VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

Reesink overname krijgt onvoldoende

Het kleine Reesink wil in één klap haar omzet verdubbelen met een grote overname. Nadere beschouwing leert dat de overname behoorlijke risico's kent maar niet overdreven duur lijkt.

Woensdag vraagt microcap Reesink beleggers in te stemmen met de grootste overname in de geschiedenis van de onderneming.

Het betreft de activiteiten van familiebedrijf Pon (PMH-E) die zich bezig houden met de verkoop en verhuur van vorkheftrucks en reinigingsmachines.

Door de overname verdubbelt het technisch handelshuis en distributeur van bijvoorbeeld tractors de omzet in één keer verdubbelen tot meer dan 400 miljoen euro.

Hoe moeten beleggers de plannen wegen? Een beoordeling in vijf delen.

Strategische fit: 4
Reesink zit in de landbouwmachines en industriële producten terwijl overnameprooi PMH-E verdient aan vorkheftrucks en reinigingsmachines. Dat lijkt weinig met elkaar te maken te hebben.

Toch spreekt het overnamebericht van "kansen voor cross-selling" en "aanzienlijke synergievoordelen".

De "winst" zal voornamelijk moeten komen uit het gebruik van elkaars verkoopkanaal. Dit zogeheten cross-selling na overnames is tot nu toe niet het sterkste punt van Reesink gebleken.

Voordeel van de overname is wel een betere geografische spreiding. Reesink is voornamelijk actief in Nederland, en PMH-E zet juist veel om in Duitsland.

Waardering: 7
Bij elkaar legt Reesink 62,5 miljoen euro op tafel voor PMH-E. Als de prooi goed draait in 2013 kan dat maximaal 80 miljoen euro worden, via een zogeheten earn out regeling.

Op het eerste gezicht is dit niet overdreven duur. De bedrijfswinst (ebitda) over 2012 gaat ongeveer 5,5 keer in de ondernemingswaarde (de overnameprijs plus de netto schuld). De ratio kan maximaal oplopen tot 6,7.

Dit lijkt bescheiden, zeker omdat het bedrijfsresultaat en de omzet in de laatste drie jaar groeide, en het Reesink verwacht dat dit doorzet.

Ter vergelijking: Reesink zelf handelt tegen een ratio van 8,6.

Financiering: 5 
De financiering van de overname is nogal creatief en complex.

Reesink geeft extra aandelen aan beleggers, aandelen en een achtergestelde converteerbare obligatie weg bij verkoper Pon en betaalt de rest via bankleningen. In totaal wordt de overname voor meer dan de helft met vreemd vermogen gefinancierd.

Het valt op dat de rol van particuliere beleggers klein is. Zij financieren slechts 3 miljoen euro van de deal van 62,5 miljoen euro. Aangezien de nieuwe aandeelhouders instappen tegen 63,85 euro (huidige koers 68 euro) is dit niet direct in het voordeel van de kleinere belegger.

Ook vinden de emissies plaats tegen een korting van ruim 30 procent op de intrinsieke waarde, volgens het jaarverslag 2012.

Hier staat tegenover dat Pon er geen belang bij heeft om Reesink een kat in de zak te verkopen, omdat het ook aandeelhouder wordt van Reesink.

Track record overnames: 5
Onderzoek is heel duidelijk over overnames: twee-derde vernietigt waarde. Beleggers moeten vooral uitkijken voor "empire builders", die de groei van de omzet door overnames belangrijker vinden dan de groei van de winst.

De omzetverdubbeling door de overname van PMH-E is het sluitstuk na een reeks van overnames in de laatste jaren.
Het succes van het handjevol overnames in de laatste drie jaar moet zich nog bewijzen. Aangezien de overnames uit het verleden nog zwaar op de maag liggen, is de vraag of Reesink op dit moment zo'n grote overname kan behappen.

Management team: 7
Reesink zal er flink aan moeten trekken om deze overname tot een succes te maken. Daarom ook wordt het bestuur met twee personene uitgebreid om de overname in goede banen te leiden. Een positief punt.

Slotsom:
De strategische fit tussen Reesink en overnameprooi PMH-E lijkt niet sluitend. Ook moet de microcap nog een altijd overnames uit het verleden verteren, en is de financiering complex. Daar staat tegenover dat de overname qua waardering niet overdreven duur lijkt.




Gerelateerde artikelen