De VEB heeft op 4 juni 2018 een overeenkomst bereikt met Deloitte over een compensatieregeling aangaande (kort gezegd) de boekhoudfraude bij Ahold die in 2003 in de openbaarheid kwam, toen Deloitte de controlerend accountant was. Na 15 jaar heeft het stoppen van de rechtszaak de voorkeur boven het voeren van een verdere jarenlange juridische procedure.
Het bereiken van een regeling betekent niet dat Deloitte erkent aansprakelijk te zijn voor of schuldig te zijn aan de als gevolg van de boekhoudfraude bij Ahold geleden schade. Deloitte stelt dat diverse gerechtelijke instanties in de loop der jaren hebben bevestigd dat de fraude juist mede bedoeld was om Deloitte als accountant te misleiden. Deloitte heeft de fraude destijds juist zelf ontdekt en aan de kaak gesteld.
De compensatieregeling is beschikbaar voor daarvoor kwalificerende VEB-leden en VEB-partners. De door de VEB tegen Deloitte bij de rechtbank Amsterdam aanhangig gemaakte procedure is als onderdeel van de overeenkomst op 6 juni 2018 beëindigd.
Alleen beleggers die uiterlijk op 3 juni 2018 VEB-lid of VEB-partner zijn geworden (en lid of partner blijven tot minimaal de datum van uitkering van de compensatie) kwalificeren voor compensatie. De betreffende VEB-leden en VEB-partners dienen Ahold-aandelen gekocht te hebben in de periode 30 juli 1999 tot en met 23 februari 2003 en deze aandelen ofwel op 24 februari 2003 nog steeds in hun bezit te hebben gehad, ofwel voor 23 februari 2003 met verlies te hebben verkocht. VEB-leden en VEB-partners die aan deze eisen voldoen kunnen zich tot en met uiterlijk 6 december 2018 aanmelden bij de VEB voor deelname aan de regeling.
Leden en partners van de VEB die aan deze voorwaarden voldoen en die in aanmerking komen voor een vergoeding wordt aangeraden bewijs te bewaren van ontvangst van betaling uit hoofde van de door de Amerikaanse rechter op 16 juni 2006 algemeen verbindend verklaarde schikking met Ahold c.s., de in het kader van die schikking ingediende Proof of Claim Form met de daarbij benodigde bewijsmiddelen van transacties in aandelen Ahold, of, indien niet is deelgenomen aan die schikking, de hiervoor bedoelde bewijsmiddelen.
VEB-leden en VEB-partners die voor een vergoeding in aanmerking komen, kunnen aanspraak maken op een vast bedrag aan minimumcompensatie en, afhankelijk van hun positie, een variabel bedrag dat wordt vastgesteld volgens een met Deloitte overeengekomen verdelingsmethodiek. Over de verdere inhoud van de regeling kunnen op dit moment geen nadere mededelingen worden gedaan. Leden en partners van de VEB die in aanmerking komen voor een vergoeding zullen over zes maanden nader worden geïnformeerd. Als ondertussen mocht blijken dat de regeling op onvoldoende steun kan rekenen, zal de regeling geen doorgang vinden.
Aandeelhouders van Ahold die niet (tijdig) VEB-lid of VEB-Partner waren of wel lid of partner zijn maar niet voldoen aan de hiervoor beschreven voorwaarden, kunnen geen aanspraak maken op compensatie onder de tussen de VEB en Deloitte bereikte regeling. Deze aandeelhouders van Ahold dienen zelf (juridisch) advies in te winnen. Dat geldt ook voor VEB-leden en VEB-partners die wel voor een vergoeding in aanmerking komen, maar er de voorkeur aan geven zelf hun aanspraken geldend te maken.
Lees ook de Q&A met de meest gestelde vragen en antwoorden.