Veel spreken, maar weinig zeggen. Zo valt de informatie van ABN Amro aan beleggers in aanloop naar de beursgang te karakteriseren. Met de dramatische geschiedenis van de bank en recente schandalen in het achterhoofd verdienen beleggers het om specifieker geïnformeerd te worden over deze grootste beursgang in jaren.
In aanloop naar de beursgang van 20 november heeft ABN Amro beleggers overspoeld met informatie.
Gedegen informatievoorziening is essentieel, beleggers hebben uitgebreide, duidelijke en specifieke informatie nodig om een gedegen afweging te kunnen maken om al dan niet te investeren in de bank.
Uitgebreid is de informatie die de bank geeft zeker. Het prospectus dat hoort bij de beursgang beslaat meer dan 700 pagina’s, de beschrijving van de risico’s bijna 60. Zelfs binnen de top van de bank zullen maar weinigen het prospectus in zijn geheel hebben gelezen. Voor particuliere is een samenvatting van 36 pagina’s beschikbaar, maar als de nood aan de man is, kunnen aan deze brochure geen rechten worden ontleend.
Oppervlakkig
De overvloed aan woorden in het prospectus kan niet verhullen dat de bank erg aan de oppervlakte blijft. Die praktijk van veel spreken maar weinig zeggen komt het duidelijkst naar voren in de beschrijving van risico’s.
De passages over regelgeving, bedreigingen voor het verdienmodel en de gevoeligheid voor financiële of economische schokken zijn net zo goed op hun plaats in het prospectus van iedere willekeurige bank die plannen heeft om geld bij beleggers op te halen. Maar ABN Amro is niet zo maar een willekeurige bank. Zij is een van de belangrijkste financiële instellingen van Nederland die zeven jaar geleden bijna ten onder ging en zichzelf opnieuw heeft moeten uitvinden.
Intussen moest afgerekend worden met tal van lopende en historische problemen, zoals de woekerpolisaffaire, de affaire Vestia, de renteswaps voor mkb-bedrijven en de fraude- en witwasaffaire in Dubai. ABN Amro geeft onvoldoende inzicht in de impact die deze ervaringen op de organisatie en de interne controle heeft gehad.
Impact onduidelijk
Niet alleen worden risico’s slechts zeer globaal beschreven, ook is onduidelijk welke impact deze kunnen hebben op de bank en op welke wijze de risico’s worden gemitigeerd. De bank blijft steken in algemeenheden, bijvoorbeeld dat het belangrijke diensten uitbesteed en dat niet-nakoming van de wederpartijen een nadelig effect kunnen hebben op de organisatie.
Beleggers mogen verwachten dat die nadelige risico’s specifieker worden uitgelicht. Zeker bij een financiële instelling, waar het eigen vermogen maar een fractie is van de totale balans, kunnen relatief kleine tegenslagen al grote impact hebben.
In haar risicoparagraaf schrijft ABN Amro dat bank en bestuur afhankelijk zijn van de juistheid en volledigheid van informatie. Voor beleggers geldt dat niet minder. Transparante en specifieke informatie is voor hen een absolute noodzakelijkheid om hun eigen risico-analyse te maken. Op basis van de informatie die ABN nu geeft is dat niet goed mogelijk.
Nu ABN Amro steken laat vallen in de informatievoorziening moeten beleggers er maar zelf naar vragen. Nadat ABN Amro weer een beursfonds is, kan dat op de aandeelhoudersvergaderingen. De Staat mag dan nog steeds verreweg de grootse aandeelhouder zijn, iedere vraag van andere beleggers is er één, op weg naar meer duidelijkheid.
Duidelijk is ook dat de richtlijnen voor het opstellen van een prospectus scherper moeten, zodat beleggers in de toekomst meteen een stuk adequater geïnformeerd worden. De VEB zal zich hier sterk voor maken.