VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

De resultaten van PostNL liggen in lijn met de neerwaarts bijgestelde verwachtingen die het bedrijf vorige maand al communiceerde. Ceo Herna Verhagen wond er geen doekjes om: “2024 was een teleurstellend jaar.”

De vertrekkende ceo lijkt nog maar weinig grip te hebben op het verdienmodel. Medio 2024 ging het bedrijf nog uit van een bedrijfsresultaat van tussen de 80 en 110 miljoen, maar in november werd er al gemeld dat de winst aan de onderkant van die bandbreedte zou uitkomen. Afgelopen maand was daar plots de mededeling dat zelfs die onderkant nog te hoog gegrepen was. De omzet en het resultaat werden alvast met de markt gedeeld, waarbij het bedrijfsresultaat uitkwam op 53 miljoen euro .

In 2025 verwacht PostNL dit resultaat stabiel te kunnen houden, maar na de recente bijstellingen zullen beleggers die verwachting waarschijnlijk met een flinke korrel zout nemen. In september presenteert PostNL tijdens de Capital Markets Day de financiële plannen voor de middellange termijn en de verwachtingen voor de verdere toekomst. Momenteel kunnen beleggers niet veel anders dan concluderen dat zowel de pakketdivisie als de postdivisie (brieven) zich in blijvend zwaar weer bevinden.

Pakketdivisie: grote klanten, dunne marges
De pakketdivisie moet al jarenlang de groeiende en winstgevende tegenhanger zijn van de dalende brievenpostbezorging. De pijn zit hem er alleen in dat PostNL ieder jaar weliswaar meer pakketjes bezorgt, maar dat het concern ook steeds meer marge op die bezorging moet inleveren bij zijn klanten.

Met name bij de klandizie van de grote internationale webshops staan de marges onder druk. En dat is nu juist de plek waar consumenten in 2024 meer producten bestelden. De klantconcentratie is zodanig opgelopen dat de top 20 van klanten nu bijna 60 procent van het totale pakketvolume vertegenwoordigt. Twee jaar geleden was diezelfde groep nog goed voor minder dan de helft van het volume.

Grote Aziatische webshops als AliExpress, Temu en Shein maken ook een flinke opmars in het klantenbestand en nemen nu ongeveer een kwart van het totale pakketvolume op zich (2023: 18 procent). Het zijn juist deze grote webshops die scherp onderhandelen over de tarieven en die vanwege hun omvang een sterke onderhandelingspositie hebben.

De aanwezigheid van kapitaalkrachtige concurrenten zoals DHL, DPD en GLS helpt ook niet mee in de onderhandelingspositie van PostNL. Internationale webshops lijken meer dan genoeg keuze te hebben op het gebied van bezorging en dat zet de tarieven verder onder druk.

Het gemiddelde tarief per pakketje zakte hierdoor in één jaar tijd van 4,30 euro naar 4,23 euro, terwijl de bezorgkosten juist flink zijn opgelopen. De tariefsverhoging van 13 cent die PostNL dit jaar doorvoerde werd meer dan tenietgedaan door de toenemende klantconcentratie.

Grote webshops zetten verdienmodel Pakketten flink onder druk

Bron: Analistenpresentatie PostNL

Tijdens de cijferpresentatie gaf financieel directeur Pim Berendsen aan dat “de toegenomen klantconcentratie een totale negatieve impact van 30 miljoen euro op het bedrijfsresultaat heeft gehad in 2024.”

Dat is praktisch het volledige verschil tussen de 80 miljoen euro aan bedrijfsresultaat die het bedrijf in november vorig jaar nog verwachtte en het daadwerkelijke bedrijfsresultaat van 53 miljoen.

Het is dan ook geen verrassing dat de operationele winst op pakketbezorging flinterdun bleef in 2024. In lijn met vorig jaar bleef deze steken op zo’n 2 procent van de omzet.

Winstgevendheid Pakketdivisie structureel onder druk

Bron: Rapportages PostNL, analyse VEB. Bedragen in miljoenen euro’s. 

Tijdens de cijferpresentatie gaf ceo Verhagen aan: “graag het gesprek met de hele keten te willen openen om tot een eerlijke verdeling van de marge te komen”. In feite geeft PostNL hiermee aan dat het bij klanten moet gaan bedelen om meer marge en hogere bezorgtarieven. Volgens PostNL is er meer geld nodig om te kunnen blijven investeren in duurzaamheid en in personeel, om zodoende de groei van online webshops te kunnen blijven faciliteren.

Ook is het concern van plan zo’n 10 miljoen euro te gaan investeren in nieuwe pakketautomaten. Dat zijn wanden met pakketkluisjes die onder andere in winkels en bij sportclubs worden neergezet. Pakketbezorgers kunnen daar in één klap veel pakketjes kwijt en consumenten kunnen dan zelf kiezen wanneer ze het betreffende pakketje ophalen. Dat moet de ‘first-time-right’ delivery van PostNL ten goede komen en de bezorgkosten met 30 procent drukken.

De vraag is natuurlijk of PostNL die lagere bezorgkosten in eigen zak kan steken of dat deze marge ook weer ingeleverd moet worden bij de klanten. Concurrenten tuigen namelijk ook in rap tempo van dit soort afleverpunten op. Zo kondigde DHL recentelijk aan het aantal bezorgkluizen in Nederland in 2025 te willen verdubbelen van 1250 naar 2500 (in perspectief: PostNL heeft er momenteel zo’n 1100 en wil er komend jaar circa 500 bij plaatsen).

Postdivisie: dalende volumes, stijgende kosten
Tijdens de cijferpresentatie hamerden ceo Verhagen en cfo Berendsen er meermaals op dat “het huidige bedrijfsmodel van postbezorging niet meer houdbaar is.” Kostenbesparingen en hogere postzegelprijzen wegen al lang niet meer op tegen de dalende postvolumes (circa 10 procent per jaar) en de stijgende loonkosten. Ook heeft PostNL te kampen met veel openstaande vacatures en een relatief hoog ziekteverzuim, waardoor het bedrijf dure externe krachten moet inhuren om de brieven alsnog op tijd op het juiste adres te krijgen.

Er is dan ook nog maar nauwelijks sprake van een winstgevende postdivisie. Het bedrijfsresultaat op het bezorgen van brieven nam door dit alles af van 50 miljoen euro in 2023 naar slechts 19 miljoen in het afgelopen jaar.

Postdivisie levert PostNL ook vrijwel niets meer op

Bron: Rapportages PostNL, analyse VEB. Bedragen in miljoenen euro’s. 

PostNL trekt hierover al een tijdje aan de alarmbel en wil dat de overheid de vereisten van De Universele Postdienst (de ‘UPD’) gaat aanpassen zodat het bezorgen van brieven niet structureel verlieslatend gaat worden. Zo zou het bedrijf de post binnen twee dagen, en uiteindelijk zelfs in drie dagen, willen gaan bezorgen in plaats van in één dag. Volgens PostNL is dat in andere Europese landen al vrij gangbaar.

Ondanks steun van minister Dirk Beljaarts van Economische Zaken wees een meerderheid in de Tweede Kamer dat voorstel van PostNL tot nu toe af. De overheid is in afwachting van een marktonderzoek van de ACM dat in de lente van dit jaar afgerond zou moeten zijn. De onderzoeksresultaten zullen worden gebruikt om een eventuele wetswijziging vorm te geven. Dat hele proces zal volgens PostNL nog zeker 2 jaar in beslag nemen.

Vanwege die lange looptijd deed PostNL eind februari een verzoek voor een tijdelijke financiële bijdrage uit Den Haag. Zo wil het bedrijf in 2025 graag 30 miljoen euro ontvangen en in 2026 nog eens 38 miljoen. Dit is volgens Berendsen nodig om “de kosten te dekken die we verplicht moeten maken om aan de UPD-vereisten te voldoen”.

Dit verzoek kwam volgens minister Beljaarts echter te vroeg. In de zomer zegt hij met nieuwe plannen te komen voor de postmarkt. PostNL vond wel hoop in de opmerking van de minister dat “het niet passend is om een commercieel bedrijf verlies te laten maken op iets wat ze wettelijk moeten doen.”

Zelfs met een financiële bijdrage blijven de vooruitzichten voor de postdivisie belabberd. Zo becijferde PostNL zelf dat het rendement op deze activiteiten voor de aankomende jaren structureel onder de minimale rendementseis van kapitaalverschaffers uit zal komen (de zogenaamde ‘cost of capital’).

PostNL verwacht dat postdivisie nog geruime tijd aandeelhouderswaarde blijft vernietigen

Bron: Analistenpresentatie PostNL. USO is de Engelse vertaling van UPD.

De pakketdivisie zal de aankomende jaren dus flink moeten verbeteren om tegengewicht te bieden aan deze dalende brievenpost-rendementen.

Dividend en cash flow
Ondanks al deze tegenwind kwam PostNL met de mededeling dat het van plan is om een dividend uit te keren van 7 cent per aandeel, volledig conform het eigen dividendbeleid. Dat beleid streeft ernaar om 70 tot 90 procent van het ‘genormaliseerde totaalresultaat’ uit te keren aan de aandeelhouders. Deze specifieke winstmaatstaf kwam volgens de gepubliceerde cijfers dit jaar uit op 38 miljoen euro.

Uitgaande van 7 cent per aandeel en zo’n 502 miljoen uitstaande aandelen, komt de totaaluitkering uit op circa 35 miljoen euro. Dat ligt ruimschoots boven de vrije kastroom van 12 miljoen die het concern dit jaar wist te realiseren. Deze positieve vrije kasstroom heeft er wel toe geleid dat de schuldratio van het concern net onder de 2x is gebleven en dat is van belang voor de uitkering van dividend.

Dat werkt als volgt: bij een schuldratio boven de 2x mag PostNL geen dividend meer uitkeren. Die ratio wordt overigens berekend door de netto schuld te delen door het bedrijfsresultaat voor rente, belastingen en afschrijvingen (de EBITDA). Bij het eind van het jaar kwam de ratio uit op 1,95x.

Hierdoor ziet cfo Berendsen nog wat ruimte om binnen de financieringsstructuur 35 miljoen aan dividend uit te keren. PostNL biedt beleggers de keuze om dit dividend in cash of in nieuwe aandelen te ontvangen (het zogenaamde stockdividend). 

Van die 7 cent per aandeel hebben beleggers overigens in augustus 2024 al 3 cent ontvangen, waarbij 27 procent van de aandeelhouders voor het stockdividend heeft gekozen. Het slotdividend over 2024 komt daarmee uit op 4 cent per aandeel maar moet nog wel goedgekeurd worden door de aandeelhoudersvergadering (ava).

Uitgaande van eenzelfde proportionele groep die voor het slotdividend ook voor een uitkering in aandelen opteert, keert PostNL nog zo’n 15 miljoen euro aan cashdividend uit (4 cent vermenigvuldigd met 502 miljoen uitstaande aandelen, gecorrigeerd voor 27 procent aandeelhouders die voor stockdividend opteert).

Tijdens de analistencall naar aanleiding van de jaarcijfers, sprak PostNL de intentie uit om in 2025 gewoon door te gaan met het uitkeren van dividend. Het bedrijf verwacht de operationele winst namelijk stabiel te houden en dat moet onder de principes van het dividendbeleid ruimte bieden voor een nieuwe uitkering.

Daar staat echter tegenover dat PostNL een negatieve vrije kasstroom tussen de 10 en 50 miljoen verwacht. Het dividend zal dus mogelijk vanuit nieuwe schulden betaald moeten worden, zo lijkt het. Het is nog maar de vraag in hoeverre het schuldplafond van PostNL daar ruimte voor gaat bieden in het aankomende jaar. De rek lijkt daar toch uit, al kan een eventuele stijgende EBITDA de schuldratio weer wat naar beneden drukken. 

Beleggers zullen het dividend hoe dan ook zien als een klein doekje tegen het bloeden. De pijnlijke conclusie is dat de huidige postzegelprijs van 1,21 euro op het moment van schrijven hoger ligt dan de prijs per aandeel (zo’n 1,05 euro).


VEB-lidmaatschap
Nog geen VEB-account?
Voor toegang tot de volledige website dient u een VEB-lidmaatschap aan te houden en in te loggen. Indien u lid bent, maar nog geen account heeft kunt u ook klikken op ‘inloggen’ en daarna een account aanmaken.
Meer infomatie over het VEB -lidmaatschap