Shell wil een voorloper zijn in de energietransitie en heeft daarvoor goede papieren. Een voorstel van aandeelhouders vraagt daarbij concrete en meetbare doelen te stellen. De VEB steunt dat verzoek. VEB-directeur Gerben Everts legt uit.
Het was een historische stap die Shell vorig jaar zette. Tijdens de - wat later bleek - laatste jaarvergadering in Nederland vroeg het energieconcern voor het eerst in de geschiedenis zijn aandeelhouders de klimaatplannen van Shell te beoordelen. Shell kreeg bijna 89 procent van de aandeelhouders achter zijn plannen.
Domper op de feestvreugde, althans voor het Shell-management, was het succes dat aandeelhouderscollectief Follow This in dezelfde vergadering boekte. Follow This had wederom een eigen voorstel op de agenda gezet. Dertig procent van de aandeelhouders steunde die resolutie, tegen het advies van Shell in. Die steun was dubbel zo groot als voor een soortgelijke resolutie een jaar eerder, waarmee de trend van groeiende steun voor Follow This een vervolg kreeg.
Shell wil in 2050 CO2-neutraal opereren. Een eerste meetpunt zal in 2030 zijn, waarvoor Shell al reductieplannen voor uitstoot heeft opgesteld. Het gaat hierbij echter om relatieve vermindering van uitstoot. Shell wil dat zijn uitstoot en die van zijn producten in 2030 een veel lagere concentratie aan CO2 bevat dan in 2018 (45 procent minder).
Follow This vindt dat niet ver genoeg gaan. Het geeft Shell immers de mogelijkheid in absolute getallen meer CO2 uit te stoten, zolang de intensiteit per energie-eenheid maar afneemt. Het lost het probleem van uitstoot van steeds meer broeikasgas niet op indien de totale vraag naar brandstoffen en energie blijft toenemen en fossiel daar onderdeel van uit blijft maken.
Sinds de vorige aandeelhoudersvergadering is er veel gebeurd. Niet alleen heeft Shell de hoofdzetel verplaatst, maar ook is er de rechterlijke uitspraak die Shell opdraagt tot veel sterkere reductie van uitstoot dan het energieconcern van plan is. Die uitspraak wordt in hoger beroep nog door de rechter beoordeeld, maar Shell moet zich hier nu al aan houden.
Tegelijkertijd ziet de onderneming zich geconfronteerd met een energiecrisis vanwege de oorlog in Oekraïne. De torenhoge olie- en gasprijzen zorgen voor fors gestegen kasstromen. Per saldo compenseren deze inkomsten ruimschoots de afwaarderingen vanwege vertrek uit Rusland.
De oorlog heeft aandeelhouders in het buitenland terughoudend gemaakt energieconcerns te dwingen meer werk te maken van terugdringing van uitstoot. Bij BP was de steun voor klimaatresoluties lager dan vorig jaar. Dat maakt de stemming op de komende Shell-vergadering interessant.
Ook dit jaar heeft Shell de vorderingen van zijn klimaatinspanningen voorgelegd aan aandeelhouders, opnieuw riep Follow This op tot uitstootdoelstelling op kortere termijn (2030) en in absolute getallen en opnieuw raadt Shell aandeelhouders af om dat verzoek te steunen. Het zou een ‘onrealistisch’ verzoek zijn.
Hoe is er gestemd? Lees hier
Directeur Gerben Everts legt uit waarom.
Gerben, een nieuwe vergadering, een nieuwe oproep tot absolute doelstellingen over Shells uitstoot op redelijke termijn. Hoe benadert de VEB dat?
De VEB wil, in lijn met het verzoek op de agenda, dat Shell uitstoot gaat terugdringen op kortere termijn en absolute reductiecijfers noemt voor 2030. Dat zie ik als fiduciaire plicht van Shell naar de samenleving toe.
Shell noemt dat ‘onrealistisch’. Hoe zie jij dat?
Het is maar vanuit welke hoek je hiernaar kijkt. We weten een paar dingen zeker: de uitstoot van broeikasgas moet omlaag om de aarde leefbaar te houden, fossiele brandstoffen zullen op termijn stranded assets worden en het wordt steeds duurder de effecten van klimaatverandering te neutraliseren. Met andere woorden: als je nu voor een goede prijs afstand kan doen van upstream en marketing en de opbrengst investeert in duurzame initiatieven, dan heb je grote kans dat als je in 2030 terugkijkt je concludeert dat je strategisch tijdig de juiste stappen hebt gezet. Creative destruction. Shell heeft eerder zelf gezegd dat de piek in emissie vier jaar geleden is bereikt. Dan mag je dus op absolute reductie kunnen rekenen komende jaren.
Blijkbaar wil de onderneming toch de flexibiliteit houden om meer te kunnen uitstoten. Helaas hebben we als samenleving die luxe niet. Zorg als onderneming dat je tijdig doorschakelt naar de nieuwe realiteit.
Waarom niet nog even pompen?
De feiten zijn helder. Klimaatverandering is de grootste bedreiging die er is. We zullen naar netto nul uitstoot moeten in 2050, dat is afgesproken en lijkt nu juridisch afdwingbaar. Maar er moeten ook al stappen richting 2030 gezet worden. Met stappen bedoel ik: minder CO2 de lucht in. Om nu nog even een soort eindsprint in te zetten met gebruik van geopolitieke spanningen als argument, is niet heel chique naar toekomstige generaties die dagelijks met de effecten van ons nalaten en lafheid zullen worden geconfronteerd.
Dat is toch geen last die alleen op de schouders van Shell ligt?
Zeker niet, maar Shell is wel een belangrijke wereldspeler. De VEB bekijkt de kwestie vanzelfsprekend vooral vanuit aandeelhoudersperspectief. Het bestendige succes van de onderneming op langere termijn staat voorop. Daarbij past een strategie die de lange termijn waardecreatie centraal stelt. Een strategie welke vanaf vandaag moet worden ingezet en niet pas wanneer naar de maatstaven van vandaag het financieel optimaal is. De externaliteiten van uitstoot zijn vandaag de dag niet of onvoldoende ingeprijsd, maar er is geen ontkomen aan dat dit snel anders wordt. Om hierbij zelf de regie te houden zijn uitdagende en duidelijke doelstellingen op korte termijn noodzakelijk.
Shell is toch al aanmerkelijk verder dan de concurrentie als het om plannen over vermindering van uitstoot gaat?
Dat is maar de vraag. Dit zien we wel ten opzichte van Amerikaanse concurrenten. Shell heeft de handschoen opgepakt en stap voor stap scherpere doelen geformuleerd. Evenwel blijft de echte transitie naar nieuwe vormen van energie sterk achter. Maar als aandeelhouders reiken wij in dit verband de prijzen niet uit. Dat zal de realiteit doen als de gevolgen van klimaatverandering in de komende jaren duidelijker zal ingrijpen in de wereldeconomie. Dat zal leiden tot nieuwe eisen van de overheid om te verduurzamen en daarmee krijgt dan ook Shell te maken. Een herhaling van de rechterlijke uitspraak moeten we niet hebben, een situatie waarin Shell de regie kwijt is en zaken krijgt opgelegd.
De fossiele economie gaat eindigen op termijn, dat is zeker. Shell heeft de grootste kans op succes als het zich voorloper toont in maatregelen om daarop te anticiperen.
Maar pleit de huidige situatie niet voor enig temporiseren in verduurzaming?
Veel Nederlandse pensioenfondsen en andere institutionele beleggers steunen de oproep tot hardere reductiedoelstellingen bij Shell, maar er zijn ook partijen die twijfelen door de bestaande geopolitieke onzekerheden.
Dat vind ik een zwaktebod. Je ziet nu onder druk wie van de zelfbekroonde keizers van de duurzaamheid wel en niet de ballen heeft. Beleggen is een kwestie van de lange termijn. Daar moet je dan je visie op afstemmen en daaraan vast houden. Het past niet die visie even in de ijskast te zetten als het niet uitkomt. Die luxe is er niet. Shell moet absolute doelstellingen hebben en daar duidelijk over rapporteren. Daar zijn steeds meer en betere internationale richtlijnen voor. Shell volgt deze nog niet helemaal.
Ik heb alle vertrouwen dat Shell hard aan de slag gaat met reductie. Dat had jaren eerder gekund, maar laten we nu niet weer op een rustig tempo doorgaan. Natuurlijk, de impact op Shell is groot en kan op kortere termijn negatieve financiële impact hebben. Alleen daarnaar kijken is navelstaren, een hypotheek leggen op het succes in de toekomst. Shell is de afgelopen decennia geen strobreed in de weg gelegd en heeft bijgedragen aan de economische inrichting die we kennen, maar helaas ook sterk bijgedragen aan de ondergang van het toekomstig leefklimaat. Het is een fiduciaire ereplicht van Shell het voortouw te nemen om die laatste effecten zo snel mogelijk te neutraliseren. Dan heeft Shell de optimale uitgangspositie om ook na 2030 en 2050 succesvol te blijven. Dat is in het belang van alle partijen en zeker voor aandeelhouders, ook voor onze leden die zich altijd beleggers voor de lange termijn hebben getoond.