De prijs van een vat olie is in februari gestegen. Dat is voor het eerst in acht maanden. De forse daling sinds de zomer is daarmee nog lang niet goed gemaakt. Hoe kunnen beleggers profiteren van mogelijk verder herstel?
Heeft de olieprijs de bodem achter de rug? Ja, zegt bijvoorbeeld het Internationaal Energie Agentschap. Volgens het IEA zal de olieprijs dit jaar verder stijgen om dan een nieuwe balans te vinden.
Welke mogelijkheden hebben beleggers die de verwachtingen van het Energie Agentschap delen? Vier mogelijkheden op een rij.
1. Futurefondsen
Directe blootstelling aan de olieprijs valt te krijgen door te beleggen in futures. Die methode kent de nodige risico's en is alleen geschikt voor goed ingevoerde en actieve beleggers. Bovendien bieden brokers in Nederland nauwelijks de mogelijkheid aan particulieren om op deze manier in te spelen op de ontwikkelingen in de oliemarkt.
Als alternatief kan gekozen worden voor een tracker (ETF, Exchange Traded Fund) te beleggen die weer in oliefutures belegt. De meest populaire tracker is de (ticker: USO). Deze tracker belegt in een-maands future contracten WTI olie en rolt deze door als de contracten zijn afgelopen.
Hoe gevoelig voor de olieprijs?
De grondgedachte van beleggen in trackers is dat deze instrumenten zo goed mogelijk de markt volgen. Maar hoe nauwkeurig volgt de USO-tracker de olieprijs?
Niet zo heel goed, leert het verleden. In de tweede helft van 2008 zakte de olieprijs met zo'n 80 procent. Beleggers in de olietracker maakten met een verlies van 80 procent de achtbaanrit naar beneden volledig mee.
Maar bij het daaropvolgende herstel van de olieprijs bleef de olietracker aanzienlijk achter. Tijdens de recente daling van de olieprijs, die begon in juni 2014, zakte de USO-tracker weer helemaal in lijn met de spotprijs van olie (ruim 55 procent). De stijging van de olieprijs in februari heeft de USO-tracker maar beperkt omhoog geholpen.
2. Aandelentracker
Een andere mogelijkheid om blootstelling aan de olie te krijgen is beleggen in grote oliebedrijven als Shell, Exxon en BP. Risico's op individuele tegenvallers vermijden kan door te beleggen in een mandje.
Dat kan bijvoorbeeld via de (ticker: XLE) die onder andere belegt in oil majors als Exxon en Chevron, maar ook dienstverleners als Schlumberger.
Hoe gevoelig voor de olieprijs?
De koersen van een mandje grote oliebedrijven zijn aanzienlijk minder bewegelijk dan de olieprijs zelf. De koersimpact op de XLE-tracker was zowel in 2008 als bij de meeste recente crash ongeveer twee keer zo klein als de daling van de olieprijs.
De meeste oliegiganten hebben een degelijke balans en kunnen snel hun investeringen verlagen waardoor zij de pijn van een lage olieprijs een tijdje kunnen uitzitten. Ook lijkt een royaal dividend van verschillende grote oliebedrijven voor een koersbodem te kunnen zorgen.
3. Tracker op toeleveranciers
Voor beleggers die meer risico durven te nemen zijn er de Amerikaanse (ticker XES) en de (ticker XOP).
In de XES-tracker belegt in 50 Amerikaanse toeleveranciers aan de olie-industrie zoals Noble Energy en Ensco terwijl de XOP-tracker meer georiënteerd is op bedrijven die actief zijn in de schaliegasmarkt (80 aandelen).
Dit zijn minder bekende bedrijven als Matador Resources en Sanchez Energy die gas uit schaliegesteente persen met behulp van complexe technieken in de Amerikaanse staten Texas en Louisiana. De belangen van beide trackers zijn gelijk gewogen, wat wil zeggen dat ieder aandeel ongeveer hetzelfde gewicht in het aandelenmandje heeft.
Hoe gevoelig voor de olieprijs?
Van alle manieren om in olie te beleggen bewegen olietoeleveranciers het sterkst mee met de olieprijs. Als de olieprijs daalt worden deze ondernemingen meegezogen omdat de investeringen in de sector onder druk komen te staan. Aangezien veel toeleveranciers met flinke schulden werken komen tegenvallers extra hard aan.
Bij herstel van de olieprijs werkt de hefboom de andere kant op en kunnen toeleveranciers van de olie-industrie en schaliebedrijven sterk profiteren van de inhaalinvesteringen die grote oil majors moeten doen.
4. Beleggen in oliemunten
Inspelen op de olieprijs kan ook door te investeren in valuta die sterk afhankelijk zijn van olie. Beleggen in valuta is in eerste aanleg al een risicovolle onderneming maar bij handel in olie gerelateerde munten komen daar risico's bij die samenhangen met specifieke landen. Denk daarbij aan Rusland en Venezuela.
Een aanzienlijk veiliger alternatief is een belegging in de Noorse kroon. Noorwegen is als grootste exporteur van olie en gas in West-Europa afhankelijk van de olieprijs, maar door het massieve staatsfonds van ongeveer 900 miljard dollar kan het land olieschokken goed absorberen.
Bovendien zijn er op de Noorse beurs aandelen van oliebedrijven te koop die het beleggers mogelijk maken om dubbel te profiteren van een stijgende olieprijs.
Een uitgebreide versie van dit artikel verscheen in de februari-editie van VEB-beleggingsmagazine Effect
Welke mogelijkheden hebben beleggers die de verwachtingen van het Energie Agentschap delen? Vier mogelijkheden op een rij.
1. Futurefondsen
Directe blootstelling aan de olieprijs valt te krijgen door te beleggen in futures. Die methode kent de nodige risico's en is alleen geschikt voor goed ingevoerde en actieve beleggers. Bovendien bieden brokers in Nederland nauwelijks de mogelijkheid aan particulieren om op deze manier in te spelen op de ontwikkelingen in de oliemarkt.
Als alternatief kan gekozen worden voor een tracker (ETF, Exchange Traded Fund) te beleggen die weer in oliefutures belegt. De meest populaire tracker is de (ticker: USO). Deze tracker belegt in een-maands future contracten WTI olie en rolt deze door als de contracten zijn afgelopen.
Hoe gevoelig voor de olieprijs?
De grondgedachte van beleggen in trackers is dat deze instrumenten zo goed mogelijk de markt volgen. Maar hoe nauwkeurig volgt de USO-tracker de olieprijs?
Niet zo heel goed, leert het verleden. In de tweede helft van 2008 zakte de olieprijs met zo'n 80 procent. Beleggers in de olietracker maakten met een verlies van 80 procent de achtbaanrit naar beneden volledig mee.
Maar bij het daaropvolgende herstel van de olieprijs bleef de olietracker aanzienlijk achter. Tijdens de recente daling van de olieprijs, die begon in juni 2014, zakte de USO-tracker weer helemaal in lijn met de spotprijs van olie (ruim 55 procent). De stijging van de olieprijs in februari heeft de USO-tracker maar beperkt omhoog geholpen.
2. Aandelentracker
Een andere mogelijkheid om blootstelling aan de olie te krijgen is beleggen in grote oliebedrijven als Shell, Exxon en BP. Risico's op individuele tegenvallers vermijden kan door te beleggen in een mandje.
Dat kan bijvoorbeeld via de (ticker: XLE) die onder andere belegt in oil majors als Exxon en Chevron, maar ook dienstverleners als Schlumberger.
Hoe gevoelig voor de olieprijs?
De koersen van een mandje grote oliebedrijven zijn aanzienlijk minder bewegelijk dan de olieprijs zelf. De koersimpact op de XLE-tracker was zowel in 2008 als bij de meeste recente crash ongeveer twee keer zo klein als de daling van de olieprijs.
De meeste oliegiganten hebben een degelijke balans en kunnen snel hun investeringen verlagen waardoor zij de pijn van een lage olieprijs een tijdje kunnen uitzitten. Ook lijkt een royaal dividend van verschillende grote oliebedrijven voor een koersbodem te kunnen zorgen.
3. Tracker op toeleveranciers
Voor beleggers die meer risico durven te nemen zijn er de Amerikaanse (ticker XES) en de (ticker XOP).
In de XES-tracker belegt in 50 Amerikaanse toeleveranciers aan de olie-industrie zoals Noble Energy en Ensco terwijl de XOP-tracker meer georiënteerd is op bedrijven die actief zijn in de schaliegasmarkt (80 aandelen).
Dit zijn minder bekende bedrijven als Matador Resources en Sanchez Energy die gas uit schaliegesteente persen met behulp van complexe technieken in de Amerikaanse staten Texas en Louisiana. De belangen van beide trackers zijn gelijk gewogen, wat wil zeggen dat ieder aandeel ongeveer hetzelfde gewicht in het aandelenmandje heeft.
Hoe gevoelig voor de olieprijs?
Van alle manieren om in olie te beleggen bewegen olietoeleveranciers het sterkst mee met de olieprijs. Als de olieprijs daalt worden deze ondernemingen meegezogen omdat de investeringen in de sector onder druk komen te staan. Aangezien veel toeleveranciers met flinke schulden werken komen tegenvallers extra hard aan.
Bij herstel van de olieprijs werkt de hefboom de andere kant op en kunnen toeleveranciers van de olie-industrie en schaliebedrijven sterk profiteren van de inhaalinvesteringen die grote oil majors moeten doen.
4. Beleggen in oliemunten
Inspelen op de olieprijs kan ook door te investeren in valuta die sterk afhankelijk zijn van olie. Beleggen in valuta is in eerste aanleg al een risicovolle onderneming maar bij handel in olie gerelateerde munten komen daar risico's bij die samenhangen met specifieke landen. Denk daarbij aan Rusland en Venezuela.
Een aanzienlijk veiliger alternatief is een belegging in de Noorse kroon. Noorwegen is als grootste exporteur van olie en gas in West-Europa afhankelijk van de olieprijs, maar door het massieve staatsfonds van ongeveer 900 miljard dollar kan het land olieschokken goed absorberen.
Bovendien zijn er op de Noorse beurs aandelen van oliebedrijven te koop die het beleggers mogelijk maken om dubbel te profiteren van een stijgende olieprijs.
Een uitgebreide versie van dit artikel verscheen in de februari-editie van VEB-beleggingsmagazine Effect
Gerelateerde artikelen