Van Lanschot Kempen heeft de afgelopen jaren de draai gemaakt naar vermogensbeheer. Met een overname in België gaat het beheerd vermogen de 100 miljard euro voorbij. Dit is het resultaat van een combinatie van groei op eigen kracht, overnames en financiële markten die stegen.
Van Lanschot Kempen meldde deze week dat het de Belgische vermogensbeheerder Mercier Vanderlinden overneemt. Dit bedrijf beheert 3,4 miljard euro voor circa tweeduizend klanten.
Het beheerd vermogen van heel Van Lanschot Kempen stond eind vorig jaar op 99 miljard euro. Met deze overname gaat dat dus door de grens van 100 miljard euro. Het beheerd vermogen ten opzichte van de stand in 2012 is bijna twee-en-een-half keer zo groot geworden.
Daarmee kunnen we concluderen dat Van Lanschot Kempen er goed in slaagt om de transformatie tot vermogensbeheerder vorm te geven. Het concern doet zo wat een flink aantal andere partijen in de financiële sector ook wilden, maar niet is gelukt.
Een voorbeeld is NN Group. Dat stelde zich in 2014 ten doel om het vermogen dat het beheert voor derden uit te bouwen. Dit deel van het beheerde kapitaal nam sindsdien echter af van 40 naar 32 procent.
Of neem BinckBank. In het midden van het vorige decennium wilde de online broker flink groeien in vermogensbeheer om de daling van de inkomsten uit de brokerage te compenseren. Dit lukte niet. BinckBank werd uiteindelijk twee jaar geleden van de beurs gehaald door Saxo Bank.
Groei uit overnames en vermogensaanwas
Van Lanschot Kempen doet dus iets waarin anderen faalden. Er zijn tegelijkertijd ook wel een paar kanttekeningen bij het succes te plaatsen. Zo hebben overnames veel bijgedragen aan de groei.
In een presentatie zette het bedrijf op een rij wat er sinds 2015 is gekocht. Met vijf overnames is in totaal 14,2 miljard euro aan beheerd vermogen in huis gehaald. Dat is ruim een vijfde van de totale groei.
Verder is het vermogen van klanten gegroeid dankzij de gunstige marktomstandigheden. Opgeteld over alle jaren vanaf 2013 gaat het om zo’n 25 miljard euro.
Dit bedrag is ongeveer even groot als de netto instroom van nieuw kapitaal over deze periode. Overnames en de vermogensaanwas van bestaande klanten dragen dus meer bij aan de groei dan de instroom.
Suboptimale beleggingsprestaties
Daarnaast is een zwakke plek dat de beleggingsprestaties suboptimaal zijn. Jaarlijks werd gemiddeld een rendement van nog geen 6 procent gehaald. Ter vergelijking, een gemengde portefeuille in obligaties en aandelen deed afgelopen eeuw ruim 8 procent per jaar.
Dat de prestaties van beleggingen achterblijven constateert Van Lanschot Kempen zelf ook in het jaarverslag over 2020. Ten opzichte van de benchmark die de bank hanteert bleven de rendementen over de afgelopen drie jaar rond de 2 procentpunt achter.
Dit lijkt de klanten van het concern echter niet te deren getuige de autonome groei die het desondanks boekt. Kennelijk zijn de prestaties uiteindelijk niet doorslaggevend voor de meer vermogende klant waar de bank zich op richt.