Accountantsorganisatie PricewaterhouseCoopers zal toch voor het derde jaar de boekencontrole van bouw- en ingenieursbedrijf Oranjewoud op zich nemen. Tijdens de jaarrekeningcontrole van afgelopen jaar ontstond onenigheid tussen beide partijen, maar die bleek recent alsnog uit de wereld te zijn geholpen.
De wrevel was veroorzaakt door het eigen onderzoek dat huisaccountant PricewaterhouseCoopers (PwC) wilde doen naar een in 2013 afgesloten agentenovereenkomst voor het metroproject in Saoedi-Arabië.
Dat was op te maken uit de toelichting van president-commissaris Henk Sprenkelink tijdens de onlangs gehouden aandeelhoudersvergadering (ava) van Oranjewoud, moederbedrijf van Strukton en ingenieursbureau Antea.
Het aan het lokale segment van de Amsterdamse beurs genoteerde Oranjewoud is voor ruim 97,5 procent in handen van oprichter en bestuursvoorzitter Gerard Sanderink, die ook de hoogste baas is bij Strukton. Dat bouwbedrijf neemt met een jaaromzet van 1,9 miljard euro veruit het grootste deel van de Oranjewoud-omzet (2,3 miljard euro) voor zijn rekening.
Wacht aanzeggen
Volgens Sprenkelink leidde het extra uitzoekwerk door PwC tot vele tussentijdse vragen voor het Oranjewoud-management. Voor antwoorden moesten Sanderink en de financiële man Pieter Pijper vervolgens te rade gaan bij externe partijen die ook betrokken waren bij de kwestie.
De afronding van boekencontrole liep hierdoor flinke vertraging op. Uiteindelijk publiceerde het bouw- en ingenieursbedrijf de jaarrekening op 30 juni, twee maanden later dan de Nederlandse regels voorschrijven.
Voor bestuur en commissarissen was deze uitloop aanvankelijk reden om PwC de wacht aan te zeggen. Na twee jaar zou Oranjewoud op zoek gaan naar een andere boekencontroleur. Op de agenda voor de ava was daarom een stempunt opgenomen die het bedrijf een vrijbrief moest geven om in de komende weken “een van de grote accountantskantoren in Nederland” te selecteren.
Zo ver kwam het niet. ‘We zijn inmiddels verder in de tijd’, zei Sprenkelink na zijn verrassende mededeling dat met PwC alsnog overeenstemming was bereikt om met elkaar verder te gaan. Wat zich de afgelopen maanden binnenskamers tussen de beide partijen had afgespeeld, bleef onduidelijk. Samen hadden ze afgesproken niet met modder naar elkaar te gaan gooien.
Twee jaar geleden had Oranjewoud een conflict met de toenmalige accountant EY. Die wilde toen na tien controlejaren stoppen na een conflict over de waardering van projecten. Oranjewoud wilde dit onderhanden werk destijds voor een hoger bedrag op de balans opvoeren dan EY gerechtvaardigd vond.
Eigen onderzoek
Tijdens de bijeenkomst met beleggers bleek ook dat PwC het eigen onderzoek pas eind april was gestart.
De in de ava aanwezige PwC-accountant Hans Bod verklaarde die timing door te verwijzen naar de NBA (Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants) die ‘pas in december 2016 een richtlijn over corruptie had uitgevaardigd’.
Voordat de accountant zich op zijn eigen speurwerk stortte, had Oranjewoud de agentenovereenkomst zelf al aan een nadere inspectie onderworpen. Volgens het bedrijf waren daaruit ‘geen aanwijzingen aangetroffen die duiden op niet naleving van de wet- en regelgeving’.
Wel had Oranjewoud ‘voor meer compliance-waarborgen kunnen zorgen’ ten tijde van het tekenen van het contract, zo liet Sanderink weten.
Materieel
Maar met de conclusie van Oranjewoud nam PwC geen genoegen. Volgens Bod heeft hij met zijn team uiteindelijk geen ‘voldoende en geschikte controle informatie kunnen verkrijgen’.
Zo kon bijvoorbeeld op basis van documenten niet worden nagegaan welke werkzaamheden de lokale agent in Saoedi-Arabië precies had uitgevoerd.
Door die onzekerheid, die van materieel belang kan zijn, kon Bod zijn handtekening onder de jaarrekening niet zomaar zetten en werd het een zogeheten 'verklaring met beperking'.
Dat betekent in feite dat de accountant de juistheid en volledigheid van een deel van de cijfers in de jaarrekening niet heeft kunnen vaststellen. Vorig jaar kreeg Oranjewoud nog wel een ongeclausuleerde goedkeurende verklaring van Bod, terwijl ook toen het metroproject al enkele jaren liep. De accountant had toen geen reden gezien tot aanvullend onderzoek.
Riyad uitzondering
Voor het metroproject in Riyad, met een opbrengst van één miljard euro de grootste opdracht voor Strukton ooit, maakt het bouwbedrijf gebruik van de diensten van een lokale agent voor projectondersteuning.
Deze tussenpersoon ontvangt volgens Sanderink een vast percentage van de contractwaarde van Strukton voor zijn werkzaamheden en betaling is afhankelijk van de voortgang van het project.
De bouwer is bij het project betrokken vanwege de specifieke kennis die het heeft van afzinktechnieken en tunnelaanleg. De metro in de Saoedische hoofdstad telt straks ruim zestien kilometer ondergronds spoor.
Sanderink is nog altijd in zijn nopjes met de prestigieuze opdracht. Die heeft volgens hem een ‘mooie risicopremie en marge’. Maar toch zullen dergelijke internationale opdrachten voor Strukton niet snel meer aan de orde zijn. ‘Riyad was als een vogel uit de lucht komen vallen’, aldus Sanderink. ‘Bovendien leert de recente ervaring bij nieuwe tenders dat de concurrentie hevig is en Strukton bij vijftien biedingen de hoogste offerte indiende.’
Toch geen eigen toezichthouders
Naast de strubbelingen met de accountant had Sanderink een ander probleem.
Strukton kon in het vierde kwartaal van 2016 namelijk niet aan alle bankafspraken voldoen. Daardoor moest met huisbanken ABN Amro, Rabobank en NIBC een nieuw financieringspakket worden geregeld. Opvallend is dat die nieuwe schuldafspraken maar tot halverwege volgend jaar lopen. De risico-opslag is met 300 basispunten aanzienlijk.
Volgens Pijper is bewust gekozen voor deze korte periode omdat hij verwacht dat de organisatie er dan beter voor staat en betere afspraken bedongen kunnen worden. ‘De relatie met de banken was geen gemakkelijke geweest’, zei Sprenkelink. ‘Sanderink heeft veel inspanningen daarin geleverd, zonder hem was het wellicht anders afgelopen.’
Onderdeel van de nieuwe financiering was ook dat suikeroom Sanderink eind vorig jaar nog eens 19 miljoen euro stortte in Oranjewoud. Oranjewoud sluist vervolgens 24 miljoen door aan Strukton. Samen met nog wat ander geschuif in financiering kon Strukton uiteindelijk 15 miljoen euro toevoegen aan het bufferkapitaal. De solvabiliteit kwam daardoor uit op bijna 19 procent.
In de onderhandelingen hebben de banken wel afgezien van een van hun eisen. Strukton hoeft namelijk niet langer een eigen raad van commissarissen in te stellen. Tijdens de ava bleek dit opgelost door het toezichthoudend college van Oranjewoud uit te breiden. De financieel directeur van Eindhoven Airport, Rianne Jans, houdt sinds eind september toezicht op de handel en wandel van Sanderink.