Het is op de kop af één jaar geleden dat Victor Muller faillissement aanvroeg voor ‘zijn Saab.' Uit een reconstructie in boekvorm valt op te maken dat Muller in de valstrik is gestapt die General Motors had uitgezet.
Het boek ‘Saab over de kop' gaat meer over Victor Muller dan over Saab. En dat is logisch, want alleen Victor Muller kan een op sterven na dood bedrijf nog één keer op topsnelheid over de kop laten slaan.
Maarten van der Pas en Robert van den Oever zetten het in hun boek ‘Saab over de kop' allemaal op een rijtje: van het gejuich op 24 februari 2010 waarmee Muller in Zweden wordt onthaald tot het faillissement dat op 19 december 2011 door hemzelf wordt aangevraagd.
Voor wie de perikelen rond Spyker en Saab goed heeft gevolgd is ‘Saab over de kop' een beetje een saai boek. De gebeurtenissen worden goeddeels chronologisch nog een keer voor de geest gehaald en er zijn weinig echt nieuwe feiten.
De kleine sportwagenmaker Spyker koopt het grote Saab door gebruik te maken van de gunstige omstandigheden. De dealmaker stijgt eventjes op maar valt als een moderne Icarus te pletter.
Alle partijen komen voorbij: de dubieuze Russische bankier Vladimir Antonov die van het toneel af moet maar op de achtergrond actief blijft, al die andere geheimzinnige partners in binnen- en buitenland en natuurlijk de verschillende Chinese partijen waarmee allerlei deals worden aangekondigd die steeds maar weer stuklopen op de langzaam draaiende Chinese ambtelijke molens of op veto's van GM.
Valstrik
Allemaal bekend, maar het is wel degelijk aardig alles nog een keertje in één verhaal samengevat te zien. Wat inderdaad een geweldige stunt leek van Victor Muller, bleek uiteindelijk een valstrik van de vorige eigenaar van Saab, General Motors (GM).
Dat is althans wat tussen de regels door te lezen is in dit boek. GM wilde van Saab af en dit was de goedkoopste manier. Muller werd in het pak genaaid door de Amerikanen.
Muller kreeg Saab voor een prikkie (74 miljoen dollar) in handen omdat hij handig inspeelde op de angst bij GM voor reputatieschade. GM was namelijk al begonnen met de ontmanteling van het merk, maar lag onder grote druk van dealers die niet nog meer merken wilden kwijtraken.
Muller bewerkte de Amerikaanse Saab-dealers en zette hen op tegen GM. Op dat moment moet GM gedacht hebben: ‘OK, dan kun je het krijgen.' En dat heeft hij geweten.
‘Ik koop een autofabriek voor de prijs van een windtunnel,' zei Muller kort na de transactie. Had maar een windtunnel gekocht, zullen vooral aandeelhouders Spyker achteraf zeggen, want zij betaalden het gelag. De koers van het aandeel nadert het nulpunt.
Mild
De auteurs leggen in ‘Saab over de kop' genadeloos bloot wat er allemaal precies misging, maar zijn uiteindelijk opvallend mild in hun oordeel over Victor Muller, die overigens zelf niet aan het boek wilde meewerken (‘als er een boek komt, dan schrijf ik dat zelf').
Zij noemen de overname ‘helemaal in de lijn van zijn gedurfde ondernemerschap zoals hij dat al zo'n twintig jaar praktiseert.' De overname had best kans van slagen, maar er was alleen geen ruimte voor tegenslag.
Dat is dan de wijze les die ondernemers én beleggers uit dit boek kunnen putten: zorg dat er altijd ruimte is voor tegenslag.
Maarten van der Pas en Robert van den Oever zetten het in hun boek ‘Saab over de kop' allemaal op een rijtje: van het gejuich op 24 februari 2010 waarmee Muller in Zweden wordt onthaald tot het faillissement dat op 19 december 2011 door hemzelf wordt aangevraagd.
Voor wie de perikelen rond Spyker en Saab goed heeft gevolgd is ‘Saab over de kop' een beetje een saai boek. De gebeurtenissen worden goeddeels chronologisch nog een keer voor de geest gehaald en er zijn weinig echt nieuwe feiten.
De kleine sportwagenmaker Spyker koopt het grote Saab door gebruik te maken van de gunstige omstandigheden. De dealmaker stijgt eventjes op maar valt als een moderne Icarus te pletter.
Alle partijen komen voorbij: de dubieuze Russische bankier Vladimir Antonov die van het toneel af moet maar op de achtergrond actief blijft, al die andere geheimzinnige partners in binnen- en buitenland en natuurlijk de verschillende Chinese partijen waarmee allerlei deals worden aangekondigd die steeds maar weer stuklopen op de langzaam draaiende Chinese ambtelijke molens of op veto's van GM.
Valstrik
Allemaal bekend, maar het is wel degelijk aardig alles nog een keertje in één verhaal samengevat te zien. Wat inderdaad een geweldige stunt leek van Victor Muller, bleek uiteindelijk een valstrik van de vorige eigenaar van Saab, General Motors (GM).
Dat is althans wat tussen de regels door te lezen is in dit boek. GM wilde van Saab af en dit was de goedkoopste manier. Muller werd in het pak genaaid door de Amerikanen.
Muller kreeg Saab voor een prikkie (74 miljoen dollar) in handen omdat hij handig inspeelde op de angst bij GM voor reputatieschade. GM was namelijk al begonnen met de ontmanteling van het merk, maar lag onder grote druk van dealers die niet nog meer merken wilden kwijtraken.
Muller bewerkte de Amerikaanse Saab-dealers en zette hen op tegen GM. Op dat moment moet GM gedacht hebben: ‘OK, dan kun je het krijgen.' En dat heeft hij geweten.
‘Ik koop een autofabriek voor de prijs van een windtunnel,' zei Muller kort na de transactie. Had maar een windtunnel gekocht, zullen vooral aandeelhouders Spyker achteraf zeggen, want zij betaalden het gelag. De koers van het aandeel nadert het nulpunt.
Mild
De auteurs leggen in ‘Saab over de kop' genadeloos bloot wat er allemaal precies misging, maar zijn uiteindelijk opvallend mild in hun oordeel over Victor Muller, die overigens zelf niet aan het boek wilde meewerken (‘als er een boek komt, dan schrijf ik dat zelf').
Zij noemen de overname ‘helemaal in de lijn van zijn gedurfde ondernemerschap zoals hij dat al zo'n twintig jaar praktiseert.' De overname had best kans van slagen, maar er was alleen geen ruimte voor tegenslag.
Dat is dan de wijze les die ondernemers én beleggers uit dit boek kunnen putten: zorg dat er altijd ruimte is voor tegenslag.
Gerelateerde artikelen