Grillige resultaten, een laag rendement op geïnvesteerd kapitaal en een historie van projecten die niet lekker lopen. Beursgenoteerde bouwers Bam en Heijmans hebben veel gemeen. Op de beurs waren ze deze week voor even elkaars tegenhangers.
Dat bleek uit de reactie van beleggers op de halfjaarresultaten van de beide beursgenoteerde bouwers Bam en Heijmans. Dat was een antipode. Terwijl Heijmans tien procent van haar beurswaarde verloor, kon Bam juist acht procent aan koerswinst bijschrijven en werd daarmee circa 77 miljoen euro meer waard.
De reden voor die tegengestelde beweging was dat het Heijmans niet lukte waar Bam wel in slaagde: de eerste jaarhelft zonder nieuwe misstappen doorkomen.
Infra is spelbederver
De bouwer uit Rosmalen ondervindt nog altijd problemen bij haar Nederlandse infrastructuurtak en die overschaduwden de betere resultaten uit woningbouw volledig.
Met een omzet van ruim 300 miljoen euro is infra veruit het grootste onderdeel van de derde bouwer van Nederland, achter VolkerWessels en Bam. Het operationele verlies bij die activiteit die parkeergarages, bruggen en wegen bouwt was 15 miljoen euro. “Heel erg slecht en dat moet snel beter”, zei topman Bert van der Els.
In de eerste jaarhelft boekte Heijmans in totaal 922 miljoen euro aan opbrengsten, maar belandde met een nettoverlies van 15 miljoen euro stevig in de rode cijfers.
Vorig jaar was het infraonderdeel ook al spelbederver. Toen dwongen ze Van der Els in november al tot een winstwaarschuwing die 2014 als verliesjaar inleidde.
Verliesjaar waarschijnlijk
Nu zegt Van der Els “dat het resultaat van de Nederlandse infra-activiteiten meer achterblijft dan eerder aangenomen”. Heijmans kampt bij dit bedrijfsonderdeel met overcapaciteit en lage marges.
In de werkvoorraad zit nog “een aantal meerjarige projecten die in eerdere jaren zijn verworven tegen uitdagende condities”, aldus Van der Els. Meer dan de problemen uitzweten en de schade proberen te beperken, lijkt Heijmans niet te kunnen doen.
Volgens de bestuursvoorzitter kijkt het bedrijf inmiddels scherper naar welke klussen ze accepteert. Ook zijn de interne processen aangescherpt om tussentijdse projecttegenvallers te voorkomen. Maar in de bouwfase laat de bouwer toch nog te veel steken vallen, erkende Van der Els. “De aanscherping levert nog te weinig tastbaar resultaat op”.
Het lopende jaar met een operationele winst afsluiten, lijkt haast onbegonnen werk. Van der Els zei over 2015 “een verbetering van het operationeel resultaat te willen realiseren op weg naar herstel van winstgevendheid”. Vorig jaar was het operationele verlies 62 miljoen euro.
Hoge schuld
Een andere tegenvaller in de cijfers van Heijmans was de hogere schuld. Een operationeel verlies in combinatie met een oplopende nettoschuld is weinig comfortabel.
De nettoschuld, de rentedragende schulden vermindert met de kaspositie, kwam uit op 108 miljoen euro. Dat kwam enerzijds doordat het bouwconcern ten opzichte van eind 2014 simpelweg meer schuld op de balans had staan dan aan het einde van 2014.
Maar een andere factor van belang was een verslechtering van het werkkapitaal. Dat zette een rem op de kasstroom. Per saldo kwam de operationele kasstroom vooral door de ongunstige verschuiving in dat werkkapitaal uit op 96 miljoen euro negatief.
Volgens financieel directeur Mark van den Biggelaar is dat slechtere werkkapitaal het gevolg van discussies met klanten die niet willen opdraaien voor extra kosten. “Heijmans heeft helaas te maken met projecten waarvan de financieringsstand behoorlijk slechter is geworden”, aldus de financieel eindverantwoordelijke. “Dat zal niet snel slechter worden, maar ook niet snel verbeteren”.
Boete
Heijmans maakte in het eerste kwartaal al nieuwe afspraken met haar huisbanken. Maar daar stond wel een eenmalige boete tegenover, zo zei financieel directeur Mark van den Biggelaar tijdens de analistenbijeenkomst.
Ook zal Heijmans meer geld kwijt zijn aan rentelasten. “Deze afspraken hebben tot gevolg dat de financiële lasten in het tweede kwartaal naar verwachting zullen stijgen”, aldus Van der Els. Van den Biggelaar rekent voor de tweede jaarhelft op een extra rentelast van één miljoen euro.
De bankafspraken van Heijmans bepalen dat het bedrijf een grotere spread moet betalen naarmate de schuld hoger ligt. De verhouding tussen de nettoschuld en het bedrijfsresultaat (ebitda) kwam uit op 2,8. Dat is gevaarlijk dicht bij de met de banken afgesproken grens van 3.
Geen nieuwe tegenvaller
Net als Heijmans moest Bam beleggers vorig jaar ook het zwarte brood presenteren met een winstalarm door projecttegenvallers.
Maar de eerste jaarhelft kwam de bouwer uit Bunnik zonder nieuwe missers door. Topman Rob van Wingerden is precies een jaar de hoogste baas van Bam en kon beleggers een winst melden, hoe klein ook. Op een omzet van 3,5 miljard euro hield de grootste bouwer van Nederland 4,7 miljoen euro over.
Net als Heijmans worstelt ook Bam nog met oudere projecten die op de resultaten drukken. Van het orderboek van 11,1 miljard euro is nog ruim 20 procent aangenomen onder het oude aanname- en selectiebeleid. Halverwege het vorige jaar was dat nog 40 procent, ofwel vier miljard euro.
Sleutelen
Ook Van Wingerden sleutelt aan de interne processen die in het verleden tot slechte klussen hebben geleid.
Een beter projectmanagement, minder vooruit financieren, eerder facturen versturen en opdrachtgevers dichter op de huid zitten om rekeningen sneller te betalen. Ook belangrijk is om in contracten meer risico’s bij de klant neer te leggen. Bijvoorbeeld dat de klant eerder bereid is te betalen voor meerwerk dat moet worden uitgevoerd.
Dat zijn allemaal randvoorwaarden om überhaupt weer winst te kunnen maken. Of die toekomstige winsten een adequate vergoeding zullen zijn voor het risicoprofiel van bouwers is weer een ander verhaal. Voor bouwbedrijven blijkt het historisch per saldo lastig om meer te verdienen dan hun eigen kapitaalskosten.