Schaalgrootte is de sleutel bij BasicFit. Door de markt gecontroleerd te bezetten met low budget clubs denken concurrenten wel twee keer na alvorens zelf een club te openen in de buurt.
Zittende concurrenten wordt de zuurstof ontnomen wanneer BasicFit meteen twee clubs geclusterd in een regio opent. Kleine lokale spelers leggen snel het loodje wanneer BasicFit een frisse efficiënte club opent waarbij klanten maandelijks slechts 20 euro contributie betalen. De schaalgrootte is een strategische barrière tegen concurrenten die proberen nog goedkoper te zijn.
Met 419 clubs eind 2016 kan BasicFit hoge kortingen bedingen bij leveranciers van fitnessapparatuur. De vele clubs zorgen op zich al voor naamsbekendheid, terwijl het landelijke reclamebudget snel rendeert aangezien zoveel clubs ervan profiteren. Een strakke organisatie en maximaal gebruik van ICT zorgen ervoor dat BasicFit minder dan drie fulltime medewerkers per club nodig heeft, ondanks dat een volwassen club meer dan 3000 leden heeft. Ze maakt daarbij handig gebruik van een lokale personal trainer die niet op de loonlijst staat, maar als ondernemer een maandelijkse fee betaalt (!) aan BasicFit om zijn diensten te verlenen binnen een club. Deze hoofdtrainer mag meer personal trainers aannemen als zijn eigen medewerkers of partners. Zij fungeren als kundige - en gratis - ogen voor de club en haar leden.
Dankzij de lage kostenstructuur renderen volwassen clubs met een 49% brutomarge (EBITDA/omzet) behoorlijk. Tegelijkertijd is een nieuwe club al binnen enkele jaren volwassen. Een club verdient zich binnen drie jaar terug bij BasicFit.
BasicFit heeft uitsluitend clubs in Nederland, België, Frankrijk, Spanje en Luxemburg. Het is veel aantrekkelijker om in deze landen uit te breiden, aangezien expansie naar andere landen extra kosten zou vergen (naamsbekendheid opbouwen, landenmanagers). Andere landen komen op zijn vroegst over vijf jaar in beeld, aldus bestuursvoorzitter en oprichter Rene Moos tijdens de aandeelhoudersvergadering. Ongetwijfeld speelt ook financiering daarbij een rol, aangezien hij alleen al in de huidige landen zo’n honderd clubs per jaar toevoegt, waarbij Frankrijk prioriteit heeft. Een dergelijke expansie vreet kapitaal, maar als BasicFit erin blijft slagen nieuwe clubs snel te vullen met leden zijn ze net zo snel financieel volwassen.
Bedenkingen van de VEB over de recente verlenging van de afschrijvingsperiode van fitnessapparatuur, waardoor de kosten boekhoudkundig worden gedrukt, wuifde Moos weg. De afschrijvingsperiode is in lijn met de daadwerkelijke vervanging. Controlerend accountant EY bevestigde dat de verlenging reëel is. Een oud zeer betrof de verwerking van marketingbijdragen, waarbij leveranciers van fitnessapparatuur een deel van de marketingkosten voor hun rekening nemen. De hoogte van deze bijdragen blijft geheim, maar Moos bevestigde dat de hoogte ervan al jaren stabiel is en dat dit naar verwachting ook voor de komende jaren zo zal zijn.
Momenteel is maar liefst 40 procent van de BasicFit-clubs jonger dan twee jaar, maar dit percentage zal in de komende jaren ondanks de expansie logischerwijs afnemen. Zodra het overgrote deel van de clubs volwassen is, gaat naar verwachting de winstgevendheid van BasicFit sterk toenemen en zullen niet alle kasstromen hoeven worden aangewend voor investeringen in nieuwe sportscholen.