VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

“Make money smile”. Met die slogan wordt de financiële consument al enige tijd verleid geld te investeren in kredietverstrekker Bridgefund. Het platform sprong in het gat dat banken achterlieten sinds zij minder leningen zijn gaan verstrekken aan kleine ondernemers. Voor beleggers is het de vraag of rendement en risico van een belegging in Bridgefund wel voldoende in balans zijn.

Er valt haast niet te ontkomen aan de radio- en tv-commercials van Bridgefund:  “daar zit je dan met je ton op de bank.” Beleggers die een ton euro werkeloos op de plank hebben liggen, worden aangespoord om hun geld naar Bridgefund brengen. Daar kunnen ze volgens het spotje tot zes procent per jaar aan rente verdienen.

De belegging is “goed beschermd”, verschaft een “gegarandeerd rendement” en is “vergelijkbaar met deposito-sparen, alleen dan wel tegen een rente tot 6 procent”. De marketingafdeling van Bridgefund weet wel hoe je een belegger moet verleiden.

Maar cruciale informatie om een gedegen beleggingsbeslissing te nemen, ontbreekt. Beleggers moeten het doen met een informatiememorandum (17 pagina’s), een brochure (12 pagina’s) en een vraag- en antwoordrubriek op de website.

Met die relatief beperkte informatieverstrekking komt het kredietplatform weg omdat beleggers minimaal honderdduizend euro moeten inleggen. Dat is het investeringsbedrag waarbij geen vergunning nodig is van de Autoriteit Financiële Markten (AFM) en waarbij een beroep kan worden gedaan op een vrijstelling in de wet waardoor een prospectus niet vereist is.

Doordat beleggers nauwelijks informatie krijgen, is niet in te schatten of het voorgespiegelde rendement van tussen de 4,25 procent en 6 procent wel een adequate vergoeding is voor de risico’s van de belegging. Je krijgt dan wel iets meer dan de spaarrente, maar is het misschien toch niet verstandiger die ton lekker op de bank te laten staan? Een analyse.

Doorgeefluik
Bridgefund is een platform dat geld ophaalt bij particuliere beleggers om het vervolgens uit te lenen aan kleine Nederlandse bedrijven. Het gaat om kortlopende en kleine leningen tot 250 duizend euro. Volgens de Amsterdamse kredietverstrekker heeft het platform inmiddels ruim 500 miljoen euro uitgeleend aan meer dan 7.000 mkb-bedrijven.

Denk hier bijvoorbeeld aan een kledingwinkel die een lening nodig heeft om voorraden in te kopen voor de nieuwe zomercollectie. Maar in de portefeuille zitten volgens de aanbieder ook leningen aan slagerijen, Surinaamse eethuisjes en nagelstudio’s. Voor dit soort bedrijfjes – door Bridgefund bestempeld als lokale helden – haalt de “blinkende bankier zijn neus op”. Traditionele banken zitten niet te wachten op de administratieve rompslomp van dergelijke leningen en ze moeten er relatief veel kapitaal voor aanhouden, wat nadelig is voor de bufferratio.

Het lijkt niet al te lastig een krediet los te peuteren bij Bridgefund. “Een zakelijke lening zonder gedoe” en “in 5 minuten online aangevraagd”, zo meldt het platform op zijn website. Jaarcijfers overleggen of een businessplan indienen, is volgens het platform niet nodig.

Dure peptalk
Ondanks die peptalk richting mkb-ondernemers is Bridgefund geen charitatieve instelling. Aan een lening hangt een stevig prijskaartje. De kredietverstrekker brengt een rentevergoeding van minimaal 0,7 procent in rekening. Per maand welteverstaan. Dat percentage kan oplopen tot 3,3 procent per maand, afhankelijk van de risico-opslag.

Die opslag schat Bridgefund in met behulp van een “aantal prestatie-indicatoren”. Welke dat precies zijn, valt niet op te maken uit de documentatie. De maandelijkse rentes die klanten betalen, tellen op tot tussen de 8,4 procent en bijna 40 procent op jaarbasis. Op het oog hallucinante rentepercentages.

Om een idee te geven: de rente voor consumptief krediet is bij de wet gemaximeerd op 15 procent. Denk hier aan de koop op afbetaling van een auto, witgoed of kleding. Bridgefund is actief op de zakelijke markt, waar geen maximale rentes of andere beperkingen gelden.

In een podcast zegt Bridgefund-oprichter en ceo Julian van de Steeg dat het meest voorkomende leenbedrag vijfduizend euro bedraagt. En de gemiddelde looptijd is iets meer dan een half jaar. Ook zou het gemiddelde rentepercentage tussen de 1,5 en 2 procent per maand liggen, oftewel 18 tot 24 procent per jaar. Voor (potentiële) beleggers zijn de (basale) lening-statistieken niet te verifiëren. In geen enkel document is een tabel te vinden over de karakteristieken van de leningenportefeuille. 

Geen klachten
Volgens Van de Steeg klagen ondernemers niet over hoge rentes. Als zij met een rationele blik naar deze financieringsvorm zouden kijken, zouden ondernemers alleen zaken willen doen met Bridgefund als de investering die met de lening wordt gedaan een hoger rendement oplevert dan het rentepercentage.

Hij geeft als voorbeeld dat mkb-bedrijven flinke kortingen kunnen bedingen bij toeleveranciers als zij groter inkopen. Een korte lening betaalt zich dan uit, ondanks de hoge rente.

“We zijn geïndoctrineerd door rentepercentages”, aldus Van de Steeg in een podcast. Hij voegt daaraan toe dat de hoogte van de rente bepaalt of een lening goed of slecht is. Dat gaat volgens de Bridgefund-oprichter wel op als het om de consumentenmarkt gaat, maar in de zakelijke markt kijken ondernemers vooral naar wat een lening oplevert. Wie door de beoordelingswebsite Trustpilot scrolt, ziet inderdaad dat de reviews overwegend positief zijn. Maar een aantal klanten wijst ook op de “woekerrentes” die het platform in rekening brengt.

In ieder geval wordt duidelijk dat Bridgefund niet uit liefdadigheid in het gat is gesprongen dat is ontstaan doordat veel traditionele banken de deur dichthouden voor kleine bedrijven.

Gat
Het verschil tussen het rentetarief dat mkb’ers moeten ophoesten - tot tientallen procenten op jaarbasis - en de vergoeding voor beleggers in Bridgefund is aanzienlijk. Afhankelijk van de gekozen periode varieert het rentepercentage voor beleggers van 4,25 procent (flexibele looptijd) tot zes procent (drie jaar). 

De zogeheten rentemarge van Bridgefund – het verschil in de rente die een mkb-klant aan Bridgefund betaalt en de rente die een belegger ontvangt – moet heel stevig zijn. Voor het perspectief: bij ING en ABN Amro schommelt deze rentemarge rond de 1,5 procent (het gemiddelde van de hele leningenportefeuille) .

Tegelijkertijd blijft de vraag hangen of beleggers wel hun fair share krijgen. Dat blijft helaas bij een vraag omdat onduidelijk is wat het platform zelf verdient met het verstrekken van leningen. In de documentatie van Bridgefund is bijna geen tabel te bekennen, terwijl de jaarverslagen voor de gemiddelde bank al snel vele honderden pagina’s beslaan. Het is niet te achterhalen hoe winstgevend dit kredietmodel is, want beleggers krijgen geen inzage in de jaarrekening. Alles wat resteert nadat beleggers hun rendement hebben gekregen, gaat naar de aandeelhouders van het platform, waaronder Van de Steeg zelf, maar ook René Frijters, de oprichter van beleggersbank Alex en van onlinebank Knab.

Een belegger kan wellicht een gooi doen naar de rentemarges en de omvang van de leningenportefeuille, maar andere kosten zoals die voor het personeel (het bedrijf geeft aan dat het meer dan 60 medewerkers in dienst heeft) en die voor marketing zijn lastig in te schatten. Al moet het marketingbudget gezien alle advertenties, spotjes en reclames vele miljoenen bedragen.

En dan is er nog die andere kostenpost: welk deel van de leningen wordt niet terugbetaald? Ook dit is giswerk. Financieel directeur Susan Wan liet in mei 2023 in een interview met de website CFO optekenen dat Bridgefund “een van de laagste default-percentages in onze industrie heeft”. Concreter dan dit wordt zij niet. Relevante informatie over stortingen in stroppenpotten en betalingsachterstanden blijven het geheim van de boardroom.

Risico
Bridgefund heeft drie veiligheidskleppen die het risico op verliezen op uitstaande leningen moeten beperken: een streng acceptatiebeleid, spreiding en extra waarborgen die Bridgefund zegt af te dwingen bij ondernemers.

Verdedigingslinie 1: acceptatie
Bridgefund stelt een aantal voorwaarden om in aanmerking te komen voor een lening. Die lijken op het eerste oog niet al te streng. Zo moeten ondernemingen minimaal een jaar bestaan en ten minste 50 duizend euro aan verkopen realiseren.

Verder leunt Bridgefund naar eigen zeggen op een “streng data-gedreven kredietbeoordelingsproces”. Het zegt in eerste instantie al een heel eind te komen met een overzicht van “alle zakelijke banktransacties” van de ondernemer. Een “slimme scan”, zo staat te lezen in de brochure, “analyseert de cashflow over de afgelopen twaalf maanden” om de kredietwaardigheid van een aanvrager in te schatten. Om een idee te geven: ongeveer tien procent van de aanvragers krijgt daadwerkelijk een krediet van Bridgefund, aldus cfo Wan in het eerdergenoemde interview.

Verdedigingslinie 2: spreiden
Op de website van het kredietplatform is te lezen dat de inleg van een belegger wordt uitgesmeerd over de circa zevenduizend uitstaande leningen. Dat zijn leningen bij bedrijven die in “verschillende branches actief zijn”. Een preciezere indicatie van de blootstelling geeft Bridgefund niet.

Verdedigingslinie 3: extra waarborgen
Bridgefund heeft extra waarborgen voor het geval een klant onverhoopt in gebreke blijft. Zo bedingt het platform naar eigen zeggen bij werkkapitaalfinanciering een pandrecht op bijvoorbeeld de voorraden. Mocht een ondernemer de lening niet terug (kunnen) betalen dan kan Bridgefund de voorraden te gelde maken om verliezen te beperken. Daarnaast is er een persoonlijke borgstelling door de ondernemer voor het totale leenbedrag. De kredietverstrekker kan in het uiterste geval dus nog aanspraak maken op privébezittingen van de ondernemer. Het klinkt op papier goed, maar de vraag is of een beroep op deze extra waarborgen in de praktijk wel snel en eenvoudig kan worden gedaan. 

Oordeel
De summiere informatie bemoeilijkt een analyse van een belegging in Bridgefund. Maar de suggestie van Bridgefund dat een belegging in het platform vergelijkbaar is met een deposito is op zijn minst gedurfd en bijna misleidend te noemen.

Spaarrekeningen en deposito’s vallen veelal onder het depositogarantiestelsel. Rekeninghouders hebben daardoor in principe de garantie dat hun spaartegoeden tot honderdduizend euro veilig zijn als een bank in de problemen komt. Die achtervang hebben Bridgefund-beleggers niet.

Afgaand op Bridgefunds klantenbestand – waar traditionele banken hun neus voor ophalen – en de hoge rentes die het platform in rekening brengt, lijkt het risicoprofiel van het kredietplatform hoger dan dat van een traditionele bank. Maar de gebrekkige informatieverschaffing van Bridgefund maakt een hard oordeel of 4,25 tot 6 procent rendement een adequate vergoeding is, niet mogelijk.

1: Hoe dik is het extra stootkussen van Bridgefund om klappen op te vangen?
  • Op de website van Bridgefund wordt vermeld dat “je geld goed beschermd is (…) voor elk mogelijk scenario hebben we een oplossing, zonder dat dit ten koste gaat van jouw investering.” Naast een streng acceptatiebeleid, spreiding en andere waarborgen, heeft Bridgefund een extra financiële zekerheid ingebouwd: de zogenaamde dekkingswaarde.

  • Voor elke euro die beleggers in Bridgefund stoppen is er “een vordering en/of cashpositie van minimaal 1,10 euro en gemiddeld 1,20 euro”, zo is te lezen op de website. Het extra dubbeltje moet als buffer fungeren om eventuele verliezen op verstrekte leningen op te vangen.

  • Het is voor buitenstaanders lastig in te schatten hoe dik deze stootkussens -de dekkingswaarde - zijn. In de kleine lettertjes van de informatie is te lezen dat de dekkingsratio wordt berekend door “het totaal van uitstaande leningen en kredieten en de toekomstige te verwachten renteopbrengst daarop” te delen door “het door beleggers verstrekte geld dat is uitgeleend”.

  • Gezien de torenhoge rentes, laten we even uitgaan van gemiddeld 20 procent, is dus niet uit te sluiten dat deze buffer op zijn minst gedeeltelijk bestaat uit nog te innen toekomstige rentes. Voor beleggers heeft het de voorkeur dat een zo groot mogelijk deel van deze buffer uit harde cash bestaat.

 

2: Wat u verder moet weten
  • Een belegging in Bridgefund loopt juridisch gezien via de Stichting Capital BridgeFund. Een belegger leent feitelijk geld uit aan deze stichting die het weer doorschuift richting Bridgefund. Vervolgens verstrekt Bridgefund dit kapitaal in de vorm van leningen aan mkb-bedrijven.

  • De AFM houdt geen toezicht op Bridgefund. Op de website valt wel te lezen dat BridgeFund wordt gecontroleerd door Vistra, een commercieel adviesbedrijf. Volgens het platform is Vistra “een onafhankelijke externe toezichthouder”, die bovendien “aansprakelijk kan worden gesteld als er problemen ontstaan”. Vistra bestempelen als onafhankelijke toezichthouder doet geen recht aan de realiteit. Het blijkt een partij waar het platform een innige band mee heeft. Zo blijkt Vistra enig bestuurder te zijn van twee stichtingen die onderdeel uitmaken van de juridische structuur van Bridgefund.

  • De fiscus kwalificeert Bridgefund (terecht) als een belegging en niet als bankdeposito. Dat doet pijn. Want dit houdt in dat de belasting een hap van ruim 2 procentpunt uit het rendement neemt: een heffing van 36 procent op een fictief rendement van 6,04 procent. Zo blijft er van het door Bridgefund voorgespiegelde bruto-rendement van 4,25 procent per jaar (flexibel product) een nettorendement over van net iets meer dan 2 procent. Voor alle duidelijkheid: het gaat hier om de heffing volgens de huidige belastingregels. Sparen via de bank valt in een aanzienlijk gunstiger fiscaal regime (voorlopig fictief rendement banktegoeden: 1,03 procent), en het risico lijkt hier een stuk lager – in ieder geval tot de ton euro die valt onder het depositogarantiestelsel.

  • Een belegger kan kiezen zijn geld voor één, twee of drie jaar aan Bridgefund toe te vertrouwen. Een participatie in het fonds is tussentijds niet verhandelbaar. Iemand die zijn geld voor drie jaar heeft vastgezet - en dat onverhoopt tussentijds nodig heeft - kan niet bij zijn investering komen. Bridgefund biedt ook een product aan met flexibele looptijd en 4,25 procent rente. Bij deze belegging kan Bridgefund wel het rentetarief op kwartaalbasis eenzijdig wijzigen.

 

Veel beleggers ontvangen brochures over niet-beursgenoteerde beleggingen via post of mail. Met enige regelmaat beoordeelt de VEB dergelijke proposities. Daarbij is het uitgangspunt dat de VEB gebruik maakt van de door de aanbieder beschikbaar gestelde informatie. 


VEB-lidmaatschap
Nog geen VEB-account?
Voor toegang tot de volledige website dient u een VEB-lidmaatschap aan te houden en in te loggen. Indien u lid bent, maar nog geen account heeft kunt u ook klikken op ‘inloggen’ en daarna een account aanmaken.
Meer infomatie over het VEB -lidmaatschap