VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

1,1 miljoen vaten olie per dag. Dat is de extra productiecapaciteit die SBM Offshore in anderhalf jaar toevoegt aan de wereldwijde FPSO-vloot. Deze drijvende platformen voor de productie en opslag van olie op de open oceaan zijn cruciaal voor het winnen van olie uit de diepzee, zegt de nieuwe bestuursvoorzitter Øivind Tangen.

De dienstverlener aan de energie-industrie ontwerpt, bouwt en exploiteert FPSO’s. De afkorting staat voor Floating Production, Storage and Offloading. Het economisch model voor het eigendom verandert. Steeds vaker worden FPSO’s nu verkocht aan grote oliemaatschappijen. Tegelijk doet SBM de exploitatie op een apart contract. Het afgelopen jaar kwam 57 procent van de directional jaaromzet van 4.5 miljard dollar uit turnkey, zoals dit heet. Het bedrijf hield onder directional accounting 524 miljoen dollar nettowinst over. 

Een andere grote verandering bij SBM is de focus op standaardisatie. Deze is ingezet door Tangens voorganger Bruno Chabas en het bedrijf hoopt hiervan de komende jaren de vruchten te plukken. Tangen: “Mijn voorganger heeft deze strategie tien jaar geleden neergezet. Het klinkt eenvoudig, maar elk olieveld heeft specifieke eigenschappen en ligt in specifieke meteorologische omstandigheden. Om te kunnen standaardiseren moeten we dus goede onderliggende kennis hebben over dat wat nu eigenlijk de standaard is.” 



1. Wat is het voordeel van standaardisatie?
“De toegevoegde waarde is dat je de risico’s in het productieproces minimaliseert en de operationele vaardigheden verbetert, omdat onze teams gewend zijn op basis van dezelfde ontwerpen te werken en een serie van dezelfde projecten te doen. Ze passen voortdurend de lessen toe die ze in een vorig project hebben geleerd. Dat leidt tot een pad van continue verbetering. Het betekent dat de risico’s kleiner worden. Het uitvoeren van een enkel project is risicovoller dan nummer negen in een serie van projecten. Het zorgt ook voor een versnelling van de projecten. Met ons ontwikkel- en bouwtempo hebben we een nieuwe standaard in deze sector neergezet.” 

2. Heeft SBM als het ware een productiepijplijn voor FPSO’s gebouwd?
“Inderdaad. We hebben in 2016 afspraken gemaakt met twee Chinese scheepswerven om een productielijn van gestandaardiseerde rompen te bouwen. Sindsdien hebben we een serie van deze rompen gedaan. In China wordt nu al gebouwd aan een romp voor het volgende contract. Voor die grote rompen heb je droogdokcapaciteit nodig van driehonderdzestig bij zestig meter. Er zijn niet veel scheepswerven in de wereld waar dit beschikbaar is. Dat wij in staat zijn die capaciteit vooruit te boeken, zorgt ervoor dat we onze klanten zekerheid kunnen geven over de planning. Dat is heel belangrijk, omdat de markt voor het bouwen van drijvende objecten behoorlijk verstopt zit.” 

3. SBM heeft twee verdienmodellen, lease and operate en turnkey. Hoe zijn de marges van die twee modellen?
“We doen de prijsstelling zo dat de marge die wij maken op het ontwerp en de bouw altijd hetzelfde is. Vanuit het perspectief van de netto contante waarde is die hetzelfde, of we het geld nu meteen krijgen of later. Per nieuwe FPSO gaat het om een waarde van 2,50 tot 3,50 euro per aandeel.” 

4. Bent u zeker genoeg over de vraag naar FPSO’s om vooruit te investeren?
“We houden de pijplijn met nieuwe olieprojecten in landen als Brazilië, Namibië en Guyana natuurlijk nauwlettend in de gaten en passen onze toekomstige behoeften daarop aan. Historisch gezien bedient het overgrote deel van onze vloot twee bedrijven, Petrobras en Exxon. We hebben daarnaast projecten met andere klanten zoals Shell, Chevron en Eni, maar Petrobras en Exxon vormen het merendeel van de klantenportefeuille. Dit jaar hebben we daaraan het Australische Woodside toegevoegd met een FSO voor alleen opslag en offloading in Mexico en TotalEnergies met een FPSO in Suriname. Dit zijn natuurlijk bedrijven aan de top van de markt. Dat helpt ons om ons risico te spreiden. Total is bijvoorbeeld heel goed gepositioneerd in Namibië. Het contract met Total in Suriname komt op het goede moment vanuit het perspectief van groei.” 

5. Hieronder zitten ramingen voor de vraag naar olie. Het basisscenario gaat uit van een wereldwijd tekort aan productiecapaciteit in het komende decennium van tien tot twintig miljoen vaten olie per dag. Hoe kwetsbaar is SBM als dit veel lager uitvalt?
“Onder alle scenario’s is het zo dat de wereldbevolking zal groeien. Opkomende landen willen hun welvaart ontwikkelen en daar hebben ze energie voor nodig. Wij zijn ervan overtuigd dat olie de komende decennia onderdeel van de energiemix zal blijven. Als je dat als feit accepteert, dan is de volgende vraag waar die olie vandaan komt. Als ik dan kijk naar de economische aspecten, maar ook de onderliggende milieu-aspecten, dan biedt olie uit de diepzee de beste combinatie. Wij hebben dus nog een lange weg voor ons. Bedenk daarbij dat we een orderportefeuille hebben tot 2050 van 33,7 miljard dollar, wat zich vertaalt in een netto kasstroom van ongeveer 9,6 miljard dollar. Dat gaat om onze bestaande portefeuille met FPSO’s. Die omzet is niet afhankelijk van de hoogte van de olieprijs.” 

6. Denkt u dat recente ontwikkelingen, zoals de Amerikaanse verkiezingen of de uitkomst van de rechtszaak tegen Shell in Nederland, van invloed zullen zijn op klimaatbeleid en daarmee de energievraag?
“Die hebben niet echt invloed op onze activiteiten. Er is een fundamentele vraag naar energie. Dat mensen willen consumeren, reizen; dat zie ik niet opeens veranderen. De vraag naar energie is te groot voor het tempo waarmee alternatieve energiebronnen naar de markt komen. Ik denk dat wij hier een rol te spelen hebben in het aanbieden van nieuwe oplossingen voor alternatieve energiebronnen. Tegelijk brengen we onze voetafdruk terug door onze uitstoot te verminderen.” 

7. Wat voor rol kan SBM spelen in de energietransitie?
“Dat gaat om elke vorm van drijvende infrastructuur op zee waarop elk denkbaar industrieel proces wordt uitgevoerd. Wij hebben de overtuiging dat wij onze vaardigheden en technologie daarvoor kunnen inzetten. We gaan nu alleen niet speculeren welke technologie kansrijk is en daarin investeren. We hebben een pilot gedaan met drie drijvende windturbines die aan de bodem van de Middellandse Zee waren bevestigd. Dat was op dat moment 10 procent van de totale wereldwijde capaciteit van drijvende windturbines. We hebben daarmee laten zien dat het technisch kan, maar er is geen directe markt voor. Dat zal nog minstens tot het volgende decennium duren. De les die we hebben geleerd, is dat we een groot aantal verschillende markten moeten volgen. Daarvoor hebben we een team opgezet.” 

8. Hoe groot is dat team?
“Dat zijn tien tot vijftien mensen. Als het nodig is, kunnen we dat opschalen.” 

9. Hebt u er last van dat banken minder bereid zijn om olie- en gasbedrijven te financieren?
“Nee, wij hebben geen enkele moeite met het vinden van financiering. We kunnen nog steeds ons werkkapitaal financieren en ook voor leaseprojecten kunnen we nog altijd financiering krijgen. Dat voert ook weer terug op het punt dat onze basis solide is. Er is vraag naar olie en gegeven dat feit kun je altijd financiering vinden. Sommige banken stoppen er misschien mee, maar dan zijn er andere bronnen zoals infrastructuurfondsen. We hebben een grote toeleveringsketen in China en we kijken dan ook naar Chinese financiële instellingen die een bron van financiering kunnen zijn.” 

10. U noemt China een paar keer. Is er niet een groot geopolitiek risico op het moment dat SBM veel zakendoet met Chinese bedrijven?
“We erkennen dat dit risico er is, en natuurlijk hebben we strategieën om buiten China te kunnen opereren en onze risico’s te managen. Daarom kijken we ook waar er nog meer capaciteit is om het soort werk te doen dat wij doen. Op een wereldwijde schaal is het wel zo dat voor alle internationale ondernemingen geldt dat ze een potentieel geopolitiek risico lopen in China. Als er opeens een totale stop zou komen op activiteiten in China, dan is dat een grote beslissing die veel impact op de wereld zal hebben. Dat is ook niet iets waar SBM alleen voor staat, maar samen met klanten die heel groot en heel invloedrijk zijn. De energiesector is sterk internationaal geïntegreerd en verbonden.” 

11. De afgelopen jaren was er bij SBM wel wat frustratie over de waardering op de beurs. Deelt u die frustratie?
“Dat ging erover dat de strategie de laatste tien jaar gericht was op het resetten van het bedrijf. We zijn een pad opgegaan met een aantal strategische keuzes en daarvan moeten de resultaten nog wel komen. Ik denk dat we die nu zien en dat het verhaal dat wij al jaren vertellen nu bewaarheid begint te worden. We zien tekenen op de beurs dat het vertrouwen toeneemt in ons vermogen het risico terug te brengen, nieuwe markten te veroveren en betere marges te leveren. Daarnaast is er een acceptatie dat olie en gas onderdeel zullen blijven van de energiemix. Het lijkt erop dat er wat meer interesse in ons aandeel is. We zijn blij dat er waardering is voor het werk dat wij doen.” 


VEB-lidmaatschap
Nog geen VEB-account?
Voor toegang tot de volledige website dient u een VEB-lidmaatschap aan te houden en in te loggen. Indien u lid bent, maar nog geen account heeft kunt u ook klikken op ‘inloggen’ en daarna een account aanmaken.
Meer infomatie over het VEB -lidmaatschap