VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

Ieder jaar voert de VEB actie om beleggen transparanter en eerlijker te maken en misstanden recht te zetten. De afgelopen jaren compenseerde de VEB ruim 300.000 beleggers voor meer dan 2 miljard euro.

beeld: ANP; Hollandse Hoogte; Dylan Nieuwland

De juridische acties van de VEB zijn gecompliceerd en de belangen zijn groot. Voor en achter de schermen probeert de VEB een oplossing voor de gedupeerde beleggers te forceren. Het kost helaas vaak jaren voordat een regeling wordt bereikt.
 

De Hoge Raad heeft op 6 juni 2024 uitspraak gedaan in een aantal box 3-zaken. Alleen werkelijk behaald rendement mag worden belast. Logischerwijs krijgen beleggers te veel betaalde belasting terug. De uitvoering laat nog enige tijd op zich wachten. De VEB zet zich in om dit zo snel en efficiënt mogelijk te laten plaatsvinden. 

Begin 2024 heeft de VEB een schikking bereikt in het langlopende Imtech (faillissements)dossier. Kleine stapjes zijn gezet in SNS Reaal. In 2025 en daarna zal de VEB ook opkomen voor de belangen van gedupeerde Philips-beleggers. Een overzicht van de actuele stand van zaken in alle VEB-acties. 

Actie: Box 3 
Mogelijk relevante periode: 2022 en later 
Stand van zaken: Hoge Raad fluit kabinet terug inzake box 3. Wachten op concrete terugbetalingsregeling 

In het “Kerstarrest” van december 2021 heeft de Hoge Raad, kort gezegd, geoordeeld dat de jaarlijks bepaalde fictieve rendementen waarop de box 3-belasting gebaseerd is, niet te veel mogen afwijken van de jaarlijks werkelijk behaalde rendementen. Het Kerstarrest heeft de regering aangezet tot rechtsherstel. Uitgangspunt is dat de vermogensrendementsheffing zal worden gebaseerd op werkelijk behaalde rendementen.  

Tot dat moment wordt een overbruggingsregime gehanteerd: de spaarvariant. Hierbij is de belasting op spaargeld (boven bepaalde vrijstellingen) in lijn met de geldende spaarrentes en wordt de belasting voor overige bezittingen (waaronder beleggingen) gebaseerd op forfaitaire rendementen, waarbij een niet voor inflatie gecorrigeerd (arbitrair) mandje beleggingen de basis vormt.  

Lagere aanslag 
Met de arresten van 6 juni 2024 heeft de Hoge Raad een streep gezet door de spaarvariant. Beleggers hoeven alleen belasting te betalen over werkelijk behaald rendement. Of beter gezegd: als mensen kunnen aantonen dat ze een lager rendement hebben behaald dan de fiscus eerder heeft ingeschat, dan moet het verschil worden terugbetaald. De andere kant op kan niet: als iemand boven het ingeschatte rendement aan winsten behaalt, volgt geen hogere aanslag. 

Veel beleggers – met vermogen boven een belastingvrije drempel – zullen over de belastingjaren 2022 en 2023 een lagere aanslag kunnen krijgen. Over deze jaren zijn de aanslagen nog niet definitief vastgesteld. De fiscus heeft dit opgehouden, totdat de Hoge Raad met zijn arrest zou komen.  

De Belastingdienst werkt aan een formulier waarmee belastingplichtigen hun werkelijk rendement kunnen doorgeven. De huidige planning voorziet dat het pas vanaf de zomer van 2025 mogelijk is om het werkelijk rendement door te geven. Deze ‘tegenbewijsregeling’ vraagt gedetailleerde informatie van belastingplichtigen. De VEB is, samen met andere belangenorganisaties, in overleg met de Belastingdienst en het ministerie van Financiën om deze regeling werkbaar te houden.  

Nieuw stelsel 
Al enige tijd wordt gewerkt aan een nieuwe box 3-belasting op basis van werkelijk rendement. De ingangsdatum van de nieuwe wet is wederom uitgesteld, nu tot 2028. De Raad van State, een belangrijke adviseur van de regering, heeft onlangs forse kritiek geuit op dit wetsvoorstel. Van belastingplichtigen – vooral van beleggers – wordt onevenredig veel inspanning gevraagd bij het invullen van hun aangifte.  

Hoewel de regering niet gebonden is om het advies van de Raad van State op te volgen, lijkt het zonneklaar dat het huidige wetsvoorstel voor een nieuwe box 3-belasting terug naar de tekentafel moet. De VEB heeft recent al suggesties gedaan om de uitvoering flink te verbeteren. 

Het is een verbeterde versie van een methodiek die al tot 2017 werd gehanteerd. Daarbij werd uitgegaan van peildatum 1 januari en een forfaitair rendement van 4 procent. Een belangrijke aanpassing, mede ingegeven door de oordelen van de Hoge Raad, is die voor situaties waarin een lager rendement is behaald. In die gevallen wordt geen belasting geheven. 

Meer informatie en aanmelden: www.veb.net/box-3 

Actie: Imtech I - schikking 
Relevante datum: 1 februari 2013 
Stand van zaken: Slotbetaling over enkele jaren. Aanmelden niet meer mogelijk. 

De VEB heeft in 2014 een schikking gesloten met Imtech en accountant KPMG over compensatie van gedupeerde particuliere aandeelhouders. Claimanten die voor 7 februari 2015 VEB-lid zijn geworden en op 1 februari 2013 nabeurs Imtech-aandelen in portefeuille hadden, konden in aanmerking komen voor compensatie. De aanmeldingstermijn is gesloten.  

Slotbetaling 
Claimanten die een geldige claim hebben ingediend, hebben al een eerste en een tweede uitkering ontvangen. Deze claimanten ontvangen nog een slotbetaling (verhoging van de compensatie per aandeel) uit het Imtech-schikkingsfonds. Het betreft een kleinere nabetaling, op basis van het resterende schikkingsbudget en mogelijk een toevoeging uit een budget dat nog staat gereserveerd. Over enkele jaren wordt duidelijk of dit aanvullende budget kan vrijvallen. De slotbetaling zal over enkele jaren plaatsvinden aan de claimanten die voor de eerdere uitbetalingen in aanmerking kwamen en in de tussentijd VEB-lid zijn gebleven. 

In aanmerking komende claimanten doen er goed aan om de berichtgeving via de VEB-website en de schikkingswebsite (www.vebimtechschikking.nl) in de gaten te houden. Mochten uw gegevens wijzigen, bijvoorbeeld uw bankrekeningnummer, dan is het belangrijk om de Imtech claims administrator hierover te informeren. U kunt dat het beste per e-mail doen via info@vebimtechschikking.nl 

Meer informatie: www.veb.net/imtech
 
Actie: Imtech II - Schikking Imtech faillissement 
Relevante periode: Vanaf 4 februari 2013 tot en met 15 augustus 2015 
Stand van zaken: Schikking bereikt in maart 2024. Aanmelden niet meer mogelijk 

De VEB heeft in samenwerking met curatoren een schikking bereikt met de voormalige bestuurders en commissarissen van Imtech, hun verzekeraars en KPMG, de (voormalig) accountant van Imtech. De schikking maakt onderdeel uit van de afwikkeling van het Imtech-faillissement. 

Compensatie is voorbehouden aan VEB-leden (peildatum 31 december 2023) die Imtech-aandeelhouder waren in de periode van 4 februari 2013 tot en met 15 augustus 2015 en per saldo verlies hebben geleden op hun belegging. Deze VEB-leden konden tot uiterlijk 15 juli 2024 hun claim indienen. Aanmelden is nu niet meer mogelijk. Het VEB-lidmaatschap is vereist tot de compensatie is uitbetaald. 

Meer informatie: www.veb.net/imtechII 

Het afwikkelingsproces 
De claims worden nu beoordeeld op geldigheid en volledigheid. Indien nadere informatie of documentatie benodigd is, of als het formulier onvolledig is ingevuld, neemt de VEB contact op met de claimant. Deze krijgt vervolgens de gelegenheid om de onvolkomenheid te herstellen. Nadat ook deze claims opnieuw zijn beoordeeld, informeert de VEB iedere claimant over de geldigheid van de ingediende claim. De laatste claims worden nu beoordeeld. De VEB verwacht dat de uitbetaling in de eerste helft van 2025 zal plaatsvinden.  

Hoogte compensatie 
De VEB heeft bij het bekend worden van de schikking al laten weten dat bij de compensatieberekening staffels en/of vaste bedragen kunnen worden gehanteerd. Dit om te voorkomen dat een te groot deel van het schikkingsbedrag wordt uitgekeerd aan enkele grote beleggers, waardoor relatief weinig overblijft voor de overige gedupeerden. De VEB heeft (mede) in dat kader professionele partijen uitgezonderd van deelname aan de schikking. 

De definitieve hoogte van de compensatie is afhankelijk van het aantal ingediende geldige claims. De vergoeding voor een kwalificerend VEB-lid zal op zijn minst 400 euro bedragen. Met het beeld dat we nu hebben van het aantal deelnemers, bedraagt de te verwachten maximale vergoeding per deelnemer 1.500 euro.  

Actie: Philips 
Mogelijk relevante periode: Vanaf 1 januari 2015  
Stand van zaken: VEB heeft Philips aansprakelijk gesteld 

Philips heeft jarenlang relevante informatie over falende beademingssystemen verzwegen. De onderneming is bezig met een hersteloperatie voor patiënten. Om het vertrouwen in de onderneming te herstellen, is ook erkenning van de schade voor beleggers noodzakelijk. De VEB stelde Philips hiervoor in september 2022 aansprakelijk. 

Sinds 2015 kreeg Philips signalen over het mogelijk slecht en schadelijk functioneren van beademingsapparaten die miljoenen patiënten helpen slapen (en ademen). Bij gebruik kunnen schuimdeeltjes loskomen met mogelijk ernstige gezondheidsschade tot gevolg. Pas in april 2021 schoot Philips in de actiestand en werd een massale terugroepactie op touw gezet van apparaten die ondeugdelijk waren en zelfs gezondheidsrisico’s konden veroorzaken. 

De geloofwaardigheid van Philips op financiële markten liep serieuze deuken op, mede door de tegenvallers die Philips (ook financieel) moest melden. Het belang van gedupeerde patiënten staat voorop. De VEB is ervan overtuigd dat Philips vervolgens gedupeerde beleggers tegemoet moet komen om het vertrouwen van alle stakeholders terug te krijgen.  

Meer informatie en aanmelden: www.veb.net/philips 

Actie: SNS 
Mogelijk relevante periode: Houderschap tot datum onteigening, 1 februari 2013 
Stand van zaken: VEB gaat door voor een schadevergoeding voor aandeelhouders  

De in 2013 onteigende obligatiehouders SNS zijn pas in 2023 schadeloos gesteld nadat de waarde van de onteigende stukken in de ruim tien jaar durende schadeloosstellingsprocedure werd bepaald. Voor aandeelhouders was de boodschap van de schadeloosstellingsprocedure hard: op het moment van nationalisatie waren de aandelen niets waard. De VEB laat het daar niet bij zitten. 

De VEB is in 2014 een enquêteprocedure bij de Ondernemingskamer gestart zodat onderzoek kan worden gedaan naar mogelijk wanbeleid bij SNS voorafgaand aan de nationalisatie. De uitkomsten van het onderzoek lieten lang op zich wachten. Het onderzoek bood volgens de VEB voldoende aanknopingspunten aan te tonen dat er sprake is van wanbeleid door bestuurders en commissarissen van SNS. De Ondernemingskamer was het daarmee niet eens; zij oordeelde op 30 november 2022 dat geen sprake was van wanbeleid.  

De VEB had graag gezien dat de Ondernemingskamer het stempel wanbeleid had gezet op het door SNS Reaal gevoerde beleid voorafgaande aan de nationalisatie. Dat dit niet zo is, betekent niet dat aansprakelijkheidsprocedures kansloos zijn. De VEB heeft een civiele aansprakelijkheidsprocedure aangekondigd tegen de betrokken partijen, waaronder bestuurders en commissaris(sen), alsmede de externe accountant KPMG.   

Meer informatie en aanmelden: www.veb.net/sns