Plotselinge projectverliezen dwongen BAM onlangs al een streep te zetten door de winstverwachting voor 2019. Komende week presenteert het bouwconcern de definitieve halfjaarcijfers. Negentien vragen van beleggers over de laatste tegenvallers en de vooruitzichten.
De zomerperiode begon in mineur voor BAM en haar aandeelhouders. Bestuursvoorzitter Rob van Wingerden overrompelde begin juli de markt door nieuwe projecttegenvallers op te biechten.
Deze keer zat de pijn bij een handvol projecten, waaronder enkele utiliteitsbouwwerken in Duitsland en een project in Dubai. De kosten vallen volgens het bouwconcern 90 miljoen euro hoger uit dan geraamd.
Vragen
Namens beleggers heeft de VEB het concern negentien vragen voorgelegd over deze laatste onheilstijding.
Zo is onder andere de vraag of deze projecten bij het bestuur al langer op de radar stonden als werken met een ongunstig risico-rendementsprofiel. Voor beleggers is ook relevant om te horen of BAM nog andere projecten in uitvoering heeft die tot soortgelijke tegenvallers kunnen leiden. En of opnieuw gaat worden geschaafd aan het aannamebeleid van nieuwe orders.
Lees de VEB briefdirect naar de brief
BAM heeft inmiddels laten weten de vragen te zullen beantwoorden na de presentatie van de halfjaarcijfers op donderdag (22 augustus).
In 2014 is het concern gestart met een scherpere tenderprocedure waarbij kritischer moest worden gekeken naar het risico van een project en betalingsvoorwaarden. Sinds het aantreden van Van Wingerden in oktober 2014 heeft hij het beter in kaart brengen van risico’s en de beheersing daarvan tot speerpunt gemaakt. Dit alles om uiteindelijk de voorspelbaarheid van de resultaten te vergroten.
De voorbije twee boekjaren werden echter overschaduwd door projectverliezen en ook 2019 zal uitdraaien op een teleurstelling. Tegelijkertijd blijft Van Wingerden wel vasthouden aan de financiële doelstellingen die hij in 2016 presenteerde.
Zo moet eind 2020 de winstgevendheid tussen de twee en vier procent van de omzet zijn en het buffervermogen (solvabiliteit) minimaal 25 procent. BAM zal in 2020 daarom een flinke inhaalslag moeten maken en kan zich geen uitglijder meer veroorloven.
Schadepost
Vorige maand bleek dat de opdrachtgever van het project in Dubai had aangedrongen op een ontwerpwijziging. BAM moest die wens volgens het bouwcontract inwilligen, zo zei Van Wingerden destijds, waardoor de kosten oplopen. Een eventuele vergoeding voor dit meerwerk ontvangt het bouwconcern pas als de gesprekken over compensatie succesvol kunnen worden afgerond.
Behalve kostenoverschrijdingen loopt in Duitsland ook een aantal disputen met opdrachtgevers over al door BAM-mensen uitgevoerd meerwerk op infrastructuurprojecten. De facturen zijn aan de klanten verstuurd, maar die weigeren vooralsnog het geld over te maken.
De totale schadepost van 90 miljoen euro betekende dat BAM de helft van de verwachte jaarwinst voor 2019 in rook ziet opgaan. De grootste bouwer van Nederland, met een jaaromzet van ruim zeven miljard euro en twintig duizend werknemers, verlaagde de marge (gecorrigeerd resultaat voor belastingen) naar één procent.
Aanvankelijk wilde Van Wingerden het jaar afsluiten met een winstmarge die hoger lag dan de 2,1 procent die in 2018 werd behaald.
De nieuwe problemen betekenden de vierde grote tegenvaller onder het bewind van Van Wingerden, die nu ruim vijf jaar bestuursvoorzitter is. Eerder moest BAM al in twee fasen ongeveer 100 miljoen euro aan verlies nemen op de bouw van de zeesluis in Ijmuiden.
Assymetrisch
De halvering van de jaarwinst die BAM vorige maand meldde, illustreert nog maar eens hoe klein de veiligheidsmarge is.
Een tegenvaller kan in één keer een flinke hap nemen uit een toch al lage resultaatsprognose.
Het risicoprofiel heeft een ongezond assymetrisch karakter. Bouwers als BAM kampen door de cyclus heen vrijwel uitsluitend met projectverliezen, ook in hoogconjunctuur, terwijl meevallers zich niet voordoen of deze zijn dermate beperkt dat het resultaat niet in positieve zin een uitschieter vertoont.