VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

De economie is voor de Amerikaanse kiezer veruit het belangrijkste thema bij de komende presidentsverkiezingen. De plannen van de twee kandidaten zullen ook op beleggers een serieuze invloed hebben, want Amerika staat voor grote economische uitdagingen, die vooral te maken hebben met de almaar oplopende staatsschuld. Ondertussen staan beide partijen een protectionistischer beleid voor.

Er was een periode, zo’n twee jaar geleden, dat Joe Biden zijn economische beleid omschreef als Bidenomics. De hoop van de Democratische president was dat hij daarmee het economische succes in de Verenigde Staten stevig kon claimen. Al snel bleek wat voor slecht idee het was om het beleid zo aan de economie te koppelen.

Hoewel er wereldwijd sprake was van hoge inflatie, wreven vooral de Amerikanen het hun leider aan dat de eieren en de melk zo rap in prijs stegen. De consumentenprijzen stegen in de jaren vanaf 2021 met achtereenvolgens 4,7 procent, 8 procent en 4,1 procent. Burgers maakten zich vooral boos over de duurdere boodschappen (21,7 procent duurder sinds Bidens aantreden) en huisvesting (22,7 procent). Als gevolg van de Oekraïne-oorlog kostte ook het vullen van de tank meer geld.

Ook nu de prijzen wat minder snel stijgen, is nog altijd slechts 38 procent van de stemgerechtigde Amerikanen positief over het economische beleid van Biden. Uit een peiling van de Financial Times in samenwerking met de Universiteit van Michigan Ross blijkt dat meer dan de helft van de Amerikanen vindt dat zij economisch slechter af zijn dan vóór Bidens regeringsperiode. Aangezien 58 procent van de ondervraagde kiezers zegt zijn keuze in het stemhokje vooral te zullen maken op basis van de stand van de Amerikaanse economie, was dat een van de grootste zwaktes in Bidens in de knop gebroken verkiezingscampagne.

Zijn opvolger als Democratisch kandidaat, Kamala Harris, krijgt van de kiezer nipt meer vertrouwen als het gaat om de omgang met de economie: 35 procent van de Amerikanen denkt dat ze welvarender worden onder president Harris. Van een nieuwe termijn voor Donald Trump verwacht 40 procent van de Amerikanen dat ze er financieel beter uitkomen.

Renteverlaging
Bij het gevoel dat de inflatie nog altijd niet onder controle is, zou het voor de Democraten helpen als de Federal Reserve (Fed) de rente relatief snel verder verlaagt. Dat zou er immers voor zorgen dat Amerikanen makkelijker een nieuwe auto kunnen kopen: zij kopen hun voertuigen vrijwel zonder uitzondering op afbetaling. Autoleningen kennen momenteel een gemiddelde rente van 8,7 procent, een percentage dat zou dalen als de Fed de beleidsrente omlaag bijstelt. De hypotheekrente, momenteel 6,2 procent voor de meest voorkomende dertigjaarslening, zou er ook mee omlaag gaan. Hoewel het de boodschappen niet goedkoper maakt, is dat in het voordeel van Harris, omdat kiezers er het idee van krijgen dat grote uitgaven bereikbaarder worden.

De Democraat kwam ook met het voorstel om supermarkten die aan prijsopdrijving doen aan te pakken. Veel bedrijven hebben de hoge inflatie van de afgelopen jaren vooral gebruikt om hun winstgevendheid op te krikken, stelt zij. “Onze toeleveringsketens zijn weer volledig hersteld, maar de prijzen zijn nog steeds te hoog”, aldus Harris. Wat het voorstel precies zou betekenen voor supermarkten is niet bekend.

Waar in de Nederlandse politiek op basis van koopkrachtplaatjes wordt gediscussieerd, gaat dat in de VS niet op: het beleid op het niveau van de individuele staten en steden bepaalt daarvoor een te groot deel van de welvaart. Het gevolg is dat het belastingbeleid op federaal niveau nog meer neerkomt op het uitdelen van douceurtjes aan bepaalde groepen kiezers.

Een fooi voor Nevada
Het beste voorbeeld daarvan is een voorstel van Trump om de belastingen op overwerk en fooien af te schaffen. Die voorstellen zijn volgens economen problematisch omdat ze slecht te controleren zijn en ook perverse prikkels geven om kortere arbeidscontracten aan te bieden, terwijl werknemers nog meer dan nu al het geval is zullen gaan bedelen om fooien. Die stap wordt gezien als een doorzichtige poging om kiezers uit Nevada te paaien, een staat met een omvangrijke horecasector die een sleutelrol lijkt te gaan spelen bij de verkiezingen. Prompt volgde Harris het beleid van haar Republikeinse tegenstrever om fooien onbelast te laten.

De discussie over fooien is onderdeel van een belangrijk, maar in de campagne onderbelicht thema: het Amerikaanse belastingstelsel. Trump voerde in zijn vorige regeerperiode een breed pakket aan belastingverlagingen door: naast lagere belastingtarieven verdubbelde hij de algemene heffingskorting en kwam er een veel hogere vrijstelling voor de erfbelasting. Het pakket zorgt volgens het Congressional Budget Office, dat het Amerikaanse parlement van financiële informatie voorziet, in de periode van begin 2018 tot eind 2025 voor een verhoging van de staatsschuld met 3.400 miljard dollar.

Ook de verlaging van de vennootschapsbelasting, van 35 procent naar 21 procent, was onderdeel van het pakket. Economen, waaronder de prominente Harvard-hoogleraar Gabriel Chodorow-Reich, hebben met studies aangetoond dat de verlaging van de belasting op bedrijven nauwelijks positieve effecten heeft gehad op de economie. Wel hebben bedrijven meer eigen aandelen ingekocht in de jaren nadat het belastingtarief daalde.

Het belastingpakket dat Trump in zijn vorige termijn invoerde, loopt in het belastingjaar 2025 af. Het is daarom aan de volgende president om te beslissen over het voortzetten van het beleid. Zowel Trump als de Republikeinen in het Congres hebben al beloofd dat zij ervoor zullen zorgen dat alle belastingverlagingen in stand blijven. Volgens het Congressional Budget Office kost dat minimaal 5.000 miljard dollar, verspreid over een periode van tien jaar. Daarbovenop wil Trump dat de vennootschapsbelasting voor bedrijven die hun goederen in de VS produceren, naar 15 procent daalt. Een importheffing van 10 tot 20 procent op buiten de VS geproduceerde goederen en van maar liefst 60 procent op Chinese goederen, moet dat deels compenseren. De onpartijdige denktank Tax Policy Center stelt dat de heffingen 900 miljard opleveren voor de schatkist, maar ook voor gemiddeld bijna 2 procent lagere netto-inkomens zorgen.

Harris beloofde de door Trump in het leven geroepen belastingverlagingen in stand te houden voor alle Amerikanen die minder dan 400.000 dollar per jaar verdienen – 97 procent van de bevolking. Ook de door haar voorgestelde maatregel om de kinderbijslag uit te breiden, is duur. Om toch meer geld binnen te halen, wil zij de vennootschapsbelasting weer verhogen, naar 28 procent.

Staatsschuld loopt verder op
Duidelijk is dat de beleidsvoorstellen die de twee partijen tot nu toe hebben gedaan, het grootste economische probleem voor de Verenigde Staten niet zullen oplossen: de torenhoge staatsschuld. Naast belastingverlagingen en het verduurzamingspakket, de Inflation Reduction Act, is vooral de coronapandemie er debet aan dat die hard is opgelopen – onder Trump met 40 procent en onder Biden tot nu toe met 26 procent. Daarmee staat de federale schuld nu op het indrukwekkende bedrag van 35.500 miljard dollar.

De Republikeinen hebben zichzelf decennialang neergezet als fiscal hawks, die er alles aan doen de schuld niet te ver te laten oplopen. Dat was altijd al een gelegenheidsargument, gezien het feit dat de staatsschuld in de VS harder opliep tijdens Republikeinse presidentschappen dan onder Democratische leiders. Toch hield de retoriek over het verantwoordelijke begrotingsbeleid de staatsuitgaven wel altijd in toom. De grote uitgaven die Trump voorstaat, en het feit dat er vrijwel niet meer over dit thema gesproken wordt binnen de Grand Old Party, laten zien dat het thema binnen de huidige Republikeinse partij niet meer op de voorgrond staat. Een analyse van zakenbank Piper Sandler wijst uit dat de voorgestelde maatregelen van zowel Harris als Trump voor zo’n 4.000 miljard aan extra staatsschuld zullen zorgen.

Dat terwijl de Amerikaanse begroting laat zien dat het voor de VS steeds kostbaarder wordt om zo veel schuld te hebben. Vorig jaar waren de rentebetalingen die de federale overheid deed al goed voor 9,7 procent van de overheidsuitgaven. Het Amerikaanse begrotingstekort zal in het huidige jaar uitkomen op circa 7 procent, waarmee de totale federale schuld uitkomt boven de 100 procent van het bruto binnenlands product (bbp). Bij onveranderd beleid loopt dat op tot 122 procent van het bbp in 2035 (ter vergelijk: Nederland kwam in 2023 uit op een schuld van 46,5 procent van het bbp).

Defensiebudget
Zolang obligatiebeleggers dat hoge tekort accepteren, loopt de VS met zijn hoge schulden niet direct het risico op Griekse toestanden. Maar tegelijkertijd ontstaat er wel een probleem met de bekostiging van die enorme schuld. Dit jaar zullen rentebetalingen 13 procent van de Amerikaanse overheidsuitgaven zijn, een bedrag van zo’n 1.000 miljard dollar. Dat is ongeveer evenveel als wat Amerika voor zijn defensieapparaat betaalt.

Een oplossing is niet in zicht, aangezien het substantieel verhogen van de belastingen politiek onhaalbaar lijkt. Het verlagen van de uitgaven is ondertussen ook geen sinecure: de rentebetalingen, defensie en sociale zekerheid zijn samen al goed voor driekwart van de Amerikaanse federale begroting. Daarop bezuinigen lijkt politiek onhaalbaar. Bij het resterende kwart, verspreid over een keur aan posten, is niet genoeg te halen.

Terwijl er op die manier al een groot financieel probleem ontstaat voor de Amerikaanse overheid, doemt nog een ander probleem op, namelijk op het gebied van sociale zaken. Zowel bij Medicare, het zorgstelsel voor gepensioneerde Amerikanen, als Social Security, het vangnet voor ouderen zonder pensioen, dreigen grote tekorten.

Nu al zijn de uitgaven aan Medicare goed voor een kleine 17 procent van de federale begroting, maar dat dreigt verder op te lopen door de vergrijzing en door dure medische innovaties. Als er aan de inkomstenkant niets verandert, zijn de fondsen waaruit Medicare gefinancierd wordt in 2036 leeg, zo luidt de recentste voorspelling. Bij Social Security, goed voor ruim 15 procent van de begroting, zou in 2033 het geld al op kunnen zijn, zo schat de Congressional Budget Office. De fondsen waaruit dat wordt betaald, zijn al een paar keer aangevuld, maar een structurele oplossing staat niet op de politieke agenda.

Bodem van de schatkist
Het begrotingstekort mag dan wel geen thema zijn in de verkiezingscampagnes, het onderwerp zal zich al in de wittebroodsweken aan de nieuwe president opdringen. Begin 2025 moet het Congres namelijk weer akkoord gaan met het verhogen van het schuldplafond, de limiet op het uitgeven van nieuwe schulden. Sinds het begin van deze eeuw zorgt het naderen van die grens voor grote stress op de financiële markten, omdat Democraten en Republikeinen de naderende deadlines gebruiken om elkaar in de onderhandelingen steeds weer het vuur aan de schenen te leggen. Ook het vaststellen van een begroting is steeds moeilijker geworden: over het belastingjaar 2024 is het tot nu toe alleen maar gelukt om tijdelijke goedkeuring te krijgen voor de overheidsuitgaven. Zo dreigt steeds weer het sluiten van alle niet-essentiële onderdelen van de Amerikaanse overheid.

De vele politieke drama’s rond de overheidsuitgaven waren voor kredietbeoordelaars Standard & Poor’s en Fitch al reden om de Amerikaanse staatsschuld niet meer op het hoogste niveau (AAA) te waarderen. “De regering is er niet in geslaagd om de grote begrotingstekorten, de groeiende schuldenberg en de komende stijging van uitgaven die horen bij een vergrijzende bevolking noemenswaardig aan te pakken”, zo beschreef Fitch de Amerikaanse situatie recent. De kredietbeoordelaar verwacht niet dat die situatie snel zal verbeteren.

Toezicht op techbedrijven
Wie er ook president wordt, wat niet lijkt te veranderen is de strengere houding van de Federal Trade Commission (FTC). Onder Biden is de als uiterst fanatiek bekend staande Lina Khan benoemd tot voorzitter van de mededingingswaakhond.

Onder haar regime kon vrijwel iedere aangekondigde grote overname van de afgelopen jaren rekenen op een onderzoek van de toezichthouder. In recente jaren werd bijvoorbeeld de overname van chip-ontwerper ARM door Nvidia geblokkeerd. De FTC had niet altijd succes: de overname van Activision Blizzard door Microsoft lukte wel, ondanks een harde juridische strijd met de toezichthouder.

Khan richt haar pijlen vooral op de grote techbedrijven, die ondertussen zo’n beetje allemaal onderwerp zijn van onderzoek naar misbruik van marktmacht. Nadat eerder Amazon, Apple en Google al werden aangeklaagd door de toezichthouders, werd begin september duidelijk dat de FTC ook nadrukkelijk naar de gedragingen van chipmaker Nvidia kijkt.

Het beleid van de FTC kon de afgelopen jaren rekenen op veel kritiek uit Republikeinse hoek, maar dat lijkt met de benoeming van JD Vance tot vicepresidentskandidaat verstomd. “Ik ben het niet op ieder onderwerp met Khans beleid eens, maar ik denk dat het heel slim is dat zij achter een aantal van die grote techbedrijven aangaat die een monopolie proberen uit te oefenen op wat we in dit land mogen zeggen”, stelde hij in augustus.

Ruim baan voor bitcoin
Een toezichthouder die onder een Republikeinse president wel een andere koers zou kunnen varen, is de Securities and Exchange Commission (SEC), die toezicht houdt op de beurshandel. Onder de door Biden benoemde voorzitter Gary Gensler is de SEC zich een stuk agressiever gaan gedragen ten opzichte van zowel de grote zakenbanken als de nieuwbakken cryptobedrijven. Slechts knarsetandend ging Gensler uiteindelijk akkoord met de introductie van bitcoin-etf’s.

Terwijl de Democraten duidelijk niet enthousiast zijn over de cryptowereld, is Trumps visie op bedrijven in die sector juist veranderd: in een op crypto-enthousiastelingen ingerichte New Yorkse kroeg kocht de voormalige president in september zelfs een hamburger met bitcoin – een proces dat wel een paar minuten duurde. De sector is ook een belangrijke geldschieter van de Trump-campagne.

 

Dit artikel is verschenen in Effect 10, oktober 2024
Auteur: Lennart Zandbergen

Lennart Zandbergen is correspondent voor het FD in de VS. Vanuit New York schrijft hij ook voor de VEB over financieel-economische actualiteiten in de Verenigde Staten.

Fotografie: EPA/DAVID MUSE


VEB-lidmaatschap
Nog geen VEB-account?
Voor toegang tot de volledige website dient u een VEB-lidmaatschap aan te houden en in te loggen. Indien u lid bent, maar nog geen account heeft kunt u ook klikken op ‘inloggen’ en daarna een account aanmaken.
Meer infomatie over het VEB -lidmaatschap