Gewoonlijk worden projectbedrijven niet hoog gewaardeerd op de beurs. Toch kunnen beleggers in ingenieursbureau Arcadis tevreden zijn. Na een koerssprong van vijftig procent in een jaar laat het aandeel veel andere bedrijven achter zich. Maar de ambities van Arcadis liggen nog hoger.
Tijdens de jaarvergadering zag topman Alan Brookes uitsluitend glimlachende aandeelhouders tegenover zich. 2023 was voor Arcadis een recordjaar qua netto-omzet, met een organische groei van negen procent. De operationele (ebita) marge steeg van 9,8 naar 10,4 procent. In 2026 streeft het bedrijf naar een marge van 12,5 procent. Het eerste kwartaal van dit jaar liet al een stap in de goede richting zien. De ebita-marge kwam daarin uit op 10,7 procent.
Meer terugkerende omzet
Met een koers-winstverhouding van zo'n 20 onttrekt Arcadis zich aan de lage waarderingen in de sector. De VEB vroeg zich af hoe het bedrijf uit Amsterdam de marktwaardering verder kon laten stijgen. Projecten winstgevend maken is uitdagend en vaak risicovol. Dat resulteert vaak in lagere waarderingen vergeleken met bedrijven die bijvoorbeeld profiteren van een sterk merk of netwerkeffecten.
Brookes ziet kansen in digitalisering, standaardisering en automatisering, naast het verhogen van de terugkerende omzet. Natuurlijk wil Arcadis ook nieuwe markten en klanten aanboren, maar de grootste winst kan behaald worden door meer te leveren aan bestaande afnemers. De onderneming benadrukt dat 95 procent van de omzet afkomstig was van dezelfde klanten als een jaar eerder, wat zou duiden op een goede balans tussen marges en omzetgroei.
Mensen centraal
In tegenstelling tot de mislukte overnames van het vorige decennium, lijken de acquisities uit 2022 tot dusver goed te zijn geïntegreerd. Arcadis heeft daarmee zijn positie in verschillende geografische gebieden verstevigd en het dienstenaanbod versterkt.
Desondanks blijft Arcadis in essentie een "people business", waar het relevanter is om winst te relateren aan omzet dan aan kapitaal. De operationele marges zijn daarom van centraal belang bij de variabele beloning van de bestuurders, in plaats van bijvoorbeeld de return on capital employed (rendement op ingezet kapitaal).
De afhankelijkheid van hooggekwalificeerde ingenieurs wordt erkend als een kwetsbaarheid door Arcadis zelf. De commissarissen hebben het te hoge personeelsverloop zelfs als prioriteit gesteld. De eerste resultaten zijn bemoedigend; terwijl het (vrijwillige) personeelsverloop in 2022 maar liefst 14,7 procent bedroeg, daalde dit vorig jaar naar 12,1 procent: een grote stap richting de doelstelling van maximaal 10 procent.
Als Arcadis erin slaagt de juiste mensen aan te trekken en te behouden, nemen de kansen om interessante projecten binnen te halen en rendabel af te wikkelen toe. Bovendien zal de onderneming aantrekkelijker worden voor meer beleggers.