Ik zit met mijn 51 jaar dicht tegen de reservetijd aan en schaam me niet voor een conservatieve inslag.
Door mijn libertarische neigingen heb ik een weerzin tegen collectieven (inclusief die van libertariërs zelf).
De EEG vond ik wel prima. Gemakkelijk handel drijven en voor het overige eigen baas blijven leek me optimaal. Daarentegen ben ik nooit een fan van de EU geweest. Een hekel aan buitenlanders? Mijn Pools-Duitse moeder is van Oost - naar West-Berlijn gevlucht en mijn Indische vader door Indonesië uitgespuugd, dus een natuurlijke aanleg voor xenofobie ligt niet voor de hand.
Wel heb ik mijn onschuld en naïviteit verloren door dertien jaar in het buitenland te wonen en zaken te doen in vrijwel alle Europese landen. Ik weet wat je van Grieken, Noren en Zwitsers (niet) kunt verwachten. Des te frustrerender dat juist de Grieken bij de EU horen. Na vijf jaar airmiles boven Oost-Europese landen te hebben verzameld, kon ik niet begrijpen hoe derdewereldlanden Roemenië en Bulgarije ooit in de EU wisten te komen.
Britten kon ik wel pruimen. Wellicht vreemd, want nogal wat Britse collega’s hadden een bloedhekel aan mij door mijn directe communicatiestijl. Gelukkig drukten zij hun frustratie dermate diplomatiek uit met een voor mij niet te doorgronden finesse, dat ik mij in gezelschap van vrienden waande. Belangrijk voor mij was dat je met elkaar kon lachen – Britten zijn bijna zonder uitzondering geestig – en dat je zakelijk resultaat boekte.
Tja, nu kunnen de Britten besluiten de EU te verlaten. Alle multinationals smeken hen erbij te blijven. Een vertrek zou zeer kostbaar zijn en een mogelijke implosie van de EU zelfs desastreus. Als privépersoon en EU-criticaster overheerst bij mij de gedachte dat wat goed is voor bedrijven niet noodzakelijkerwijs goed is voor ons land of de maatschappij. Maar wat goed is voor bedrijven is meestal wel goed voor beleggers.
En daarom roep ook ik de Britten op: blijf binnen de EU. Alsjeblieft.
Auteur: Errol Keyner
Deze column is verschenen in Effect 06-2016