VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

Rabobank behaalde het afgelopen jaar een nettowinst van 5,2 miljard euro, een stijging van maar liefst 18 procent ten opzichte van 2023. Deze sterke resultaten dankt de bank aan hogere rente-inkomsten, groei in de kredietportefeuille en lagere kredietverliezen. De financiële gezondheid van de bank ondersteunt de stabiliteit van de Rabobank Certificaten, maar kunnen beleggers hier ook een graantje van meepikken?

Vier thema’s uit de jaarcijfers over de prestaties en financiële positie van Rabobank: 

1. Financiële stabiliteit en solide kapitaalratio’s
Rabobank rapporteerde op 11 februari de resultaten over 2024. Daarin laat de bank een sterke kapitaalpositie zien, die voldoende ruimte geeft voor de uitkeringen aan certificaathouders. Om te bepalen hoeveel kapitaal een bank moet aanhouden -en dus ook de vraag te beantwoorden wat kan worden uitgekeerd - wordt vooral gekeken naar het kernkapitaal, oftewel de CET 1-ratio (Common Equity Tier 1). De precieze berekening is complex, maar kort gezegd gaat het om de verhouding tussen de buffers van de bank en de zogenoemde risico-gewogen activa (RWA, risk-weighted assets).

De CET 1-ratio daalde in 2024 licht naar 16,9 procent (2023: 17,1 procent). Deze daling werd voornamelijk veroorzaakt door een toename van risico-gewogen activa (RWA), die met 18,7 miljard euro stegen naar 261,5 miljard. Dit was deels het gevolg van een aanpassing in de modellen en de groei van de leningenportefeuille. Ook na die daling is de CET 1-ratio nog een stuk hoger dan bijvoorbeeld bij ING (13,6 procent eind 2024) en ABN Amro (14,5 procent). De ratio ligt bovendien nog steeds ruim boven de interne doelstelling van boven de 14 procent. 


Bron: presentaties Rabobank. Bedragen in miljarden

In 2024 heeft Rabobank voor een bedrag van iets meer dan 1 miljard euro aan certificaten teruggekocht. Dit had een effect op de kapitaalratio’s. Een inkoop van eigen certificaten leidt namelijk tot een afname in het eigen vermogen. De beursgenoteerde instrumenten zijn deel van het kernkapitaal van de bank, dat een buffer vormt voor eventuele verliezen in de toekomst.  

Als Rabobank geld uitkeert aan certificaathouders, wordt de balans zwakker: het eigen vermogen neemt af. Zolang er voldoende verdiend wordt met netto rente-inkomsten en commissies uit bijvoorbeeld beleggingsdiensten en verzekeringen, kan de bank dit blijven doen. Vorig jaar was er dus ook de mogelijkheid om eigen certificaten in te kopen, waarmee de bank iets scherper aan de wind zeilt. 

2. Rentemarges en netto rente-inkomsten: stijging en stabiele outlook
Rabobank wist de netto rente-inkomsten in 2024 met 3 procent te laten toenemen, naar 12,1 miljard euro. Dit werd ondersteund door een groei in kredietverstrekking en herstellende marges op hypotheken. De rentemarge (het geld dat wordt verdiend met het in- en uitlenen van geld) kwam uit op 1,9 procent. 

Rentemarge is de afgelopen twee jaar sterk gestegen door hogere renteomgeving 

Bron: presentaties Rabobank 

Binnen het onderdeel Domestic Retail Banking (DRB, de Nederlandse consumentendivisie) bleven de rente-inkomsten stabiel, ondanks lichte druk op de marges door dalende beleidsrentes in de eurozone. De leningenportefeuille op de consumentenmarkt groeide met 3,3 miljard euro. Rabobank is hier marktleider met een marktaandeel van 19 procent. De consumententak liet ook een groei zien in de commissie-inkomsten, met 6 procent. 

De tak Wholesale & Rural (W&R, grootzakelijke- en landbouwklanten) realiseerde eveneens een stijging van de rente-inkomsten, vooral dankzij hogere tarieven in Noord-Amerika en Europa en een toename in duurzame leningen. Deze leningen zijn gericht op projecten in de energietransitie, waarmee de bank zich positioneert als een belangrijke speler in de financiering van groene initiatieven. 

Rabobank verwacht dat de netto rente-inkomsten de komende twee jaar stabiel blijven, op een niveau rond de 12 miljard euro.  

Bron: beleggerspresentatie FY 2024. Rente-inkomsten in miljoenen euro’s, 2025 en 2026 verwachting Rabobank. 


3. Operationele efficiëntie en kostenbeheersing
De kosten-batenratio (cost/income ratio) verbeterde naar 54,4 procent (2023: 55,9 procent), dankzij een combinatie van enerzijds een inkomstenstijging en anderzijds lagere lasten voor regelgevende heffingen. Ondanks een stijging van de operationele kosten met 6 procent (onder andere door investeringen in IT, risicobeheer, en hogere cao-lonen), wist de bank efficiënter te opereren.

De kredietverliezen op de leningenportefeuille kwamen met 468 miljoen euro veel lager uit dan in 2023. In de Nederlandse consumententak konden per saldo voorzieningen vrijvallen. De bank had eerder geld gereserveerd voor mogelijke verliezen, maar eerdere impairments konden worden teruggedraaid omdat de economie in Nederland goed presteert. 

4. Rabobank Certificaten: wat betekent dit voor beleggers?
De koers van de Rabobank-certificaten kwam op dinsdag nauwelijks van zijn plaats. Beleggers kunnen wel degelijk last hebben van slechte resultaten bij de bank, maar ze kunnen niet echt rekenen op extra uitkeringen bij goede cijfers. De ‘vaste’ vergoeding maakt de certificaten op het eerste gezicht een veilige belegging, maar de praktijk heeft uitgewezen dat de uitkeringen zomaar kunnen stoppen. Dat was bijvoorbeeld het geval in coronajaar 2022. 

Op dit moment lijkt Rabobank er goed voor te staan. Het rendement op eigen vermogen (ROE) van 9,1 procent in 2023 leek destijds - door de (extreem) gunstige rentecondities – een echt record, maar over het afgelopen jaar kwam de ROE zelfs nog hoger uit: op 10 procent. De winst steeg met 18 procent naar 5,2 miljard euro. 

Rabobank boekte afgelopen jaar een stuk meer winst 

Bron: jaarcijfers Rabobank 

De jaarlijkse betaling van 6,5 procent over de nominale waarde van de certificaten – vier keer 0,40625 euro bij een nominale waarde van 25 euro – is ongetwijfeld een verklaring voor de populariteit van de Rabo-certificaten. Volgens data van DNB hebben Nederlandse huishoudens bijna 4 miljard euro in deze producten belegd, waarmee het de een-na-grootste positie in individuele beursgenoteerde ‘aandelen’ is.  

Aan de andere kant is er weinig zicht op meer. Hoewel DNB de certificaten classificeert als aandelen, zijn ze dat niet. Er is geen sprake van dividend dat meegroeit met de winst. Over het afgelopen boekjaar werd 464 miljoen euro aan uitkeringen gedaan op de certificaten. Na de inkoop, die in mei werd afgerond, staan er nu iets minder stukken uit.  

De nettowinst van Rabobank is ruim voldoende om de vergoedingen op de certificaten te dekken. De balans oogt nog steeds vrij robuust. De kasuitstroom voor de certificaten is voor Rabobank voorspelbaar en biedt de bank de mogelijkheid om aanzienlijke ingehouden winsten op te bouwen. In een jaar als 2024 lijkt er dus geen vuiltje aan de lucht.  

Achtergesteld 
Certificaten (lees hier de voorwaarden) zijn een zwaar achtergestelde belegging. Dat blijkt ook wel uit het feit dat de toezichthouder accepteert dat het door certificaathouders ingebrachte kapitaal meetelt in het kernkapitaal.  

Zelfs de meest achtergestelde schuld die een bank kan uitgeven (AT1) is hoger in senioriteit dan een certificaat. De positie van een certificaathouder is vergelijkbaar met die van een gewone aandeelhouder van een bank in geval van faillissement of nationalisatie. In zo’n situatie staat deze helemaal achteraan in de rij. Dit betekent dat, als de Rabobank failliet zou gaan, de Rabo-certificaathouders pas (een deel van) de inleg terugkrijgen als alle schulden zijn afgelost en er daarna nog geld over is. 


Bron: Bloomberg. Uitgedrukt in procent van de nominale waarde 

De koers van de certificaten kan behoorlijk fluctueren. Doordat de koers ruim boven de nominale waarde noteert (116 procent op het moment van schrijven) is het effectieve rendement nu geen 6,5 procent, maar 5,6 procent. Het is de vraag of dat een toereikende vergoeding is voor het risicoprofiel. 




Gerelateerde artikelen