Philips lijkt langzaamaan te herstellen. Een hogere omzetgroei, verbeterde winstgevendheid en een orderboek dat voor het eerst in acht kwartalen weer stijgt waren de belangrijke plussen in het halfjaarrapport van het medisch technologieconcern. Om de apneucrisis helemaal achter zich te laten, zijn niet alleen bestendige operationele prestaties noodzakelijk. Na de recente schikking met gedupeerde patiënten moet Philips ook nog met beleggers tot een vergelijk zien te komen.
Philips-ceo Roy Jakobs zou er vermoedelijk voor hebben getekend. Bijna twee jaar na zijn aantreden als hoogste baas lijkt het bedrijf weer beter te draaien.
Drie maanden geleden bereikte Philips in de Verenigde Staten een schikking voor ruim 1 miljard euro. Met dat akkoord zijn juridische procedures vanwege gezondheidsschade en financiële schade (voor klanten) door gebrekkig werkende slaapapneu-apparaten definitief van de baan. Toen Jakobs doorschoof naar de ceo-post, was Philips al enige tijd verwikkeld in het apneuschandaal. Tegelijkertijd zorgden de oorlog in Oekraïne, virusuitbraken in China en een tekort aan onderdelen voor tegenvallende resultaten.
Eindelijk positief
Nu lijkt het erop dat Philips ook op operationeel vlak steeds beter voor de dag komt. Een belangrijke indicator daarvan is het aantal nieuwe bestellingen dat het kon bijschrijven voor medische monitors, echografiesystemen en CT- (röntgenstraling) en MRI-scanners (magneetvelden en radiogolven).
Het orderboek pluste in het net afgesloten tweede kwartaal met 9 procent en de ontwikkeling was daarmee voor het eerst in acht kwartalen weer positief. Vooral ziekenhuizen en andere zorgaanbieders in Noord-Amerika bestelden fors meer Philips-producten.
Orderboek Philips eindelijk weer in de plus: bestellingen stijgen voor het eerst in twee jaar
Bron: (Kwartaal)rapportages Philips. Grafiek toont de vergelijkbare ordergroei in procenten ten opzichte van hetzelfde kwartaal een jaar eerder. In het eerste kwartaal van 2023 (Q1 2023) was sprake van nulgroei.
Jakobs toonde zich tevreden met deze in zijn woorden “sterke” orderintake. De komende kwartalen moet dit herstel kunnen doorzetten, zo zei hij tijdens de analistenbijeenkomst. “Ik heb er het volste vertrouwen in dat ziekenhuizen wereldwijd hun productiviteit met onze producten en diensten kunnen verbeteren en patiënten beter van dienst kunnen zijn”, aldus de topman tijdens een mondelinge toelichting op het halfjaarrapport.
De vertrekkende financieel directeur Abhijit Bhattacharya benadrukte nog maar eens dat het orderboek van het medisch technologiebedrijf verantwoordelijk is voor 40 procent van de groepsomzet (2023: 18 miljard euro). Het restant haalt Philips uit terugkerende - en dus voorspelbaardere - omzet uit bijvoorbeeld de levering van medische software aan zorginstellingen. Verder blijven de typische consumentenproducten als tandenborstels, scheer- en ontharingsapparaten ook belangrijk.
China spelbederver
De stijging van het orderboek is wel danig gedrukt door tegenvallende ontwikkelingen in China. Dat land is doorgaans goed voor circa 40 procent van de bestellingen, maar toont zich al kwartalen op rij een heuse spelbederver. Tijdens de recente aandeelhoudersvergadering van Philips in mei meldde Jakobs al dat er in 2023 sprake was van een “hele grote negatieve ontwikkeling in de orderintake”, met een dubbelcijferige krimp van rond de 15 procent. In de eerste jaarhelft van 2024 was het dempende effect er nog altijd.
Het wordt allemaal veroorzaakt door een streng anti-corruptieprogramma dat de Chinese overheid op poten heeft gezet. Lokale ziekenhuizen hebben te maken met langere goedkeuringsprocessen als gevolg van een strenger compliance-regime. De overheidsmaatregelen zorgden vorig jaar volgens Jakobs voor een krimp van de markt met 20 procent. Toch is hij niet bevreesd dat China structureel een probleemkind blijft en rekent hij erop dat China de komende kwartalen weer “geleidelijk” zal bijdragen aan de groei van het aantal orders.
“De fundamentele onderliggende groei is er nog altijd en daar rekenen we ook op”, aldus Jakobs. Hij wees erop dat oude apparatuur onvermijdelijk aan vervanging toe zal zijn en er ook nieuwe investeringen zullen plaatsvinden. Philips kampte lange tijd ook met lange doorlooptijden voor productie en levering aan klanten - deels doordat het te lang moest wachten op componenten - maar dat probleem is vrijwel opgelost. Ook dit moet bijdragen aan een toenemend aantal bestellingen.
Concurrenten ook getroffen
Philips is niet het enige zorgtechnologieconcern dat hinder ondervindt op de Chinese markt. De directe concurrenten Siemens Healthineers en GE HealthCare kwamen deze week (woensdag) ook met hun cijfers. En ook bij hen laat China zijn sporen na.
Het Duitse Siemens Healthineers zag de omzet met een laag dubbelcijferig percentage dalen en sprak van “tijdelijk vertraagde orders uit China”. Het Amerikaanse GE HealthCare was vanwege de anti-corruptiecampagne en het uitblijven van stimuleringsmaatregelen door de overheid zelfs genoodzaakt het hakmes te zetten in de omzetprognose voor boekjaar 2024. In plaats van een organische groei van 4 procent, rekent het nu nog maar op maximaal een stijging van 1 à 2 procent.
Beleggers reageerden haast euforisch op de cijfers van Philips. Zij zetten het aandeel maandag ruim 14 procent in de plus. Na de koersspurt wordt Philips in termen van ondernemingswaarde (beurswaarde plus nettoschuld) gewaardeerd op 12,8 keer het door analisten voor 2025 verwachte aangepaste bedrijfsresultaat (adjusted ebita).
Dat is een iets hogere waardering dan de Amerikaanse concurrent (11,8 keer) momenteel krijgt, maar nog altijd fors lager dan de 15 keer waartegen Siemens Healthineers wordt verhandeld. Hierbij past overigens wel een kanttekening. Voor de beide peers hebben nog niet alle analisten hun taxaties voor het bedrijfsresultaat aangepast nadat de bedrijven op woensdag hun kwartaalcijfers presenteerden.
Te vroeg voor hogere outlook
De groei van het orderboek geeft Philips het vertrouwen dat de eigen financiële doelstellingen binnen handbereik liggen. Het concern mikt voor boekjaar 2024 op een organische omzetgroei van 3 tot 5 procent en een aangepaste winstmarge (adjusted ebita) van tussen de 11 en 11,5 procent. De vrije kasstroom moet uitkomen tussen de 900 miljoen en 1,1 miljard euro.
Voor wat betreft de omzetgroei op eigen kracht zit Philips nu nog niet in die beoogde bandbreedte. De groepsomzet bedroeg 8,6 miljard euro, met een organische groei van twee procent. Voor de financiële waardering van Philips is die organische omzetgroei (door prijsverhogingen, hogere verkoopvolumes en een betere productmix via duurdere producten uit het assortiment) van levensbelang. In combinatie met een betere winstgevendheid geven deze factoren aan dat zijn producten aantrekkingskracht hebben en het biedt tegelijkertijd een indicatie van de concurrentiekracht van het concern.
Niet alle drie de bedrijfsonderdelen droegen overigens evenveel bij aan de omzettoename. Het onderdeel Diagnosis & Treatment (goed voor iets minder dan vijftig procent van de omzet en ruim de helft van het ebita-resultaat) dat onder andere diagnostische apparatuur zoals MRI- en CT-scanners maakt, presteerde met een plus van vier procent beter dan het onderdeel Connected Care (beademingsapparaten en medische monitors). In die laatste divisie, waar ook de inmiddels beruchte slaapapneu-apparaten onder vallen en de problemen van Philips begin 2021 allemaal begonnen (de grootschalige terugroep- en vervangingsoperatie), was sprake van een onveranderde omzet. Philips verwacht ondanks deze wat uiteenlopende omzetgroeicijfers wel dat de drie divisies aan het einde van dit jaar binnen de bandbreedte van 3 tot 5 procent eindigen.
Op groepsniveau sloot Philips de eerste jaarhelft af met een aangepast bedrijfsresultaat (adjusted ebita) van 882 miljoen euro, oftewel een operationele marge van 10,3 procent. Ook hier waren duidelijke verschillen tussen de drie bedrijfsonderdelen zichtbaar, al presteerden alle segmenten wel beduidend beter dan in dezelfde periode een jaar eerder. Het ‘oude’ Philips van de tandenborstels, föhns en babyflesjes (Personal Health) is al kwartalen op rij het meest winstgevende onderdeel, gevolgd door Diagnosis & Treatment waar het bedrijf ongeveer 12 eurocent aan iedere euro omzet overhoudt.
Ebita-marge al tijden het hoogst bij Personal Health
Bron: (Kwartaal)rapportages Philips. Grafiek toont (aangepaste) ebita-marge voor de drie Philips-onderdelen in procenten per kwartaal.
Gedurende 2023 verhoogde Philips drie keer zijn prognoses voor de organische omzetgroei. Nu het bedrijf het laatste kwartaal heeft afgesloten met hogere bestellingen, omzetgroei en flinke margeverbetering, was er al een analist die graag van Jakobs wilde weten waarom hij de outlook voor dit jaar nog niet opwaarts heeft bijgesteld. De topman reageerde ferm; een hogere outlook halverwege het jaar is een onzalig idee. De hersteloperatie krijgt weliswaar steeds meer gestalte - denk aan een omvangrijke ontslagronde, meer verantwoordelijkheden bij de divisies en beter grip op de toeleveringsketen - maar Jakobs vindt het verstandiger de prestaties eerst kwartaal op kwartaal te verbeteren voordat hij zich waagt aan een hogere prestatielat.
Afwikkeling apneuschandaal
Nu de financiële resultaten gestaag verbeteren, blijft er nog wel een belangrijke onzekerheid rond Philips hangen. In de apneukwestie trof het bedrijf inmiddels al meerdere schikkingen. Zo bereikte het in de Verenigde Staten een akkoord met vertegenwoordigers van circa 60 duizend patiënten en betaalde het ruim 1 miljard euro. Die uitkomst werd door beleggers als een meevaller ervaren. In de markt zoemden bedragen rond in de orde van grootte van drie tot vijf miljard euro. Met die schikking zijn procedures vanwege gezondheidsschade en financiële schade door apneu-patiënten definitief van de baan. Van het betaalde bedrag krijgt Philips overigens 538 miljoen euro terug van zijn verzekeraar. 150 miljoen euro is inmiddels ontvangen, het restant volgt in de tweede jaarhelft.
Maar dan zijn er nog altijd enkele hobbels te nemen. Zo loopt er bijvoorbeeld nog altijd een strafrechtelijk onderzoek tegen Philips door het Amerikaanse ministerie van Justitie, het Department of Justice (DoJ). De halfjaarcijfers bevatten geen nieuwe informatie over dit strafrechtelijk onderzoek. Tijdens de analistenbijeenkomst zei Jakobs dat hier “geen enkel nieuws over te melden is, anders hadden we dat wel verteld”. Philips blijft “volledig samenwerken” met het DoJ en hun onderzoek is nog gaande.
En dan hebben beleggers ook nog een claim bij Philips neergelegd. Zo heeft onder andere beleggersorganisatie European Investors - VEB namens gedupeerde beleggers Philips aansprakelijk gesteld voor de schade die is ontstaan door het niet tijdig melden van de problemen. Desgevraagd zei Jakobs over “de zaken die in Europa spelen” dat Philips hier “in verschillende zaken in dialoog is”, maar dat er geen zicht is op de uitkomst van die gesprekken en het daarom ook te vroeg is om daarvoor een voorziening op te nemen in de cijfers. De eventuele negatieve impact van rechtszaken en claims van gedupeerde beleggers is niet meegenomen in de financiële doelstellingen van Philips.