Unilever presteerde sterk in het derde kwartaal. Topman Paul Polman durft het aan de omzetdoelstelling voor dit jaar op te krikken. Waar is het optimisme op gebaseerd?
Unilever krijgt de handen op elkaar van beleggers. Het aandeel van de levensmiddelengigant behoorde met een stijging van 5 procent donderdagmiddag tot de grootste winnaar van het Damrak.
Geen analist hield rekening met een groei van de (onderliggende) omzet van 5,7 procent tot 13,4 miljard euro. Beleggers moeten maar liefst 13 kwartalen terug om een groeipercentage te vinden dat hoger ligt (7,8 procent in het vierde kwartaal van 2012).
Waarom zijn beleggers zo enthousiast over Unilever? Vier verklaringen.
1. Zorgen opkomende markten even op de achtergrond
Unilever realiseert meer dan de helft van haar verkopen in opkomende markten. Topman Polman zet zwaar in op China. Niet verwonderlijk dat de beurskoers van het concern in het midden van de zomer een flinke knauw kreeg toen de wereld werd geconfronteerd met een stevige beurskrach in China. Economen maakten zich grote zorgen over de houdbaarheid van de hoge groei in het land.
In de cijfers over het derde kwartaal is niets van deze angst terug te zien. De verkopen uit opkomende landen stegen met maar liefst 8,4 procent tot 7,6 miljard euro. En in China was volgens Polman zelfs sprake een dubbelcijferige groei. Hierbij dient wel gezegd te worden dat vergelijkingsbasis gunstig was. In het derde kwartaal vorig jaar daalden de verkopen hard door vraaguitval bij consumenten, waardoor supermarkten eerst oude voorraden opmaakten. Maar ook in andere opkomende regio’s, waarbij Turkije expliciet wordt genoemd, accelereerde de omzet.
Topman Paul Polman geeft in de kwartaalupdate wel aan dat “de marktsomstandigheden moeilijk blijven, en er geen signalen zijn dat de wereldeconomie snel zal aantrekken”. Een dergelijke zinsnede is echter in ieder Unilever-kwartaalbericht terug te vinden. Met andere woorden: Unilever lijkt geen rekening te houden met een snelle verslechtering in China en dat stemt beleggers tevreden.
Unilever ’s optimisme is ook terug te zien in het feit dat de omzetgroeidoelstelling voor dit jaar wordt verhoogd. De onderneming verwacht aan de bovenkant in plaats van in het midden van de bandbreedte van tussen de 2 en 4 procent omzetgroei uit te komen. In de eerste drie kwartalen lag die groei op 3,8 procent.
2. Magnum omzetknaller
De divisie die Ola, Ben & Jerry en Liptom maakt, springt in het oog. In het derde kwartaal groeide de omzet van deze activiteiten met 8,5 procent tot 2,7 miljard euro.
Dankzij het mooie zomerweer, in voornamelijk Zuid Europa, kon het onderdeel hard groeien. Maar Unilever geeft ook aan dat de introductie van een nieuwe serie Magnums en Ben & Jerry ijsjes de omzet een impuls gaven.
Ook bij persoonlijke verzorgingsproducten als Dove, Lux en de deodoranten van AXE steeg de omzet met een behoorlijk percentage van 6,2 procent tot 5,1 miljard euro. De sterke cijfers zijn goed nieuws omdat Unilever inzet op verzorgingsproducten waar de marges hoog liggen.
Het bedrijf nam de laatste maanden verschillende bedrijven over die zich bezig houden met huidverzorging. De acquisities zijn te klein om op te vallen in de media, maar geven wel duidelijk aan welke richting topman Polman op wi
3. Sterke valutaire meewind
Analisten kijken bij voorkeur naar cijfers waar valuta-effecten zijn uitgehaald. Alleen zo kan een goed beeld gevormd worden van de onderliggende prestaties van een bedrijf.
Dat neemt niet weg dat het concern op dit moment ontzettend profiteert van het feit dat het hoofdkantoor in Rotterdam staat en de cijfers in euro’s worden gepresenteerd. In de eerste negen maanden van dit jaar groeide de omzet van Unilever van 36,3 miljard euro tot 40,4 miljard euro.
Maar deze groei van 11,1 procent bestaat voor maar liefst 7,6 procent uit een valutaire meewind. De euro is in de eerste drie kwartalen van het jaar een stuk zwakker dan de munten van de landen waar het concern veel opereert, zoals de dollar, de Chinese Renminbi en Indiase Rupee.
4. Omzetgroei in Europa, maar prijsdruk blijft zorgelijk
In Europa is het al jarenlang lastiger zaken doen voor Unilever. In het derde kwartaal is zonder meer positief dat de (onderliggende) omzet in dit deel van de wereld met 2 procent toenam. Zorgelijk is wel dat de verbetering van de omzet volledig werd gedragen door groei van de volumes. Er werden eenvoudigweg meer producten verkocht.
Maar de klanten van Unilever, denk aan supermarktconcerns als Tesco, Carrefour en Ahold, wisten de gemiddelde inkoopprijs per product wel met 2,5 procent te verlagen. De groei komt dus volledig op het conto van stunts en promoties. Aangezien Unilever in haar update alleen cijfers op omzetniveau geeft, is niet duidelijk in hoeverre de lagere prijzen de marges raken.
De meeste economen houden rekening met een scenario voor Europa waarin het prijsniveau nauwelijks stijgt. Het dossier Europa blijft dus voorlopig een probleem. In de perceptie van de consument zou het Unilever-merk dan aantrekkingskracht kunnen verliezen.