectoranalyse bleek dat gezondheidsbedrijven op lange termijn de brede markt flink hebben verslagen (zie deze link). De laatste jaren zijn Eli Lily en Novo Nordisk door het succes van hun afslankmiddelen uitgegroeid tot de grootste bedrijven ter wereld. In de wereldindex staan ze op respectievelijk plek 7 en 13. Maar in de top 25 van de Nederlandse belegger zijn deze namen niet terug te vinden. Dat geldt ook voor Johnson & Johnson (farmacie en medische apparatuur), zorgverzekeraar United Health Group en biofarmaciebedrijf AbbVie die allen in de top-25 van de MSCI World Index zijn opgenomen.

3: Consumentengoederen
Het zal niemand verwonderen dat levensmiddelenproducent Unilever en supermarktketen Ahold Delhaize veelvuldig voorkomen in de portefeuille van Nederlandse beleggers. Maar ook als het gaat om consumentengoederen kan het geen kwaad om over de grens te kijken. Zo mogen de Amerikaanse supermarktketens Walmart en Costco dan wel de naam hebben ‘saai’ te zijn, ze leverden beleggers sinds begin 2020 een rendement op van respectievelijk ruim 100 en 200 procent.

Hetzelfde geldt voor Procter & Gamble – bekend van merken als Pampers en Gillette – dat al jaren beter presteert dan branchegenoot Unilever. Al lijkt ook Unilever de weg omhoog weer te hebben gevonden. De vorig jaar begonnen topman Hein Schumacher grijpt stevig in. Hij snoeit in de organisatie en heeft aangekondigd de ijs-tak af te stoten om prestaties te verbeteren.

4: Obligaties klimmen langzaam uit het dal
De waarde van obligaties in de portefeuille van particuliere beleggers is weer wat toegenomen. Het lijkt erop dat obligaties als gevolg van de gestegen marktrentes weer als een kansrijke beleggingsklasse worden gezien.

Eind juni bedroeg de totale waarde van obligaties in handen van particulieren 7,2 miljard euro. Tijdens het dieptepunt (maart 2020) stond dat bedrag nog op 4,3 miljard euro. Voor het perspectief: eind 2009 hadden particulieren nog voor maar liefst 31 miljard euro in obligaties belegd.

De lagere rentes stuwden de waarde van obligaties omhoog, waardoor rendementen daalden. Het gevolg was dat beleggers geleidelijk obligaties verkochten. Nu de rente weer is opgelopen, krijgen obligaties wat van hun glans terug en lijkt de trend gekeerd (zie grafiek).

Het obligatiebezit neemt weer toe in Nederland

Bron: DNB. ECB-depositorente in procenten. Obligatiebezit in miljarden euro’s.

De analyse in een notendop

- De bron voor dit artikel is onderzoek van De Nederlandsche Bank (DNB). Deze vraagt periodiek bij brokers een overzicht op van de totale posities in effecten.

- De zogenoemde Maandeffectenrapportage is een wettelijke verplichting, dus de broker kan medewerking niet weigeren. De data hebben betrekking op in Nederland woonachtige particuliere huishoudens. Grootaandeelhouders vallen hierbuiten.

- DNB geeft alleen de gegevens over de 25 grootste posities. Een aandeel als Meta zou dus de 26ste positie van de Nederlandse particulier kunnen zijn. In dat geval is de positie van de Nederlandse belegger in Meta overigens nog aanzienlijk kleiner dan de weging die het aandeel in de wereldindex krijgt (1,6 procent van de wereldindex).