Na rampjaar 2016 was duidelijk dat het wel even zou gaan duren voor de winstgevendheid bij Arcadis weer zou zijn hersteld. Uiteindelijk heeft het op orde brengen van de resultaten bij het bedrijf dat flink was gegroeid door overnames bijna een half decennium gekost.
Arcadis rapporteerde dinsdag een opgetogen rapport over het eerste kwartaal. De markten voor infrastructuur in de Verenigde Staten, het VK en China zijn sterk. Arcadis doet hier projecten op veel verschillende terreinen, van verkeerssystemen tot waterinfrastructuur.
De operationele winstmarge lag op 9,2 procent. Dat was 2 procentpunt hoger dan in de eerste drie maanden vorig jaar en vergelijkbaar met de winstmarge over heel 2020. Een goede prestatie, want het eerste kwartaal is doorgaans zwakker dan de rest van het jaar.
Terug op niveau 2015
Daarmee is Arcadis bijna terug op het niveau van 9,6 procent waar het in 2015 op zat. Daarna gingen de winstmarges hard onderuit door moeilijke marktomstandigheden in vooral Noord- en Zuid-Amerika.
Toenmalig bestuursvoorzitter Neil McArthur vertrok in het najaar van 2016 van de ene op de andere dag, net toen er grote zorgen waren over de financiële positie van het bedrijf. Deze waren ontstaan nadat was gebleken dat enkele grote overnames te duur bleken te zijn gedaan.
Onder zijn opvolger Peter Oosterveer werd een lang hersteltraject ingezet waarbij de focus kwam op het verbeteren van de bedrijfsvoering en niet meer op groei. Overbodige managementlagen werden weggesneden en de organisatie werd vereenvoudigd.
Het heeft desondanks nog bijna een half decennium gekost om de winstgevendheid weer op peil te brengen. Bij een beperkte omzetgroei schommelde de winstmarge afgelopen jaren rond de 7 procent.
Winstmarges vergelijkbaar met branchegenoten
Nu blijkt dat het bedrijf zich weer kan meten met branchegenoten. Arcadis zet de eigen prestaties af tegen die van dertien grote beursgenoteerde ingenieurs- en adviesconcerns. Dit is ook de basis voor een deel van het beloningsbeleid van de top.
Voor de meeste branchegenoten zijn winstmarges van 9 à 10 procent normaal. Een voorbeeld is het Zweedse Sweco dat enkele jaren geleden nog het Nederlandse Grontmij van de beurs haalde. In 2019 zat het op 9,1 procent en het heeft een doelstelling te groeien naar 12 procent.
Een ander voorbeeld is het Zweedse-Finse Afry. Dit concern is ook genoteerd in Stockholm, zat vorig jaar op 8,6 procent en mikt net als Arcadis nu op 10 procent winstmarge.
Kater van vijf jaar
Op de lange weg die Arcadis heeft afgelegd, hebben aandeelhouders wel een aantal jaren met zwakke rendementen moeten accepteren. Vanaf 2015 tot en met 2019 bleef de koersontwikkeling flink achter bij die van de eerder genoemde vergelijkingsgroep. 2020 was het eerste jaar dat het aandeel Arcadis beter presteerde.
Dat was in feite het spiegelbeeld van de eerste jaren van het vorige decennium. Gesteund door de groei door overnames steeg de beurskoers van Arcadis toen juist harder.
Achteraf is hiervoor uiteindelijk een prijs betaald. Zoals zo vaak blijkt groei die te sterk leunt op overnames tot een kater te leiden. En die kater heeft bij Arcadis dus een jaar of vijf geduurd.