Er zijn vele soorten beleggingen. Maar wat houden die in en waar kun je het beste in beleggen? Een rondje langs de verschillende beleggingscategorieën.
Prominente beleggingsmogelijkheden
Direct beleggen in onderstaande categorieën vergt voldoende kennis over beleggen en de financiële markten. Bovendien neemt het de nodige tijd in beslag, waardoor investeren hierin niet voor iedereen is weggelegd.
Van de beleggingscategorieën zijn aandelen en renteproducten de meest gangbare investeringen voor de particuliere belegger.
Beleggingscategorieën | Wat houdt het in |
---|---|
1. Aandelen | Een aandeel is een deelneming in het eigen vermogen van een onderneming. Het is daarmee ook een eigendomsbewijs van een (evenredig) deel van die onderneming en het geeft recht op een evenredig deel van de winst die de onderneming maakt. Aandelen bleken in het verleden de beste keuze voor beleggers die over een langere termijn investeren. |
2. Renteproducten | Renteproducten zijn beleggingsproducten waarvan de waarde of rendementen voornamelijk afhankelijk zijn van de (toekomstige) rente. Hieronder vallen onder andere sparen en obligatiebeleggen. |
3. Vastgoed |
Huizen, kantoorgebouwen, winkelpanden, tolwegen en grond. |
Hieronder vallen onder andere olie, goud, koper, diamanten, whiskey, horloges en kunst. |
Afgeleide producten
Deze producten beleggen in bovengenoemde beleggingscategorieën. Afgeleide producten kunnen een prima alternatief bieden voor het direct beleggen in de onderliggende waardes. Maar ze zijn dat zeker niet altijd.
Vooral derivaten en gestructureerde producten zijn minder geschikte investeringen voor particuliere beleggers. De risico's bij dergelijke producten zijn vaak hoog, de producten zijn moeilijk te doorgronden en als er garanties worden gegeven, gaat dat vrijwel altijd gepaard met hoge kosten en beperking van het rendement.
Afgeleide producten | Wat houdt het in | Voor mensen met | Kosten |
---|---|---|---|
Een beleggingsfonds investeert in een samenstelling van onderliggende waardes, zoals aandelen en obligaties. De manager van het fonds verzorgt het beheer. Zelf houd je je niet bezig met het investeren in individuele aandelen. Beheer kan actief of passief zijn. |
|
Laag (bij passieve fondsen) tot gemiddeld/hoog (bij actieve fondsen) | |
2. Derivaten |
Hieronder vallen onder andere opties, cfd's, Turbo's, Futures en Speeders. Met derivaten kan een beleggingsportefeuille worden getuned. De risico’s kunnen worden vergroot en verkleind, maar ook verdraaid. Gezien de hoge risico's en kosten zijn derivaten ongeschikt voor de meeste beleggers. |
|
Hoog |
3. Gestructureerde producten | Deze beleggingsproducten geven banken en vermogensbeheerders uit. Ze zijn vrijwel altijd opgebouwd uit een obligatie en één of meer opties. |
|
Vaak hoog |