VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

Of het nu in de kroeg is, op verjaardagsfeestjes of bij de koffieautomaat op het werk. Zodra het gesprek op beleggen komt, gaat het al snel over die ene succesvolle belegging. Het biotechnologiebedrijf dat goedkeuring krijgt voor een medicijn, de cryptomunt die door het dak gaat of die geweldige rit met aandelen in chipmaker Nvidia.

Altijd boeiende gespreksstof, maar uit decennialang onderzoek blijkt eenduidig: voor het leeuwendeel van de beleggers is het handelen in individuele aandelen niet de manier om vermogen op te bouwen. Het selecteren van de specifieke effecten is veel minder bepalend voor het rendement van een beleggingsportefeuille dan de verdeling over verschillende activa-categorieën, denk aan aandelen, obligaties of vastgoed.  

Dit is het eerste artikel in een serie om een gespreide portefeuille op te bouwen met etf’s.  

1. De onderzoeken 
De basis van een solide beleggingsstrategie is diversificatie: leg niet alle eieren in één mandje. Dit wordt ondersteund door enkele belangrijke financiële modellen, zoals de Modern Portfolio Theory. We bekijken deze theorie in het kort. 

De Modern Portfolio Theory (MPT), ontwikkeld door Nobelprijswinnaar Harry Markowitz, stelt dat beleggers door te spreiden een portefeuille kunnen samenstellen met het hoogste verwachte rendement voor een gegeven risiconiveau. Het basisidee is dat risico verminderd kan worden door te beleggen in een mix van beleggingen die niet allemaal in dezelfde richting bewegen. Aandelen, obligaties, vastgoed en grondstoffen reageren vaak verschillend op economische omstandigheden, waardoor verliezen in de ene activaklasse gecompenseerd kunnen worden door winsten in een andere. Dit vermindert de kans dat de totale portefeuille sterk daalt als één markt onder druk staat. 

Voorbeeld: wanneer er paniek heerst op financiële markten, vluchten beleggers uit aandelen (koersdalingen) en stoppen zij de opbrengst in veiliger geachte beleggingen als obligaties (koersstijgingen). Zo fungeren obligaties als een airbag in de portefeuille. Spreiding verlaagt de volatiliteit, oftewel de schommelingen in waarde, van de portefeuille. 

Demping 
Spreiden mag misschien het grootste cliché zijn als het gaat om beleggen, het is een principe dat zich heeft bewezen. Over een periode van bijna honderd jaar heeft het combineren van aandelen en obligaties op de Amerikaanse markt gezorgd voor een demping van de uitschieters in het resultaat. Daarbij blijkt tegelijkertijd duidelijk dat aandelen een hoger gemiddeld rendement boden. Het jaarlijks gemiddelde rendement van een gemengde portefeuille neemt dan ook toe naarmate de weging naar aandelen hoger is. Tegelijkertijd heeft de portefeuille met uitsluitend aandelen de grootste extremen – uitschieters van het rendement naar boven en beneden.



In het slechtste kalenderjaar, 1931, ging ruim 43 procent van de waarde van een belegging die volledig in aandelen zat verloren. Spreiding over een deel obligaties verkleinde deze bandbreedte. De gemiddeldes in de grafiek zijn berekend over de gehele 97 jaar; een belegger zit natuurlijk maar een deel van die periode in de markt. Iemand die dicht bij het eind van zijn horizon zit, zal waarschijnlijk een groter deel in obligaties beleggen (waarover later meer in deze serie).  

Onderzoek 
Er is veel bewijs dat het heel moeilijk is om de markt, vaak gemeten door het wereldwijde aanbod van beursgenoteerde beleggingen, consequent te verslaan. Hoewel sommige fondsbeheerders en beleggers tijdelijk beter kunnen presteren, slagen de meeste er niet in om dit op lange termijn vol te houden.  

Een bekend onderzoek van S&P Dow Jones Indices vergelijkt de prestaties van actief beheerde beleggingsfondsen met een relevante index. Het onderzoek voor fondsen in Europa loopt nu tien jaar. Over die periode presteerde 98 procent van de actief beheerde wereldwijde aandelenfondsen slechter dan de benchmark. Bij staatsobligatiefondsen was dat 91 procent. De rendementen van actief beheerde fondsen waren gemiddeld bovendien substantieel lager dan de index.  

Door technologische ontwikkelingen en de snelle verspreiding van informatie is het steeds moeilijker een voordeel te behalen met het uitpluizen van jaarverslagen. Als de professionele beleggers de index al niet kunnen verslaan, hoe groot is de kans dan dat dit een particuliere belegger wel lukt?   

Winnaars 
Om de markt te verslaan, moet een belegger niet alleen voorspellen wanneer een belegging goed gaat presteren, maar dit ook keer op keer succesvol doen. Dit vereist een juiste timing van zowel koop- als verkoopmomenten. Professionele beleggers slagen daar al niet consequent in. Voor een particuliere belegger die dit doet naast andere bezigheden, is het nog lastiger. 

Waarom is dit zo moeilijk? De statistieken uit onderzoeken van de Amerikaanse hoogleraar Hendrik Bessembinder zijn veelzeggend. Het gemiddelde jaarlijkse rendement van alle Amerikaanse bedrijven die sinds december 1925 minimaal een jaar beursgenoteerd zijn geweest, is negatief: minus 9,1 procent. Meer dan de helft (51,6 procent) van de 29.078 aandelen die onder de loep werden genomen, had een negatief rendement. De les: de kans is groot dat een actieve belegger de verkeerde aandelen selecteert, en dan is het risico aanzienlijk dat het vermogen inteert (negatief rendement) in plaats van groeit. En dat terwijl de brede index over deze periode gemiddeld gezien wel een fraai rendement heeft opgeleverd. 

Daarbij zijn er voor beleggers die handelen in individuele aandelen ook nog de hoge transactiecommissies. Brokers hebben die kosten dan wel fors verlaagd in de afgelopen decennia, maar ze kunnen nog steeds een flinke hap uit rendementen nemen.  

De slotsom: het zoeken naar de volgende beurskaskraker lijkt interessant, maar is vrijwel onmogelijk. Slechts enkele aandelen weten voortdurend uitzonderlijk hoge jaarlijkse rendementen te behalen. Wie in de hele index belegt, lift – automatisch – mee op het succes van de winnaars. 

De lessen uit onderzoek tot nu toe:

1. Spreiding blijft een krachtig instrument om risico te verlagen.

2. Vrijwel niemand slaagt er consequent in de markt te verslaan.


Veel handelen vreet aan het rendement door kosten. Nu we begrijpen waarom het moeilijk is om de markt te verslaan en hoe diversificatie werkt, kijken we naar de belangrijkste vermogenscategorieën die u kunt opnemen in uw portefeuille.
 

2. Het palet aan mogelijkheden 
Een toonaangevend onderzoek van Brinson, Hood en Beebower (Determinants of Portfolio Performance) laat zien dat zo’n 90 procent van de variatie in de rendementen van pensioenfondsen te verklaren is uit de strategische assetallocatie: de keuze van de beleggingscategorieën en hun gewichten in de portefeuille met een langetermijnbenadering. Markttiming en effectenselectie hebben beperkte invloed op de resultaten. 

De belangrijkste vermogenscategorieën zijn: 

  • Aandelen 
  • Obligaties 
  • Vastgoed 
  • Grondstoffen 
  • Cash 


Een langlopende studie naar de prestaties van aandelen, obligaties en cash vanaf 1900, het UBS Global Investment Returns Yearbook, biedt interessante inzichten. Gedurende deze periode wisten aandelen wereldwijd een reëel rendement (na inflatie) op te leveren van gemiddeld 5 procent per jaar, obligaties 1,7 procent en cash minder dan 1 procent.
 

Meer rendement gaat gepaard met een hoger risico. De optimale portefeuille – verdeling tussen de vermogenscategorieën – is voor iedereen anders, omdat deze sterk afhangt van uw tolerantie voor risico. Een rondgang langs de activaklassen. 

Aandelen 
Aandelen bieden historisch gezien het hoogste rendement op de lange termijn, maar gaan ook gepaard met grote volatiliteit. Dit betekent dat aandelenportefeuilles op korte termijn aanzienlijk kunnen fluctueren, maar op de lange termijn meestal wel een stijgende trend laten zien. Voor beleggen in aandelen moet een belegger dus een sterke maag en een lange horizon hebben.  

Dat aandelen een hoger rendement opleveren, klopt met de theorie dat beleggers die meer risico nemen, daar op de lange duur voor beloond moeten worden. Anders zouden zij dat risico namelijk niet meer nemen. Aandelen bieden een ‘risicopremie’. Overigens zijn er verschillende definities van het begrip risico. Superbelegger Warren Buffett omschrijft risico bijvoorbeeld als permanent verlies van kapitaal, niet als de beweeglijkheid van een belegging. 

Obligaties 
Obligaties (zowel staats- als bedrijfsobligaties) gelden in de praktijk als het belangrijkste instrument om een stootkussen mee te creëren in de portefeuille. Dat komt door de lage samenhang – in jargon correlatie – met aandelen. Langetermijnstudies, zoals het Global Investment Returns Yearbook, bevestigen dat de samenhang tussen aandelen en obligaties in de afgelopen ruim honderd jaar vaak slechts licht positief is geweest. In de afgelopen dertig jaar is zelfs in veel periodes sprake geweest van een negatieve correlatie. Door de beperkte samenhang valt spreidingsvoordeel te realiseren.  |

Vastgoed 
Vastgoed wordt vaak gezien als een alternatieve activaklasse. Fysiek vastgoed heeft de neiging om in waarde te stijgen met de inflatie. Beleggen in verhuurd vastgoed kan stabiele inkomsten genereren, al kunnen daar stevige onderhoudskosten mee gemoeid zijn.  

Beleggen in vastgoed kan daarnaast indirect, via beursgenoteerde vastgoedfondsen. Beursgenoteerde vastgoedinstrumenten kunnen echter sterk op en neer bewegen met de bredere aandelenmarkt, wat het spreidingsvoordeel vermindert. Daar staat tegenover dat je met een muisklik een belegging contant kunt maken, wat weer een stuk lastiger is bij een rechtstreekse belegging in stenen.  

Bij het vaststellen van de vermogensmix is het daarnaast belangrijk om het eigenhuisbezit mee te rekenen. Afgezien van het pensioen, zit volgens cijfers van het CBS meer dan de helft van het vermogen van Nederlandse huishoudens in de eigen woning. In individuele situaties is er veel voor te zeggen om de brutowaarde van een woning mee te tellen in de eigen vermogensmix. Een huis met hypotheek is in feite een belegging met hefboomwerking. Prijsschommelingen werken direct door in de volledige waarde van het brutovermogen, en in het nettovermogen relatief extra hard.  

Grondstoffen 
Goud, olie en landbouwproducten zijn voorbeelden van een andere alternatieve activaklasse: grondstoffen. Deze grondstoffen genereren geen inkomsten zoals rente of dividenden. Beleggers speculeren voornamelijk op prijsveranderingen. In beheerprofielen wordt veelal hooguit een klein percentage van de portefeuille aan grondstoffen toegewezen. Historisch gezien hebben grondstoffen geen consistente positieve rendementen laten zien, maar er is volgens het eerdergenoemde Global Investment Returns Yearbook wel een spreidingsvoordeel mee te behalen.  

Daarbij speelt wel de complexiteit van het beleggen in grondstoffen een rol. Een directe fysieke belegging is ingewikkeld vanwege opslag- en transportkosten. In plaats daarvan moeten er afgeleide producten worden ingezet. 

Cash 
Geld op betaal- en spaarrekeningen speelt een cruciale rol in de beslissing om te gaan beleggen. Een particuliere belegger zal cash in de praktijk veelal los zien van de assetallocatie. De beleggingsportefeuille is voor de lange termijn: je maakt je niet druk om dagelijkse marktfluctuaties en vertrouwt op de groei van de beleggingen. Daarnaast is er een buffer van spaargeld. 

Voor een beginnende belegger is het verstandig om vast te stellen welk bedrag hij of zij als spaarpotje wil aanhouden. Daarna gelden drie basisprincipes: 1. Het is verstandig om alleen te beleggen met geld dat u voor langere tijd kunt missen. 2. Zorg dat u voldoende buffer overhoudt om eventuele tegenvallers op te vangen. 3. Met geleend geld beleggen is in de regel onverstandig. 

3. Het risicoprofiel
Een eerste belangrijke overweging bij het bepalen van de concrete invulling van een portefeuille, zijn uw financiële doelen, het tijdsbestek waarin u deze doelen wilt bereiken, en uw risicotolerantie – wat gebeurt er met uw nachtrust als uw portefeuille snel minder waard wordt?  

Leeftijd 
Een eenvoudige, maar redelijk effectieve, vuistregel voor het bepalen van een geschikte verdeling tussen aandelen en obligaties, is gebaseerd op leeftijd. De basisregel is dat het percentage aandelen gelijk is aan 100 minus de leeftijd van de belegger. Een hogere leeftijd betekent in dat geval een portefeuille die geleidelijk defensiever wordt: meer obligaties. Als u onzeker bent over uw risicotolerantie, bijvoorbeeld omdat u nog nooit een aanzienlijke marktdaling hebt meegemaakt, is het verstandig om te beginnen met een defensievere allocatie.  

Profielen 
Het uitgangspunt van de portefeuillemix voor de lange termijn is dat het rendement vooral uit aandelen zal komen, terwijl een klein percentage obligaties de volatiliteit kan verminderen. Voor de exacte weging naar de activaklassen worden vaak vier tot zes risicoprofielen onderscheiden. Hier zijn echter geen exacte regels voor; binnen de grenzen kan flink gevarieerd worden. Drie voorbeeldprofielen. 

Offensief profiel: een jonge belegger die een woning huurt, met een lange beleggingshorizon en de bereidheid om risico te nemen voor hoger rendement. Er is nog veel tijd om marktschommelingen op te vangen. 

Assetallocatie: 

  • Aandelen: 90 procent – De portefeuille bestaat vooral uit aandelen, met een brede wereldwijde spreiding. 
  • Obligaties: 5 procent – Een klein percentage obligaties kan helpen om de grootste schommelingen enigszins af te vlakken, zonder de groeipotentie van de portefeuille sterk te beïnvloeden. 
  • Vastgoed: 5 procent – Beleggingen in vastgoedfondsen voor verdere diversificatie en inflatiebescherming, aangezien de belegger geen eigen huis heeft. 


Neutraal profiel: een belegger van middelbare leeftijd met opgroeiende kinderen. Deze belegger heeft een stabiel inkomen en aanzienlijke verplichtingen, zoals de zorg voor kinderen en de aflossing van een hypotheek. Deze belegger wil groei, maar is ook op zoek naar een zekere mate van stabiliteit.
 

Assetallocatie: 

  • Aandelen: 60 procent – Een sterke focus op aandelen voor kapitaalgroei, maar met een lagere blootstelling dan bij een offensief profiel. 
  • Obligaties: 40 procent – Een grotere toewijzing aan obligaties voor stabiliteit, wat de volatiliteit van de portefeuille vermindert. 


Defensief profiel: een belegger die het pensioen nadert en het vermogen wil veiligstellen om later van te kunnen leven. Het hoofddoel is kapitaalbehoud, met een laag risiconiveau. 
 

Assetallocatie: 

  • Obligaties: 80 procent – Het grootste deel van de portefeuille zit in obligaties voor stabiliteit en vaste inkomstenstromen. 
  • Aandelen: 20 procent – Een kleinere aandelenallocatie biedt enige groeipotentie. 


Passief beleggen en een gedisciplineerde aanpak zijn vaak de beste strategie. De drempel voor particuliere beleggers om een goed gespreide portefeuille op te bouwen met indexfondsen en etf’s is lager dan ooit. Deze producten bieden een aantal voordelen.
 

1. Brede marktblootstelling: Een marktkapitalisatie-gewogen index biedt automatisch blootstelling aan een groot deel van de markt. 

2. Lage kosten: De concurrentie tussen aanbieders heeft geleid tot zeer lage beheerkosten voor indexfondsen en etf's. Veel fondsen bieden de mogelijkheid om inkomsten automatisch te herbeleggen, wat belangrijk is voor het rendement-op-rendement-effect. 

3. Automatische aanpassing: De index past zich automatisch aan veranderende marktomstandigheden aan.
 
4. Vermijden van gedragsfouten: Door te beleggen in de hele markt met een vooraf bepaalde weging vermijdt men de valkuilen van het voorspellen van individuele winnaars en het timen. 

Maar hoe kun je als belegger een portefeuille opbouwen, bij welke financieel dienstverlener moet je zijn en welke producten zijn het meest geschikt? In de volgende artikelen van deze serie gaan we dieper in op de praktische toepassing van deze theoretische principes, met concrete voorbeelden voor de invulling en het belang van herbalanceren.  


VEB-lidmaatschap
Nog geen VEB-account?
Voor toegang tot de volledige website dient u een VEB-lidmaatschap aan te houden en in te loggen. Indien u lid bent, maar nog geen account heeft kunt u ook klikken op ‘inloggen’ en daarna een account aanmaken.
Meer infomatie over het VEB -lidmaatschap