Duurzaam beleggen heeft de afgelopen jaren een stormachtige ontwikkeling doorgemaakt. Wat begon als een niche, is uitgegroeid tot een serieuze beleggingscategorie waarin duizenden miljarden omgaan. In dit artikel duiken we in de wereld van etf’s die de brede markt volgen en daar een duurzaamheidsdimensie aan toevoegen.
Persoonlijke overtuigingen spelen een belangrijke rol. Veel beleggers willen bijvoorbeeld niet blootgesteld zijn aan bedrijven die betrokken zijn bij de productie van wapens of tabak. Ook met het oog op risicobeheer en regelgeving kan duurzaam beleggen interessant zijn.
Toch is het een onderwerp dat zowel lof als kritiek krijgt. Sommige beleggers zien het als een manier om bij te dragen aan een betere wereld, terwijl anderen twijfelen aan de daadwerkelijke impact. In ieder geval is het toegankelijker dan ooit om met duurzaamheidsfilters te beleggen.
Beleggers kunnen denken aan een breed spectrum aan thema’s, van klimaatverandering en biodiversiteit tot arbeidsomstandigheden en corporate governance. Wat is de samenstelling van grote duurzame etf’s, en hoe presteren ze?
Terminologie
Duurzaam is een overkoepelend begrip. Over de verschillende termen en criteria leest u hier meer.
Wat zijn de ontwikkelingen op het gebied van duurzame fondsen?
Voor fondsen die in de EU worden aangeboden, geldt de Sustainable Finance Disclosure Regulation (SFDR), die vereist dat marktpartijen transparantie bieden over duurzaamheidsrisico’s en de belangrijkste nadelige effecten op duurzaamheidsfactoren van hun producten. De verordening bevat concrete, gedetailleerde voorschriften over vorm en inhoud van duurzaamheidstoelichtingen.
Allereerst zijn er artikel 6-fondsen. Deze hoeven niet actief duurzaamheid te promoten en hebben geen expliciete duurzaamheidsdoelstellingen. Een belegger die op zoek is naar een fonds met duurzaamheidskenmerken, komt uit bij de zogenoemde SFDR artikel 9- of artikel 8-producten.
Artikel 9-producten hebben duurzame beleggingen als hoofddoel. Alle beleggingen (afgezien van derivaten) binnen dit fonds moeten bijdragen aan een duurzame doelstelling. Dit is de hoogste standaard op het gebied van duurzaamheid binnen SFDR.
Artikel 8-producten promoten positieve ecologische en/of sociale kenmerken. De bedrijven waarin wordt belegd moeten goede bestuurspraktijken volgen.
Voor deze producten moeten financiële-marktdeelnemers ook transparantie bieden over de duurzaamheidsambities.
Volgens gegevens van Morningstar was de organische groei – de netto-instroom van nieuw beleggingsgeld, los van koersschommelingen – van artikel 8-fondsen in Europa afgelopen jaar 2,8 procent. Voor producten in de artikel 9-categorie was er in 2024 echter een netto-uitstroom van 6,8 procent. Ter vergelijking: de totale Europese fondsenmarkt groeide organisch met 4,1 procent.
De uitstroom uit artikel 9-fondsen suggereert een tijdelijke afname in populariteit, mogelijk door strengere regelgeving en beleggers die kiezen voor minder strikte, maar breder gespreide fondsen. Europa blijft echter veruit de koploper op het gebied van duurzame fondsactiva, met 84 procent van het wereldwijde totaal van 3.200 miljard dollar ultimo 2024.
Wat is de impact van het beleggen volgens duurzame principes?
Hoewel de impact van individuele beleggers beperkt kan zijn, dragen de collectieve keuzes van particulieren bij aan een bredere verschuiving naar duurzaamheid in de financiële wereld. De invloed is wel grotendeels indirect. Particuliere beleggers kopen meestal aandelen op de secundaire markt. Het geld dat zij investeren, gaat niet direct naar het bedrijf, maar naar de vorige aandeelhouder.
Hoewel individuele retailbeleggingen vaak klein zijn, kan de gezamenlijke stroom van kapitaal naar bepaalde fondsen een krachtig signaal afgeven aan de markt. Het is dus belangrijk om realistische verwachtingen te hebben: verantwoord beleggen is slechts één onderdeel van de weg naar een duurzamere economie.
Welke duurzame etf’s worden aangeboden?
Vermogensbeheerders en fondshuizen ontwikkelen steeds meer duurzame beleggingsproducten die op de particuliere markt zijn gericht. De onderlinge verschillen zijn groot. We richten ons hier op passieve producten die kunnen dienen als een goed alternatief voor breed gespreide wereldwijde aandelen-etf’s, zoals deze zijn besproken in Effect #12 (2024). De kenmerken waaraan deze fondsen moeten voldoen:
-
Brede marktdekking: etf’s met een brede wereldwijde ESG-focus, die niet op een specifieke sector of een specifiek thema zijn gericht.
-
Grote fondsomvang: de markt voor duurzame producten is nog volop in ontwikkeling. Er zijn veel etf’s met een beperkt beheerd vermogen. Om het risico te verkleinen dat de belegger een etf koopt die later wordt opgeheven, kiezen we fondsen met minimaal 1 miljard euro onder beheer.
-
Lopende kosten van maximaal 0,3 procent: hoe een etf ook is samengesteld, hogere kosten gaan altijd ten koste van het rendement. Met kosten van hoogstens 0,3 procent, zijn deze fondsen nauwelijks duurder dan een reguliere wereldwijde aandelen-etf.
-
Historie van ten minste drie jaar: zo kunnen we ook de rendementen over een redelijke periode vergelijken.
In principe komen zowel fondsen met SFDR-classificatie artikel 8 als artikel 9 in aanmerking. Het aanbod van artikel 9-etf’s is echter niet heel groot. Bovendien zitten daar veel producten tussen die zich richten op een bepaald thema of een bepaalde bedrijfstak, en daardoor beperkt gespreid zijn, of die een beperkte omvang hebben.
Uiteindelijk blijven alleen artikel 8-etf’s over. De fondsen die in aanmerking komen, nemen een bepaalde wereldindex als basis: de moederindex. In dit geval is dat zes keer de MSCI World (ontwikkelde markten, 1.395 bedrijven) en één keer de keer de MSCI ACWI (ontwikkelde en opkomende markten, 2.645 bedrijven). De indices worden vervolgens gescreend op verschillende ESG-factoren, waarmee een selectie aandelen overblijft.
Zoals is te zien aan de fonds- en indexnamen, zijn er vele invalshoeken te kiezen. De termen ESG (milieu-, sociale en governance-aspecten) en SRI (maatschappelijk verantwoord beleggen) komen in verschillende variaties voor.
Hoe beleggen de etf’s?
Net als bij fondsen die geen duurzaamheidskenmerken meewegen, moeten beleggers goed kijken naar de kosten en de replicatiemethode – volledige replicatie of het aanhouden van een geoptimaliseerde selectie van de effecten (optimalisatie). De manier waarop de benchmarkindex is samengesteld, is in dit geval echter ook bijzonder relevant. Die bepaalt de beleggingen die een fonds opneemt, of waarvan de etf in ieder geval de prestaties zo precies mogelijk probeert te volgen. Het legt een flinke macht en verantwoordelijkheid bij indexbouwers.
Om de portefeuille samen te stellen, kan een index twee kanten op werken:
-
Een zogeheten best-in-class-benadering, het selecteren van de best presterende bedrijven op het gebied van duurzame criteria (binnen een sector); of
-
Het uitsluiten van bepaalde bedrijven of volledige sectoren.
Vaak wordt een combinatie toegepast. MSCI, dat met zijn populaire indices de basis vormt voor de geselecteerde etf’s, is zelf bovendien een belangrijke aanbieder van ESG-ratings en onderzoek. Een belegger zal op de websites van de fondsen een toelichting tegenkomen die de score van de portefeuille van de etf weergeeft op diverse maatstaven. De MSCI ESG-fondsrating geeft een waardering aan de duurzaamheidskenmerken van de onderliggende beleggingen van een etf. De score gaat van AAA voor koplopers, tot CCC voor achterblijvers. De etf’s in dit artikel scoren AA of A, de op een na of op twee na beste score.
Er is daarnaast een maatstaf voor de gemiddelde koolstofintensiteit van de portefeuille. Deze meet hoeveel ton CO₂-equivalent (emissie van verschillende broeikasgassen, omgerekend naar CO₂) per miljoen dollar omzet de onderliggende bedrijven uitstoten. In de tabel hieronder is dit vergeleken met een MSCI World-etf.
Wat zit er in de portefeuilles?
Welke bedrijven uiteindelijk in een duurzame etf terechtkomen, hangt af van de gehanteerde criteria. Uiteindelijk blijft een selectie over van de relatief duurzame bedrijven binnen de large- en midcap-aandelenmarkt. Afhankelijk van de methodiek, bevat de portefeuille relatief veel of juist weinig bedrijven. De striktheid van de selectie is af te leiden uit het aantal posities dat overblijft, maar dat vertelt niet het hele verhaal.
Bepaalde criteria die in de ene index worden toegepast, komen bij een andere index niet voor. De nadruk kan liggen op koolstof-emissies, of meer op schendingen van mensenrechten en het gebruik van land en hulpbronnen. Bepaalde bedrijven die op het eerste gezicht niet zouden passen in een duurzame portefeuille – denk aan een bedrijf als Shell of wapenfabrikanten – worden in de ene etf niet opgenomen en in de andere weer wel. Het is dus raadzaam om goed naar de samenstelling van de etf te kijken.
Wat zijn de prestaties van de etf’s?
Als we kijken naar de sectorafwijkingen ten opzichte van de moederindices, zien we vooral dat energie-aandelen een lagere weging krijgen. In de Xtrackers MSCI World ESG UCITS ETF en de etf’s van UBS en BNP Paribas zitten zelfs helemaal geen energiebedrijven.
Het hogere gewicht komt voornamelijk uit bij de technologieaandelen. Deze vormen al bijna een kwart van de MSCI World, maar bij de duurzame etf’s loopt dit op tot 29 procent in de Xtrackers MSCI World ESG UCITS ETF.
De sterke vertegenwoordiging van grote techbedrijven in deze etf’s komt door de combinatie van hun marktkapitalisatie en relatief goede scores op ESG-maatstaven. De portefeuilles kunnen daardoor geconcentreerd lijken in technologie, maar dat is in lijn met de grote wereldindices zelf. Een weging op basis van marktkapitalisatie zorgt dat beleggers duurzaamheid en een goede marktdekking kunnen combineren.
Sommige fondsen volgen zelfs een index die zo is samengesteld dat de afwijking van de moederindex wat betreft verwacht rendement en risico zo beperkt mogelijk is. De historische rendementen in de grafiek laten zien hoe duurzaam beleggen zich verhoudt tot de reguliere wereldwijde aandelenindices.
De koersontwikkelingen van de etf’s vanaf het moment dat het jongste fonds een notering heeft, volgen elkaar vrijwel op de voet. De iShares MSCI World Screened UCITS ETF behaalde sinds 19 april 2019 het hoogste rendement, 99,1 procent, wat ook iets hoger is dan een etf op de reguliere MSCI World.
De MSCI ACWI, de wereldindex met opkomende markten, behaalde over deze periode een iets lager rendement; daardoor is de Xtrackers MSCI AC World Screened UCITS ETF ook de minst presterende tracker.
Vooruitkijkend is het waarschijnlijk dat deze etf’s, dankzij hun kostenefficiëntie en marktdekking, in grote lijnen vergelijkbare prestaties zullen leveren als fondsen die de moederindex volgen. Tegelijkertijd zijn rendementen uiteraard net zo afhankelijk van marktschommelingen en geven duurzaamheidsfilters geen garantie op betere prestaties.
Duurzame etf's hebben zich ontwikkeld tot een volwaardige beleggingscategorie, met transparante selectiecriteria en een brede keuze. Voor beleggers is het belangrijk om zelf te kijken welke bedrijven in een fonds zitten en op welke criteria de nadruk ligt.
Welke criteria gelden op basis van de benchmark-indices voor de portefeuilles van de zeven etf’s? |
Primair een best-in-class-benadering:
MSCI World SRI S-Series PAB 5% Capped Index:
MSCI World SRI Low Carbon Select 5% Issuer Capped Index:
MSCI World Low Carbon SRI Selection Index:
MSCI World Screened Index:
MSCI ACWI Select Screened Index:
|
VEB-lidmaatschap |
---|
Nog geen VEB-account? |
Voor toegang tot de volledige website dient u een VEB-lidmaatschap aan te houden en in te loggen. Indien u lid bent, maar nog geen account heeft kunt u ook klikken op ‘inloggen’ en daarna een account aanmaken. |
|
Meer infomatie over het VEB -lidmaatschap |