VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

Het merendeel van de half miljoen Nederlanders met spaargeld en beleggingen heeft over het slechte beursjaar 2022 onverschuldigd belasting betaald in box 3. Het is onacceptabel dat zij nog jaren moeten wachten op teruggave daarvan. De Vereniging van Effectenbezitters roept de minister van Financiën op om direct corrigerende actie te ondernemen.

In vrijwel heel Europa worden beleggers al jaren belast op basis van het werkelijk behaalde rendement. Door recente uitspraken van de Hoge Raad kan ook Nederland hier niet langer omheen. De Belastingdienst mag geen forfaitair rendement meer gebruiken voor de belastingheffing op spaargeld en beleggingen, maar moet uitgaan van het daadwerkelijke rendement van individuele belastingplichtigen. Is er verlies geleden in een jaar, dan is er geen rendement om te belasten.

Over 2022 is overduidelijk dat dit voor het merendeel van de belastingplichtigen in box 3 gold. Het is daarom opmerkelijk dat de Belastingdienst de voorlopige aanslagen niet direct automatisch heeft aangepast. Dit zou namelijk de verschillen met de later definitieve aanslagen hebben geminimaliseerd, wat juist de belangrijkste functie van voorlopige aanslagen is.

De uitspraken van de Hoge Raad gelden in ieder geval voor alle belastingaanslagen die nog niet definitief zijn opgelegd. Voor de meeste belastingplichtigen betreft dit de jaren vanaf 2022. Hoeveel lager de definitieve aanslag zal uitvallen dan de huidige voorlopige aanslag, verschilt per persoon en hangt af van de beleggingsopbrengsten. Bij het opleggen van de definitieve aanslag kan de Belastingdienst dit nauwkeurig berekenen. Een verhoging van de aanslag op basis van een hoger dan forfaitair beleggingsrendement is daarbij niet toegestaan.

Massale belastingverlaging voor 2022 verwacht
De meeste beleggers kunnen over 2022 een aanzienlijk lagere aanslag verwachten, aangezien de financiële markten dat jaar over een brede linie met meer dan tien procent daalden. Uit een inventarisatie van de VEB bleek dat meer dan 95 procent van de belastingplichtigen met alleen spaargeld en beleggingen verlies heeft geleden in 2022. Volgens het ministerie van Financiën betreft dit ongeveer 500.000 belastingplichtigen – een kwart van de totale groep met box 3-vermogen. Andere belastingplichtigen hebben bijvoorbeeld ook vastgoedbelangen, die over het algemeen niet zijn getroffen door de bredere daling. Voor de groep van een half miljoen belastingplichtigen is het al duidelijk dat zij geen rendement hebben behaald en te hoog zijn belast in de voorlopige aanslag. De Belastingdienst ging daarbij uit van een fictief rendement van 5,53 procent, een aanname die niet strookt met de werkelijkheid.

Onacceptabel lange wachttijd
Een betrouwbare overheid zou een evident te hoge voorlopige heffing zo snel mogelijk moeten corrigeren. Toch voorziet de huidige planning dat de Belastingdienst pas in 2026 begint met het aanpassen van de te hoge voorlopige aanslagen over 2022. Dit betekent dat honderdduizenden mensen drie of zelfs vier jaar moeten wachten op teruggave van onterecht betaalde belasting.

De VEB vindt deze gang van zaken onacceptabel, onnodig en schadelijk voor het vertrouwen in de overheid. De vereniging roept de minister van Financiën daarom op de voorlopige aanslagen over 2022 op basis van box 3 forfaitair rendement per direct te verlagen en het teveel betaalde bedrag onmiddellijk terug te betalen. De Belastingdienst heeft alle daarvoor benodigde informatie al beschikbaar. Een dergelijke aanpak past bij een overheid die burgers vanuit vertrouwen benadert in plaats van wantrouwen.

Lees de brief aan de minister van Financiën 

Problematische tegenbewijsregeling
De VEB maakt zich ook zorgen over de tegenbewijsregeling die de Belastingdienst momenteel ontwikkelt. Het voorgestelde digitale formulier blijkt volgens voorlopige informatie omslachtig, inefficiënt en tijdrovend.

In 2022 behaalde het merendeel van de belastingplichtigen helemaal geen vermogensrendement. Het is daarom weinig daadkrachtig van de overheid om eerst een grote hoeveelheid gedetailleerde informatie te eisen voordat wordt overgegaan tot terugbetaling van een duidelijk onterecht betaalde belasting. Voor elke belegging en iedere aan- of verkoop in een belastingjaar moet het brutorendement (exclusief kosten) apart worden ingevuld. Een belegger met een goed gespreide portefeuille van dertig verschillende aandelen zal dus dertig schermen moeten invullen, met aanvullende invuloefeningen voor aan- en verkopen.

Deze aanpak maakt het voor belastingplichtigen buitengewoon ingewikkeld om de belastingverlaging te claimen waar ze wettelijk recht op hebben, waarbij ze financieel worden gedupeerd door de eerder vanuit de Belastingdienst verkeerd opgelegde voorlopige aanslag.  Dat kan en mag niet de bedoeling zijn. De VEB roept de minister op om de tegenbewijsregeling gebruiksvriendelijk en laagdrempelig te maken. Dit bevordert niet alleen de efficiëntie voor belastingplichtigen, maar ook voor de Belastingdienst zelf.

Oproep tot directe actie
De VEB benadrukt dat het essentieel is om snel en doeltreffend te handelen. De huidige situatie ondermijnt het vertrouwen in de overheid en legt een bij voorbaat kenbare onnodige administratieve last bij burgers. Een garantie voor nieuwe grote uitvoeringsproblemen en daardoor gedupeerde burgers. Het verlagen van de te hoge aanslagen en het verbeteren van de tegenbewijsregeling zijn stappen die recht doen aan de werkelijkheid en het vertrouwen in de overheid herstellen.