VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

PostNL-aandeelhouders zijn stilaan gewend aan niet al te opbeurende cijferupdates. De verdiensten bij pakketvervoer blijven onder druk staan en met postbezorging valt helemaal niet op te werken tegen de alsmaar verder wegzakkende volumes. Het punt is nu zelfs bereikt dat de post- en pakkettenvervoerder voor de eerste keer aanklopt bij de overheid voor financiële steun.

De laatste jaren is het vrijwel bij elke cijferpresentatie raak: PostNL doet het slechter dan verwacht.  

Om toch met een positieve noot over de eerstehalfjaarcijfers te beginnen: bestuursvoorzitter Herna Verhagen ziet geen reden aan de jaarprognose te tornen. Begin dit jaar stelde zij de verwachtingen voor het toen net afgesloten boekjaar 2023 op de valreep nog naar beneden bij. PostNL heeft een ongelukkige historie met winstwaarschuwingen, maar van een neerwaartse outlook is nu geen sprake. Dat kunnen beleggers als een opluchting hebben ervaren. In de eerste handelsuren stond het aandeel zelfs enkele procenten in de plus.  

Terwijl Verhagen analisten tijdens een telefonische bijeenkomst bijpraatte, verdween die openingswinst snel en daalde het aandeel enkele procenten tot 1,28 euro.  

Nu Verhagen de boeken over het tweede kwartaal heeft geopend, blijft de overheersende vraag of het bedrijf een list kan verzinnen om de financiële resultaten structureel een oppepper te geven.  

Ongemakkelijke waarheid  
De inkomstenbronnen van PostNL blijven onder druk staan. Bij wat dé groeimotor voor de komende jaren moet worden - het sorteren en bezorgen van pakketten - verwerkt het Haagse bedrijf meer pakketten en stijgt de omzet.  

De opbrengsten stegen met een kleine twintig miljoen euro ten opzichte van de eerste helft van vorig jaar. Dat blijkt uit het halfjaarrapport dat het bedrijf maandag voorbeurs publiceerde.

Op het eerste oog lijkt dat wellicht een plus. Maar de ongemakkelijke waarheid is dat het bedrijf ondanks de hogere pakketvolumes, het leverde in de eerste zes maanden 11 miljoen pakketten meer af dan in dezelfde periode in 2023, onder aan de streep minder geld overhoudt met zijn koeriersdienst. Het genormaliseerde bedrijfsresultaat (ebit) kwam uit op 16 miljoen euro. Anders gezegd, aan ieder bezorgd pakketje (totaal 178 miljoen stuks) verdiende het bedrijf gemiddeld negen eurocent. Het pakkettenonderdeel is inmiddels goed voor twee derde van de omzet. 

Pakketjes nog geen winstmotor voor PostNL: bedrijf verdient gestaag minder met pakketbezorging  

Bron: Kwartaalrapportages PostNL. Berekeningen VEB. Volume in aantal pakketten, omzet en genormaliseerde bedrijfsresultaat (ebit) in miljoenen euro’s (linkeras). Genormaliseerde ebit-marge in procenten (rechteras). 

De lagere winstgevendheid wijt het bedrijf onder andere het slechte weer. Een argument dat beleggers bij Heineken of Unilever nogal eens te horen krijgen, maar wat bij PostNL een betrekkelijk nieuw verschijnsel is. Consumenten hadden volgens PostNL als gevolg van het miserabele voorjaarsweer vooral minder behoefte aan nieuwe outfits. Kledingwinkels die online bezorgen zijn een belangrijke klant van PostNL.  

Op de wat langere termijn is het voor PostNL zorgwekkender dat zijn klantenbestand verandert. En dat lijkt structureel. Aziatische webshops als AliExpress, Temu of Shein nemen daarin een steeds grotere plaats in. Hun opmars is goed voor het aantal pakketten dat over de lopende banden in de distributiecentra rolt, maar het vreet aan de winstgevendheid. Op pakjes uit het buitenland verdient PostNL fors minder dan de marges die het haalt als koerier voor binnenlandse webwinkels als bol.com of de Bijenkorf.  

De stijging van het totale pakketvolume versnelde in het tweede kwartaal naar zes procent (eerste kwartaal: 4,6 procent). Bij de binnenlandse webwinkels was dit slechts 0,3 procent. Die trend zal vermoedelijk doorzetten. De volumes van internationale klanten zullen de komende tijd “nog veel meer stijgen”, zo zei Verhagen in haar commentaar op de cijfers. Zij rekent erop dat de “ongunstige klant- en productmix voor aanhoudende margedruk zal blijven zorgen”. Afgelopen kwartaal was die mix al slechter dan waar het bedrijf op had gerekend, zo bekende de topvrouw die al twaalf jaar leiding geeft aan het bedrijf. Behalve de oprukkende internationale klanten, merkt PostNL ook dat een steeds groter deel van de pakketbezorging van andere grote klanten afkomstig is. En ook die partijen maken een sport van het afdwingen van lagere tarieven. 

Concurrentiestrijd  
Ondanks de verschuiving naar een ander type klant en de gestegen personeelskosten, denkt PostNL de resultaten in de rest van 2024 en daarna toch te kunnen verbeteren.  

Het bedrijf blijft hoopvol dat een betere balans tussen ‘value and volume’ zijn vruchten zal afwerpen. Op de middellange termijn, een periode die Verhagen niet nader specificeert, wil PostNL een marge op pakketten halen van ruim zes procent. Dit betekent een verdrievoudiging ten opzichte van 2023. Die zes procent is het gemiddelde van het resultaat over de periode 2019 tot 2023. Daarin zitten dus ook de twee coronajaren (2020 en 2021) die voor een ongeziene besteldrang bij thuiszittende consumenten zorgden. 

Naast volumegroei moeten onder andere efficiëntere bezorgroutes, het stoppen met bezorging op zondag indien klanten hier niet extra voor willen betalen en meer kluisjes en afhaalpunten hierbij helpen. Die initiatieven lijken vooral gericht op het vermijden van de – voor PostNL zeer kostbare – ‘laatste mijl’, de bezorging tot de voordeur. Verhagen wees tijdens de analistenbijeenkomst ook op het nog beter benutten van de beschikbare capaciteit, aangepaste tariefstructuren en kostenbesparingen.  

Daarnaast blijft de topvrouw onverstoord herhalen vertrouwen te hebben in de groei van de e-commercemarkt op langere termijn. Het kan zeker helpen dat de sector blijft groeien, maar het is voor PostNL wel van existentieel belang om niet alleen maar het marktaandeel op peil te houden. Het bedrijf moet per afgeleverd pakketje simpelweg snel meer gaan verdienen. Het is een randvoorwaarde voor economische waardecreatie, een hoger rendement op het geïnvesteerde kapitaal (sorteercentra, vrachtwagens, busjes) dan de kapitaalkosten. Om dat te kunnen waarmaken, moeten hogere pakketprijzen, stijgende volumes en strikte kostenbeheersing hand in hand gaan.     

Bikkelhard 
Een gelukkige hand heeft PostNL daarin nog niet. Het worstelt met ongekende kostenstijgingen, vooral door sterk oplopende arbeidskosten. Die kan het niet volledig doorberekenen. Zoals in iedere sector wordt de prijsmacht van een bedrijf mede bepaald door de concurrentiepositie. En PostNL vecht op de pakkettenmarkt een bikkelharde concurrentiestrijd uit. Denk aan grote en kapitaalkrachtige koeriersbedrijven als DHL (onderdeel van Deutsche Post), het eveneens Duitse DPD en het Britse GLS. Die laatste partij is onlangs overigens gekocht door PostNL-grootaandeelhouder Daniel Kretinsky (30 procentbelang) toen hij een geslaagd bod deed op het moederbedrijf (IDS) van Royal Mail en GLS. Die stap bracht bij enkele PostNL-beleggers ook wat overnamefantasie los. Een samengaan van het pakkettenonderdeel van PostNL en GLS is volgens bepaalde analisten niet helemaal illusoir. 

PostNL blijft voor dit jaar mikken op een genormaliseerd bedrijfsresultaat van tussen de 80 miljoen euro en 110 miljoen euro (2023: 92 miljoen euro). Daarvan staat na twee kwartalen inmiddels 17 miljoen euro in de boeken. In de tweede jaarhelft, en vooral het traditiegetrouw cruciale vierde kwartaal, moet het resterende deel binnenkomen.  

Post levert helemaal niets meer op  

Bron: Kwartaalrapportages PostNL. Berekeningen VEB. Volume in miljoenen stuks, omzet en genormaliseerde bedrijfsresultaat (ebit) in miljoenen euro’s (linkeras). Genormaliseerde ebit-marge in procenten (rechteras).  

Monopolist vraagt overheidssteun  
Financieel directeur Pim Berendsen houdt net als Verhagen de moed erin. Financiële waardecreatie staat boven aan zijn prioriteitenlijst, zo bezwoer hij ook tijdens de meest recente aandeelhoudersvergadering halverwege april. Daar zei hij “iedere dag naar deze maatstaf te kijken en daarop te sturen”.  

PostNL zal hier aan de goede kant van de scheidslijn uitkomen, zo zei hij. “Wij zien een geleidelijke verbetering van het margeprofiel bij e-commerce en we zijn ook de dialoog gestart met het ministerie over de toekomst van post. Die effecten gaan leiden tot margeverbetering en gaan ervoor zorgen dat we terugkomen op een niveau waar waarde wordt gecreëerd”, aldus Berendsen. Dat betere “margeprofiel” was in het tweede kwartaal overigens nog niet zichtbaar.  

De “dialoog” waar Berendsen naar verwees, blijkt inmiddels zover te zijn gevorderd dat het de overheid om financiële steun vraagt. De nood is verder opgelopen nu PostNL in de eerste jaarhelft slechts één miljoen euro (op aangepast ebit-niveau) overhield aan de bezorging van brieven, kaartjes en mailings. Gemiddeld is dat per poststuk iets meer dan een tiende van een eurocent. De hogere postzegelprijs is bij lange na niet voldoende om de volumedalingen en voortdurende kostenstijgingen te compenseren. De beurskoers (1,28 euro) is de per 1 juli verder gestegen postzegelprijs (1,14 euro) overigens angstaanjagend dicht genaderd.    

De overheid moet PostNL nu de helpende hand gaan toesteken. Althans, dat vinden Verhagen en haar medebestuurder Berendsen. Het bedrijf probeert al langer de overheid zover te krijgen dat deze akkoord gaat met bezorging binnen twee dagen, en op termijn zelfs drie dagen. Daarvoor is een wetswijziging noodzakelijk (universele postdienst) en zover is het nog niet. In de tussentijd vindt PostNL dat de overheid over de brug moet komen met financiële steun. Concrete bedragen noemde Verhagen nog niet. Ze verwees wel naar omringende landen waar een overheidsbijdrage “gebruikelijk” is.    

De traditionele postbezorging is een afkalvende business en blijft krimpen, terwijl de kosten oplopen. Het is al vijftien jaar een permanent reorganisatieproject en ook al geruime tijd een blok aan het been van PostNL. Door te wijzen op de schamele één miljoen euro aan ebit-resultaat en een verslechterd perspectief, probeert Verhagen de nieuwe minister van Economische Zaken en Klimaat nu van de bittere noodzaak van overheidssteun te overtuigen.  

Datzelfde ministerie blokkeerde in 2016 nog een overname door de Belgische sectorgenoot Bpost. De Belgen waren destijds bereid 5,75 euro per aandeel (in cash en aandelen) te betalen. Verhagen verzette zich niet tegen de politieke bemoeienis. Haar opstelling motiveerde ze vooral door haar overtuiging dat de Nederlandse overheid na een overname het fusiebedrijf regels zou gaan opleggen die negatief zouden uitpakken voor het bedrijf. Het was een reëel scenario dat de overheid de vergunning van PostNL om universele postdiensten te kunnen blijven aanbieden zou intrekken.  

Het strijdplan van Verhagen is nu om de overheidseisen versoepeld te krijgen en per direct een financiële compensatie voor de postmonopolist te regelen, zolang die mildere eisen er nog niet zijn.




Gerelateerde artikelen