Topman Ton Büchner lijkt woord te houden: AkzoNobels doelstellingen voor 2015 zijn in zicht. Door in de organisatie te snijden, is het verf- en chemiebedrijf op weg om weer even winstgevend te zijn als voor de kredietcrisis.
Dat AkzoNobel ging profiteren van een slankere organisatie was eigenlijk al voorzien door veel beleggers en analisten.
Alleen al door in 2015 minder kosten te maken voor het opschonen voor de organisatie dan in 2013 en 2014 zouden de marges (return on sales) en het rendement op geïnvesteerd kapitaal (return on investments) van AkzoNobel dit jaar stijgen.
Dit effect is in het eerste kwartaal al werkelijkheid geworden: de marge is uitgekomen op 8,5 procent en het rendement op geïnvesteerd kapitaal op 10,6 procent. Eind 2014 lagen de percentages nog op respectievelijk 6,9 en 10 procent en kruipen ze langzaam naar de 9 en 14 procent.
Deze laatste twee percentages heeft topman Ton Büchner zichzelf opgelegd toen hij de strategie uitzette na Hans Wijers te hebben opgevolgd als eindverantwoordelijke van ’s wereld grootste verfbedrijf.
Hoger resultaat
De betere prestaties komen door een hoger operationeel resultaat, oftewel een winstgevender AkzoNobel. Het resultaat ligt met 306 miljoen euro 42 procent hoger het eerste kwartaal: de kostenbasis is verlaagd, processen lopen soepeler en de lasten voor het opschudden van de onderneming zijn drastisch verlaagd. Ook zaten valutaschommelingen mee.
Het laatste effect, en dan met name door een verzwakte euro, zorgt voor een verbetering van het resultaat van zo’n 9 procent en verklaart ongeveer een vijfde van de resultaatsverbetering. Minder kosten voor het herstructureren verklaren nog eens 40 procent van het hogere resultaat.
De rest, zo’n 40 procent, komt voornamelijk door de lagere kostenbasis door de bezuinigingen en verbeterde processen bij de onderneming en een lagere olieprijs.
Omzet groeit niet mee
Ton Büchner maakte bij zijn aantreden al duidelijk dat het hem gaat om een efficiënte en winstgevende organisatie en niet zozeer een snel groeiend bedrijf. Niet voor niks is de omzetdoelstelling die er was onder Wijers geschrapt van het lijstje van de topman.
Als de zwakkere euro, die AkzoNobel flink in het zadel hielp het afgelopen kwartaal, niet wordt meegenomen, daalde de omzet zelfs met 2 procent. Er is 2 procent minder verf verkocht en dit heeft het verf- en chemiebedrijf niet op kunnen vangen door de prijzen te verhogen of duurdere producten te verkopen.
Inclusief valua-effecten steeg de omzet met 6 procent naar 3,6 miljard euro.
De lagere volumes worden onder meer verklaard door de Europese markt, waar minder verven voor de consumentenmarkt (het onderdeel decorative paints) en speciale coatings voor bijvoorbeeld de luchtvaart (performance coatings) zijn verkocht het eerste kwartaal. De vraag blijft achter, soft demand noemt AkzoNobel.
Hoe anders is het beeld in de Verenigde Staten. Hier liggen de volumes in alle drie de segmenten van AkzoNobel – naast decorative paints en performance coatings ook specialty chemicals, oftwel speciaal chemie voor de industrie – hoger.
Europa is overigens verreweg de grootste markt voor AkzoNobel met 37 procent van de omzet in 2014 (ontwikkeld Europa), tegen 15 procent voor Noord-Amerika.
Helaas komt er ook geen spectaculaire groei uit de opkomende markten waar AkzoNobel actief is. Het bedrijf voorspelt voor dit jaar lagere groei in de als hoge groei gecategoriseerde landen, oftewel een markten zoals China.
Doelstelling staan
Ondanks de lagere omzet exclusief valutavoordelen zijn beleggers tevreden met de cijfers van AkzoNobel. Zij zien dat dat de doelstellingen in het vizier komen, waardoor het er op lijkt dat Ton Büchner en zijn team de zaken bij AkzoNobel onder controle hebben.
De topman heeft nog ruim een half jaar de tijd om de doelstellingen wat betreft winstgevendheid en het rendement op geïnvesteerd kapitaal te behalen.
Hij krijgt hier zoals gezegd weinig hulp uit de Europese markt. Het zijn met name de reorganisaties uit 2013 en 2014 waar AkzoNobel dit jaar de vruchten van moet plukken.