Een nieuw recordjaar voor ASML levert de bestuurders recordbonussen op. Daarvoor was wel een helpende hand nodig van de commissarissen die de regels tussentijds aanpasten en zo bestuurders een extra miljoen euro wisten te bezorgen.
Topman Peter Wennink ontving een totale beloning van 4,5 miljoen euro over 2020. Dit is het hoogste bedrag in de acht jaar dat hij leiding geeft aan de chipmachinefabrikant.
Die beloning is behaald in een jaar waarin omzet en winst naar een nieuw record gingen. Corona heeft wel degelijk impact gehad op de operationele gang van zaken, maar aan het resultaat heeft dat nauwelijks afbreuk gedaan. ASML spreekt van een ‘beperkte impact op de financials’.
De recordprestaties hebben hun weerslag op de variabele beloning van topman Peter Wennink, die bestaat uit een jaarbonus en een langetermijnbeloning.
Wennink scoorde net niet maximaal op de jaarbonus, die onder meer de ontwikkeling van winstmarges en de marktpositie in 2020 in acht neemt.
Ten aanzien van de langetermijnbeloning lag de uitkering ruim een kwart onder het maximaal haalbare. Op drie van de vier criteria – denk hier aan ASML’s beurskoersontwikkeling en dividenden over de laatste drie jaar – heeft ASML afgezet tegen branchegenoten ruim bovengemiddeld gescoord.
Maar op het criterium rendement op geïnvesteerd kapitaal (‘ROAIC’), dat met 40 procent het zwaarste gewicht heeft van alle vier de criteria, scoorde de topman beneden gemiddeld. De beloningscommissie heeft op dit criterium een ‘opwaartse aanpassing’ doorgevoerd.
Het onlangs verschenen beloningsverslag meldt dat ASML onverwachts meer geld opzij moest zetten om te investeren in R&D en fabrieken. Met die extra investering was geen rekening gehouden toen de doelstellingen voor beloning – dus ook rendement op het geïnvesteerde kapitaal - werden vastgesteld. Commissarissen zeggen niet waarom die investeringen zo urgent waren en waarom deze kennelijk niet eerder waren voorzien.
Volgens het rapport levert de upward adjustment. Wennink ‘2307 extra aandelen tegen 369.050 euro’ op. Maar ASML rekent met de aandelenkoers ten tijde van de voorwaardelijke toekenning, die toen veel lager was dan op dit moment (circa 160 euro).
Tegen de koers van vandaag, die een factor drie hoger ligt, zijn de extra aandelen 1,1 miljoen euro waard.
En daarmee is het nog niet gedaan. Zonder extra informatie mag aangenomen worden dat de extra investeringen gaan resulteren in nog betere financiële prestaties. Hierdoor kunnen bestuurders later opnieuw profiteren van nu gedane investeringen, wat de aanpassingen van de commissarissen nu nog meer omstreden maakt.
Geen uitleg
ASML is het meest succesvolle technologiebedrijf van Nederland in de laatste decennia. En aandeelhouders hebben daar niet in de laatste plaats van geprofiteerd.
Maar de matige onderbouwing van de extra aandelenbonus - die voor alle zes de bestuurders bij elkaar 4,4 miljoen euro beloopt – past niet in de eisen van deze tijd.
Te meer omdat eind 2019 ingevoerde richtsnoeren beursfondsen vragen om meer transparantie en verantwoording van doelstellingen, prestaties en de beloning die daarvoor gegeven wordt.
Vooral bij ‘discretionaire’ toekenning van extra bonussen dienen commissarissen helder uit te leggen waarom daar sprake van zou moeten zijn.
In het beloningsverslag van ASML ontbreekt wezenlijke informatie. ‘We maken de exacte gerealiseerde doelen en niveaus voor de prestatiecriteria niet bekend, aangezien deze kwalificeren als commercieel of strategisch gevoelige informatie’, aldus het verslag.
Aangezien het voornamelijk high-level targets betreft - denk aan kasstromen of winstmarges op groepsniveau - valt te betwijfelen of het delen van de precieze doelen met aandeelhouders na afloop van de prestatieperiode de concurrentie iets wijzer zal maken. In landen als het VK zijn beursfondsen in ieder geval veel transpanter omtrent bonusdoelen.
Ten aanzien van het bonuscriterium ROAIC blijft – zowel in het door commissarissen opgestelde remuneratierapport als alle andere delen van het jaarverslag – onduidelijk hoe ASML het verhoudingsgetal berekent. Laat staan dat exacte percentages worden gedeeld.
Voor de goede orde: het feit dat commissarissen Wennink niet willen afstraffen voor hogere investeringen – die zich in de toekomst mogelijk zullen uitbetalen – valt te verdedigen.
Maar op basis van de informatie die ASML deelt in het remuneratieverslag, kunnen aandeelhouders hier geen eigen inschatting van maken.
Regels dwingen beursfondsen tot meer openheid over bonus |
- Tot nu toe hebben vijf beursfondsen hun beloningsverslag gepubliceerd. Bij twee van de zes – naast ASML ook oliedienstverlener SBM Offshore – zijn de korte en lange bonussen gewoon uitbetaald. - Bij Randstad – geweigerd door bestuurders – en TomTom – doelen niet behaald – was geen sprake van een jaarbonus in contanten. De aandelenbonus waarvoor een prestatieperiode van drie jaar geldt, werd wel uitgekeerd. De bestuurders van groothandelsbedrijf Sligro zagen af van zowel de korte- als langetermijnbonus over 2019 en 2020. Een streep door de bonus over vorig jaar was ook een voorwaarde van de miljoenen aan steun die het ontving onder de NOW-regeling van de overheid. - Als onderdeel van de in december 2019 ingevoerde aandeelhoudersrichtlijn zijn er aanvullende verplichtingen ten aanzien van het bezoldigingsverslag. De beloningsverslagen zijn hierdoor dikker dan vorig jaar. Beursfondsen hebben bijvoorbeeld extra tabellen moeten publiceren die meer openheid moeten geven over beloningsdoelen. Een inventarisatie van de eerste vijf gepubliceerde beloningsrapporten leert dat dit niet in alle gevallen is gelukt. - Beursfondsen als ASML (de exacte korte en lange doelen blijven ongewis) en SBM Offshore (bijvoorbeeld ten aanzien van het bonusdoel nieuwe orders) blijven bijvoorbeeld weigeren volledige openheid te geven. - Bij TomTom wordt wel duidelijk dat twee aan het begin van het jaar gestelde bonusdoelen bij lange na niet werden behaald. Om in aanmerking te komen voor de bonus zou de vrije kasstroom 50 miljoen euro moeten bedragen en de verkopen uit navigatiediensten van 464 miljoen euro. De daadwerkelijk behaalde resultaten bedroegen respectievelijk minus 26 miljoen euro en 392 miljoen euro. - Aandeelhouders krijgen op de aandeelhoudersvergadering gelegenheid een ‘adviserende’ stem uit te brengen over de uitvoering van het beloningsbeleid in 2020 en de uitleg hierover in het beloningsverslag. Bij beursfondsen die weinig openheid van zaken geven zal de VEB tegen dit agendapunt stemmen. |