VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

Dat stijgende grondstofprijzen de winsten van bedrijven bedreigen, mag halverwege dit halfjaarcijferseizoen geen verrassing meer heten. Ook bij veevoerproducent ForFarmers laat een hogere grondstoffenfactuur zich gelden. Maar anders dan bijvoorbeeld grootmachten als Heineken en Unilever lukt het ForFarmers niet om deze kosten voldoende door te berekenen aan klanten.

Grondstofprijzen zijn de kiezel in de schoen van ForFarmers-ceo Yoram KnoopUit de recente cijferpresentatie bleek dat de snel oplopende kostprijs van allerhande grondstoffen behoorlijk weegt op de cijfers van de veevoerproducent.

Het zorgde ervoor dat het bedrijf de laagste brutomarge noteerde sinds het in 2016 een beursnotering kreeg. Tegelijkertijd ziet ForFarmers andere bedrijfslasten als salarissen en transportkosten ook al enige tijd oplopen. De beurskoers is inmiddels weggezakt tot een dieptepunt. ForFarmers ging in het voorjaar van 2016 voor zeven euro naar de beurs en noteert inmiddels rond de 4,50 euro. 

Felle strijd
De leverancier van kracht- en ruwvoer voor onder andere koeien, varkens en kippen kan de grondstoffeninflatie niet doorberekenen nu er een felle strijd om marktaandeel woedt tussen de veevoerproducenten. Belangrijke grondstoffen voor ForFarmers zijn soja, raapzaad, tarwe, mais en gerst.

Op de markt voor veevoer is sprake van forse concurrentie tussen veevoederbedrijven en stapt een afnemer gemakkelijk over van de ene naar de andere leverancier. Plat gezegd is de koe niet merkentrouw, maar vreet wat de pot schaft. Voor de boer telt behalve de voedingswaarde vooral ook de prijs.

ForFarmers is actief in vijf landen - Nederland, België, Duitsland, het Verenigd Koninkrijk en Polen - en is in al deze landen een van de grotere spelers. Toch betekent dat niet dat het bedrijf een dominante positie heeft. Zo hebben de vier grootste veevoerleveranciers in bijvoorbeeld Duitsland een gezamenlijk marktaandeel van slechts 30 procent. De rest van de markt wordt bediend door veel kleinere partijen. De marktmacht van ForFarmers is dus beperkt en prijsconcurrentie is aan de orde van de dag. Dat maakt het volledig doorberekenen van de gestegen grondstofkosten praktisch onmogelijk.

De stijgende prijzen zijn voor het bedrijf, dat een jaaromzet heeft van circa 2,3 miljard euro en de afgelopen jaren een brutomarge tussen de 16,5 en 19,5 procent haalde, een probleem. In periodes waarin grondstofprijzen stijgen, krijgt de brutomarge meteen een tik. Die brutomarge is de omzet minus de inkoopprijs van de grondstoffen.

De coronacrisis heeft de markt nog grimmiger gemaakt. Niet alleen de prijzen voor grondstoffen stijgen, maar de boeren hebben ook last gehad van lagere vraag naar hun producten door bijvoorbeeld de horecasluiting. Het resultaat is dat de hele keten van begin tot eind stevig in de knel komt. 

Diepterecord
De stijgende grondstofkosten en de krimpende marges zijn voor ForFarmers al langer een probleem. Waar de brutomarges tot halverwege 2018 schommelden rond een procent of 19 zijn deze sindsdien stevig onder druk gekomen. In het net afgesloten eerste halfjaar was de brutomarge zelfs maar 16,5 procent, het laagste niveau sinds de beursgang in 2016.

Het lukt ForFarmers niet om de operationele kosten, die in mindering komen op de brutowinst om tot het operationele resultaat te komen, met gelijke tred te drukken. Sterker, de kosten voor personeel, transport en brandstof nemen al jaren gestaag toe als percentage van de brutomarge. De operationele kosten (voor afschrijvingen, rente en belastingen) bedroegen in het eerste halfjaar van 2021 liefst 85 procent van de brutomarge.  

Brutomarge ForFarmers op dieptepunt sinds beursgang


Bron: Jaar- en halfjaarverslagen ForFarmers. Op de rechteras zijn de operationele kosten (personeels-, transport-,
onderhouds- en energiekosten) gegeven als percentage van de brutomarge.

Substitutie-effect maakt extra kwetsbaar
Wat bovenstaand probleem verergert, is het substitutie-effect. Waar de koe een extra hoge melkproductie krijgt met inname van het krachtvoer kan het bij hoge voerprijzen lonen om wat te minderen. De voermix wordt dan bijvoorbeeld aangepast. De koe krijgt dan minder dure soja of raapzaad ten faveure van meer groen- of ruwvoer zoals, klaver, luzerne of voederbieten. Dit kan de boer geheel of deels zelf telen en hij is daarmee dus goedkoper uit.

Op organische basis, dus exclusief de effecten van overnames, daalde het geleverde volume voer het afgelopen halfjaar met een half procent. In de woorden van ceo Knoop ‘een kleine daling’. Vergeleken met de grotere organische krimp van 5,6 procent en 2,6 procent over de eerste jaarhelften van respectievelijk 2020 en 2019 viel het in zekere zin mee. Maar het laat onverlet dat het bedrijf de omzet op eigen kracht al langere tijd ziet dalen.

Organische omzetgroei is een belangrijke drijver voor het waardecreërend vermogen van een bedrijf. Voor beleggers in ForFarmers is de omzetdaling samen met de marge-erosie een indicatie dat het in Lochem gevestigde bedrijf steeds moeilijker economische waarde weet te creëren. Van financiële waardecreatie is sprake als het rendement op de geïnvesteerde middelen hoger ligt dan de kapitaalkosten (wacc). Op dit moment zit ForFarmers nog net aan de goede kant van de scheidslijn, maar de trend is negatief en de huidige omstandigheden maken het lastiger daar te blijven.

De volumedaling van het afgelopen halfjaar vond met name plaats in de grote afzetgebieden Groot-Brittannië, Nederland en België. In Duitsland en Polen, waar ForFarmers wat minder sterk aanwezig is, kon het wel een organische omzetgroei laten zien.

Kostenbesparing onvoldoende om dure misser te compenseren
ForFarmers zegt actie te ondernemen om de marges te schragen en heeft een besparingsprogramma opgetuigd om het resultaat te beschermen.

Het doel is om in het huidige en komende kalenderjaar in totaal zeven miljoen euro van de kosten af te schaven. In 2025 zou dit, onder andere door personeelsreducties, op moeten lopen naar tien miljoen euro per jaar.

Ook was sprake van een misser in het eerste kwartaal. Doordat een aantal contracten in Duitsland was afgesloten tegen verkeerde prijzen sneed het bedrijf zichzelf voor vier miljoen euro in de vingers, gemeten naar de operationele winst (EBITDA). Het ging volgens ForFarmers zelf om enkele lange-termijncontracten die voor klanten ‘gunstig geprijsd’ waren. Een gunstige prijs voor de klant is voor de leverancier, ForFarmers in dit geval, uiteraard ongunstig. De marges in Duitsland stonden daardoor onder druk.

Het ‘incident’ met de contracten was goed voor het verlies van zo’n tien procent van de operationele winst, die in het eerste halfjaar 40,8 miljoen euro bedroeg, en heeft hoogstwaarschijnlijk meer effect dan de bescheiden besparingen die nu worden uitgerold.

 




Gerelateerde artikelen