Bijna twee derde van de beurswaarde van Accsys ging dit jaar in rook op. De houtveredelaar misrekende zich enorm aan de bouw van een fabriek in Engeland. Waar ging het fout en kan het bedrijf zichzelf nog wel bedruipen?
Accsys zal niet bij iedere belegger even bekend zijn. Het bedrijf bewerkt grenenhout tot een product met de eigenschappen van tropisch hardhout en is opgenomen in de Amsterdamse smallcap-index met een beurswaarde van 158 miljoen euro. Het belangrijkste product, Accoya, wordt voornamelijk gebruikt voor de bedekking van muren en vloeren buitenshuis, kozijnen en tuinmeubilair.
Accsys zag de afgelopen jaren meer vraag naar zijn producten dan het aankon en probeert daarom naarstig de capaciteit uit te breiden. Bij dat laatste ervaart de houtbewerker problemen. De uitbreiding van de (enige operationele) fabriek in Arnhem verliep weliswaar niet gesmeerd, maar is inmiddels voltooid. De bouw van een nieuwe fabriek in het Britse Hull verloopt echter ronduit dramatisch.
Dure experimentele fabriek
Accsys produceert vanuit de bestaande fabriek in Arnhem niet alleen Accoya, maar ook kleinere hoeveelheden grondstoffen voor Tricoya. Dit product levert het bedrijf nu nog (vrijwel) niets op, maar in een fabriek die speciaal is ingericht voor Tricoya zou dit op een rendabele manier te produceren zijn.
Om die reden besloot Accsys in 2017 in het Noord-Engelse Hull een nieuwe fabriek te bouwen. Maar het bedrijf en zijn twee partners hebben zich bij de bouw van deze nieuwe productielocatie voor Tricoya verkeken op de bouwkosten. Er moesten meerdere keren kostenoverschrijdingen worden gemeld (zie tijdlijn in onderstaande grafiek) en de verwachte voltooiing werd ook keer op keer uitgesteld.
Tegenslagen bouw fabriek in Hull
Koersgrafiek Accsys (in euro) met verwachte voltooiingsdatum (onder de koerslijn) en kosten fabriek in Hull en andere belangrijke gebeurtenissen. Bron: persberichten Accsys Technologies en Bloomberg.
De vertragingen hebben mogelijk te maken met de complexiteit van de nieuwe fabriek, waarvan er nog geen in haar soort bestaat. Hoofdaannemer Engie Fabricom (een bekend ingenieursbureau in de petrochemie) stopte in het tweede kwartaal van vorig jaar bovendien met het hele project. Volgens de oorspronkelijke plannen had de bouw toen al voltooid moeten zijn.
Sindsdien fungeert Accsys zelf als hoofdaannemer, maar ook dat levert nog geen succes op. Aanvankelijk zou de bouw van de fabriek in Hull 59 miljoen euro kosten. Daarna is het bouwbudget meermaals verhoogd, tot een huidige schatting van 138 miljoen euro.
De partners in het project gooiden daarom begin november de handdoek in de ring. Ze verkochten hun belang in de joint venture (van 53 procent) aan Accsys voor aandelen die een belang van circa 6 procent in Accsys vertegenwoordigen (omgerekend een waarde van 10 miljoen euro).
Ook de bank die de bouw mede financiert, NatWest, incasseert een afschrijving op de lening, die van 15 miljoen euro zakt naar 6 miljoen euro. Een dergelijke vrijwillige afschrijving nemen banken doorgaans alleen als faillissement het alternatief is. Wanneer de fabriek operationeel is en bepaalde doelstellingen worden behaald, krijgt de bank de inmiddels afgeschreven 9 miljoen euro terug.
Inmiddels realiseert Accsys zich dat de fabriek in Hull geen honderd miljoen euro waard is – het bedrag waartegen het in de boeken staat – en schrijft daarom 58 miljoen euro af. Zowel de bank als de partners van Accsys beschouwen het project als een bodemloze put. Tegelijkertijd verhoogt het bedrijf zelf zijn blootstelling door partners uit te kopen. Een risicovolle zet nu anderen opgeven. Mede daarom gaat het bedrijf zich eerst bezinnen op de volgende stappen.
Zes maanden pauze
Accsys kiest ervoor om de bouw in Hull stil te leggen en zich te richten op het verdienen van geld met de fabriek in Arnhem. Bij de presentatie van de halfjaarcijfers hadden analisten vragen over wat er nog moet gebeuren om de fabriek af te bouwen, maar heldere antwoorden bleven uit.
Will Rudge, financieel topman bij Accsys, zei bij de analistenbijeenkomst in november dat hij verwacht dat de kaspositie van 7,2 miljoen euro de komende zes maanden zal toenemen. Dit komt niet alleen door het stoppen van de bouw, maar ook door de afname van het werkkapitaal en de bijdrage van een vierde reactor aan de winst die de fabriek in Arnhem genereert.
Accsys gaat ondertussen uitzoeken hoeveel het kost om de fabriek in Hull af te bouwen. Er zijn twee verschillende partijen ingeschakeld om een gedetailleerde berekening te maken. Voorlopig is de verwachting dat het 35 miljoen euro extra zal kosten, gebaseerd op de hoogste schatting om de fabriek operationeel te krijgen.
Daarnaast is de vraag wat de fabriek zal opleveren bij de huidige energieprijzen. Door de extreem gestegen gasprijs wordt de winstgevendheid gedrukt. Tot slot bekijkt de houtbewerker verschillende opties om de laatste fase van de bouw te financieren. Topman Rob Harris noemde daarbij als mogelijke financieringsbronnen een nieuwe aandelenemissie, operationele kasstroom uit Accoya, nieuwe schuld en nieuwe joint venture-partners.
Grote gok
Het bedrijfsresultaat (EBITDA) van Accsys gaat de goede kant op. Maar schulden zijn een groot probleem. De nettoschuld bedraagt - na de afschrijving van 9,5 miljoen euro op de banklening - 52 miljoen euro. Voor een bedrijf dat dit boekjaar een verwachte EBITDA van 16 miljoen euro realiseert en bovendien nog veel moet investeren in groei, is dat te veel.
Daarbovenop moet Accsys nog 35 miljoen euro vinden voor de voltooiing van de fabriek in Engeland. Tenminste, als het project ooit nog doorgaat en niet zal blijken dat het nóg meer zal kosten dan dit bedrag.
Een nieuwe claimemissie ligt voor de hand, maar het mag duidelijk zijn dat beleggers daar weinig zin in hebben. Ze hebben vaker – in ruil voor mooie beloftes – geld bijgestort voor de bouw van deze fabriek. Daarbij is de koers van het aandeel Accsys dit jaar al 62 procent gezakt, tot ongeveer het niveau van maart 2020.
Het bestuur van Accsys lijkt erop te gokken dat alles in de komende zes maanden operationeel perfect verloopt, waardoor er weer geld in kas stroomt en het bedrijf in rustiger vaarwater terechtkomt.
Het is een gok waarbij succes verre van verzekerd is.
Positieve outlook |
|