De rechtszaak van beleggers tegen voormalig Ahold-accountant Deloitte gaat in 2015 verder. De rechtbank heeft laten weten dat de oorspronkelijke planning -een hervatting in november- niet haalbaar was.
Miljarden aan schade leden beleggers door de boekhoudfraude bij Ahold die in 2003 in de openbaarheid kwam.
Beleggers hebben de zaak met Ahold jaren geleden geschikt. Maar een andere betrokkene, accountant Deloitte, heeft zijn rol in het debacle nog niet erkend.
Deloitte was verantwoordelijk voor controle van de boeken van Ahold in de jaren dat de fraude werd gepleegd.
Deloitte maakte daarbij grote fouten. Dat heeft de tuchtrechter tot in hoger beroep al vastgesteld.
De accountants van Deloitte zijn daardoor mede aansprakelijk voor de schade die beleggers in de Ahold-fraudezaak hebben geleden.
Begin 2012 heeft de VEB accountant Deloitte en 144 individuele maten gedagvaard. Partijen procederen nu over een aantal processuele voorvragen. Dit zijn vragen over juridisch gecompliceerde kwesties.
Niet verjaard
Op 28 maart 2014 oordeelde de Hoge Raad over de vraag of de VEB bevoegd was de vorderingen van alle gedupeerde Ahold-beleggers (meer dan 150.000) te stuiten. Het antwoord was ja.
De vorderingen van de gedupeerde Ahold-beleggers zijn dus niet verjaard. Op 24 september 2014 zou de rechtbank Amsterdam een tweede tussenvonnis wijzen over een aantal nog resterende vragen. Dit vonnis is uitgesteld tot 5 november.
Daarna zal een inhoudelijk oordeel volgen. Deze procedure en een eventueel hoger beroep kunnen nog enige jaren duren.
Tuchtprocedure
Roger Dassen, voormalig bestuursvoorzitter en thans Global Managing Director van Deloitte, is door de Accountantskamer op 30 juni 2014 veroordeeld in de nasleep van de omvangrijke boekhoudfraude die in februari 2003 bij Ahold aan het licht kwam.
In een tuchtprocedure aangespannen door particuliere beleggers is aan Deloitte bestuursvoorzitter Roger Dassen de maatregel van waarschuwing opgelegd.
De Accountantskamer oordeelt dat Dassen in 2008 oneerlijk en niet oprecht heeft gehandeld door bewust onduidelijkheid te laten bestaan over de vraag bij welke rechtspersoon van Deloitte de vordering van gedupeerde beleggers was achtergebleven.
De VEB legde deze feiten eerder aan de AFM voor. Op 13 april 2012 liet de AFM weten dat "indien hetgeen u stelt over de handelswijze van Deloitte en de heer Dassen juist is, de AFM dit zeer kwalijk en onaanvaardbaar acht."