2018 wordt een lastig jaar voor Sif Group, de bouwer van windmolenfunderingen. Het orderboek is verontrustend mager gevuld. Er is wel zicht op een grote opdracht, maar voor het geval dat deze toch niet doorgaat, zijn er nu al afspraken met banken gemaakt over de convenanten.
Door moeilijke marktomstandigheden is de orderinstroom van Sif sterk teruggelopen. Werd vorig jaar voor 232 kiloton staal verwerkt tot funderingspaal, voor dit jaar staat er nog maar 115 kiloton aan productie in de boeken.
Als het daarbij blijft zal de omzet van Sif ook ongeveer halveren. Deze bedroeg vorig jaar ruim 135 miljoen euro. Dat betekent dat de operationele winst (ebitda) flink zal dalen en mogelijk zelfs in het rood zal zakken.
Het resultaat is dan dat Sif door een van de belangrijkste bankconvenanten breekt: de verhouding tussen de nettoschuld en de ebitda. Die mag niet groter dan 1,5 zijn. Uitgaande van de nettoschuld eind 2017 moet de ebitda minstens 17 miljoen euro zijn.
Het hoeft zover niet te komen. Sif Group maakte donderdag duidelijk dat het bedrijf in de laatste fase van onderhandeling zit over een grote order voor 70 kiloton. Deze opdracht zou nog volledig dit jaar worden uitgevoerd en zou de bezetting en de cijfers voor 2018 een flinke impuls geven.
Om een moeilijke discussie voor te zijn, is het bedrijf echter al in gesprek gegaan met de geldschieters. “We hebben gepaste afspraken gemaakt als het contract dat in onderhandeling is niet tot afronding komt”, zei financieel topman Leon Verweij in een call met analisten.
Wat er precies is afgesproken, maakte Sif niet bekend. Het ligt voor de hand dat het bedrijf van de banken een tijdelijke vrijstelling krijgt voor de convenanten. De hele situatie is wel pijnlijk omdat Sif nou juist had gehoopt dat de beursgang in 2016 een einde zou maken aan discussies met de geldschieters.
In een interview met Effect zei bestuursvoorzitter Jan Bruggenthijs vorig jaar nog dat het niet goed was voor het bedrijf als het steeds moest onderhandelen over vrijstellingen als de timing van betalingen door klanten net verkeerd viel.
“Het leidt ontzettend af, kost geld en ondersteunt de bedrijfsactiviteiten niet. Wij kunnen beter bezig zijn met het bedrijf”, zei de topman. Onverwacht slechte marktomstandigheden hebben het bedrijf nu dus opnieuw naar die gesprekstafel gedwongen waar het liever niet aan zit.
Het resultaat is dat Sif plannen heeft opgesteld om ‘transitiejaar 2018’ door te komen mocht de grote order niet doorgaan. De flexibele schil die eind vorig jaar bestond uit 363 werknemers, zal dan worden afgebouwd.
Sif verwacht na 2018 een sterk herstel van de vraag en orders en zal de flexibele krachten dan weer nodig hebben. Voor de bedrijfsactiviteiten is het waarschijnlijk het beste als het binnenkort kan melden dat het orderboek voor 2018 met 70 kiloton is toegenomen en grote ingrepen niet nodig zijn. In feite staat of valt het jaar dus met een grote order.