Beleggen is op lange termijn de beste manier om je vermogen te laten groeien. Maar om te weten hoe je gaat beleggen, is het van belang om die lange termijn al enigszins concreet te maken. Wanneer wil je het belegde geld gaan gebruiken en waarvoor? Het formuleren van beleggingsdoelen is de eerste en misschien wel moeilijkste stap, maar de juiste keuzes verhogen de kans dat je het gewenste eindkapitaal behaalt.
Beleggingsdoelen
Het beleggingsdoel kan van alles zijn: sparen voor een grote aanschaf, een wereldreis, studie van de kinderen of een (aanvullend) pensioen. Ook een bepaald streefbedrag kan een doel op zich zijn: bijvoorbeeld 100.000 euro over tien jaar. Het kan ook vager zijn: een zo hoog mogelijk verwacht rendement bij een bepaald maximaal risico. Of, gewoon plezier hebben in beleggen.
Beleggingshorizon
Voor je concretere doelen is het belangrijk om vast te stellen wanneer je hoeveel geld daarvoor nodig hebt. Dit moment bepaalt je 'beleggingshorizon', oftewel de tijd die je nog hebt om te beleggen. Deze informatie is bepalend voor de manier waarop je je beleggingsportefeuille inricht, omdat je je bij een langere horizon meer risico kunt permitteren dan bij een kortere.
Bepaal het benodigde eindkapitaal
Voor je beleggingsdoelen heb je een bepaal streefbedrag voor ogen. Maar let op. Waar je voor belegt, kan te zijner tijd weleens duurder zijn dan je nu verwacht. Houd dus rekening met inflatie. Als vuistregel zou je voor de lange termijn kunnen rekenen met een jaarlijkse inflatie van drie procent. Dan zit je historisch gezien aan de veilige kant.
Bedenk wel dat de inflatie voor producten en diensten sterk kan afwijken van het gemiddelde. De inflatiecijfers waarover je in het nieuws hoort, zijn namelijk samengesteld uit verschillende productgroepen. Kosten voor hoger onderwijs en zorg zijn de afgelopen decennia bijvoorbeeld harder gestegen dan het algemene inflatiepeil. Indien je niet met de juiste (verwachte) inflatie rekent, ga je mogelijk uit van een te laag eindbedrag.