Heineken houdt ondanks (mogelijke) importheffingen door de Trump-regering vast aan doelen voor het lopende jaar. Vooral de indirecte gevolgen kunnen de Amsterdamse bierbrouwer nog raken zo bleek tijdens de vorige week donderdag gehouden jaarvergadering.
Heineken-topman Dolf van den Brink gaf tijdens de jaarvergadering aan dat voor 95 procent van zijn omzet geldt dat die in hetzelfde land geproduceerd en verkocht wordt. Maar de Verenigde Staten vormt daarop een uitzondering.
Nadat het droogleggingstijdperk in 1933 ten einde kwam begon Heineken met het exporteren van bier naar de VS. Twee derde van het totale volume op deze markt wordt vandaag de dag nog verscheept uit de brouwerijen in Zoeterwoude en Den Bosch. Het overige biervolume dat Heineken in de VS verkoopt wordt in buurland Mexico gebrouwen.
De regering-Trump wil nu een heffing van 10 procent invoeren op alle importen in de VS vanuit Nederland. Deze importheffingen zouden de afzet van Heineken kunnen schaden doordat een geïmporteerd biertje van Heineken duurder wordt dan dat van lokale partijen als Budweiser, Molson Coors en Boston Beer. Trump wil zo bereiken dat alle (bier)productie in de VS zal plaatsvinden.
Maar Heineken is volgens Van den Brink niet van plan brouwerijen in de VS op te zetten. Zo zet je een nieuwe brouwerij niet zomaar even in een ander land neer. “De barrière om de productie over te hevelen van Nederland naar de VS is behoort hoog”, aldus Van den Brink.
Dat Heineken nog geen vijf procent van zijn omzet (circa 1,4 miljard euro) uit de VS haalt maakt dat de (financiële) gevolgen gelukkig te overzien zijn. Van den Brink wilde weliswaar niet ingaan op de gevolgen van importheffingen op de operationele winst, maar afgaand op sectorgenoten zullen de directe gevolgen – bij het niet doorrekenen – van importheffingen op export uit Nederland naar schatting beperkt blijven tot minder dan 20 miljoen euro (2024: operationele winst 4,5 miljard euro).
In de verschillende scenario’s voor het lopende jaar hield Heineken al rekening met importheffingen door de Trump-regering. Heineken liet dan ook weten voor 2025 vast te houden aan een operationele winstgroei tussen 4 en 8 procent.
Vietnam
De importheffingen van Trump kunnen Heineken echter ook indirect gaan raken. Zo kreeg Vietnam aanvankelijk een importheffing van 46 procent opgelegd, maar die zijn nu door Trump voor 90 dagen opgeschort.
“Maar als ze toch van kracht worden, kan dat een enorme impact hebben op de (red. exportafhankelijke) Vietnamese economie, en dat kan op zijn beurt weer gevolgen hebben voor onze volumes in dat specifieke land”, aldus van den Brink.
Voor Heineken is Vietnam een belangrijke markt. De Nederlandse brouwer is al zo'n drie decennia actief in Vietnam en bestempelt het consequent als lucratieve groeimarkt. Het bedrijf kan profiteren van gunstige demografische karakteristieken. De bevolking is relatief jong, heeft steeds meer te besteden en trekt naar grote steden waar een biertje makkelijk te bestellen is.
Zo komen er in Vietnam ieder jaar een miljoen potentiële bierdrinkers bij, omdat zij de alcoholgerechtigde leeftijd bereiken. En als Vietnamezen alcohol drinken, kiezen ze bijna altijd voor bier. Vietnam is na China en Japan de grootste biermarkt van Azië. De brouwer heeft hier als marktleider (met als belangrijkste concurrent Sabeco, eigendom van ThaiBev) een gunstige uitgangspositie.
Vietnam vervult dan ook een sleutelrol in de mate waarin Heineken de operationele winst kan laten groeien. “Wat dergelijke indirecte gevolgen zullen zijn kunnen we nu niet zeggen. En die kan je ook niet voorspellen”, aldus Van den Brink.
Eenzijdig ESG-debat |
Sinds de verkiezing van Trump is de discussie over duurzaamheid aangewakkerd. Steeds meer bedrijven, denk aan Unilever, Shell en Equinor, komen sindsdien vanwege de extra kosten terug van hun maatschappelijke doelen. In dat kader gaf Heineken-topman Dolf van den Brink tijdens de jaarvergadering in reactie op vragen over het duurzaamheidsbeleid aan dat de brouwer trouw zal blijven aan de eigen kernwaardes, maar dat het wel meer duidelijkheid wil geven over de afwegingen die het bedrijf moet maken in het kader van duurzaamheid. “Zeker sinds 2010, met de lancering van onze eerste Brew a Better World-strategie, zetten wij ons structureel in voor duurzaamheid”, “Een van de dingen die misschien wel belangrijker wordt, is dat het debat erg eenzijdig was, vooral gericht op duurzaamheid”, aldus van den Brink. Zo streeft Heineken ernaar om in 2030 Net Zero – klimaatneutraal– te zijn in al haar brouwerijen wereldwijd. Daarvoor moet de thermische en de elektrische energie die in de brouwerij wordt gebruikt bij het brouwen en het verpakken van al bier groen worden opgewekt. Bij de omschakeling naar hernieuwbare elektrische energie weet Heineken dat inmiddels op een kostenefficiënte manier te doen. “Maar het verduurzamen van thermische energie in onze brouwerijen is veel complexer”. Er zijn volgens Heineken dan ook extra kosten die gepaard gaan met dergelijke duurzame oplossingen. Die kosten kunnen in sommige gevallen extreem hoog zijn. “Dat is ook iets waar we transparanter over willen– en moeten zijn”, aldus Van den Brink. |