VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

Pindakaas, tandpasta en luiers. De vraag naar dit soort producten blijft, ook als de economie slechter draait. Op de lange termijn renderen bedrijven uit de sector consumentengoederen prima, al lijkt de rek er de laatste jaren een beetje uit. Een analyse van beleggen in de producenten van basis-consumentengoederen via etf’s.

Of het nu gaat om Coca-Cola, Colgate of Heinz; de merken van de grootste consumentengoederenbedrijven liggen al generaties lang in het winkelschap en zijn gewild onder consumenten. 

De combinatie van sterke merken, schaalvoordelen in inkoop, marketing en distributie kan de merkhouders blijvend concurrentievoordeel en hoge winsten opleveren. Sinds de eeuwwisseling verslaan de wereldwijde consumer staples (basis-consumentengoederen, ofwel niet-cyclisch) dan ook de brede wereldindex. Al is het rendement de laatste jaren wat teruggevallen. Een analyse van beleggen in consumentengoederenbedrijven via etf’s. 

1: Welke etf’s zijn er te koop?  
Voor dit overzicht zijn trackers geselecteerd met een wereldwijde spreiding, die voor Nederlandse beleggers verkrijgbaar zijn en die daadwerkelijk de onderliggende aandelen in de portefeuille hebben (de index wordt dus niet met derivaten nagebootst).  

De belegger die op de kleintjes let, is bij de etf van iShares met jaarlijkse kosten van 0,21 procent het voordeligst uit (zie vraag 2 voor meer informatie over de samenstelling van de etf’s). 

De etf van Xtrackers heeft, met een fondsgrootte van meer dan 900 miljoen euro, veruit het grootste vermogen onder beheer. Een stevige fondsgrootte zorgt ervoor dat het waarschijnlijk rendabel blijft voor de fondsbeheerder om de tracker aan te blijven bieden. De kans dat het fonds onverwachts wordt opgeheven, is daarmee kleiner. 

Bij de fondsen van SPDR en Xtrackers wordt het dividend dat door de bedrijven wordt uitgekeerd automatisch herbelegd. Bij de etf van iShares ontvangen beleggers elk kwartaal een dividenduitkering. Het dividendrendement van dat fonds ligt op zo’n 2,3 procent op jaarbasis. 



2: Aan welke bedrijven en sectoren hebben de etf’s blootstelling? 
De bedrijven uit de consumer staples-sector zijn in verschillende subsectoren in te delen. Aangezien de grootmachten veelal in meerdere segmenten een vinger in de pap hebben, is een verdeling onder sectoren nog niet zo eenvoudig. We nemen de grootste posities kort door.  

Binnen de MSCI World Consumer Staples Index hebben ondernemingen uit de detailhandel met een weging van circa 28 procent het grootste gewicht. Denk hierbij aan de Amerikaanse winkelketens Walmart, Costco en Target. De Belgisch-Nederlandse combinatie Ahold Delhaize speelt met een weging van 0,7 procent een betrekkelijk kleine rol. De drankensector vertegenwoordigt met een weging van zo’n 21 procent de op een na grootste waarde in de portefeuille. Denk aan namen als Coca-Cola en PepsiCo en brouwers als AB InBev en Heineken. 

Ondernemingen die het grootste deel van hun omzet halen uit voedingsmiddelen, staan met een weging van 18 procent op de derde plek. Nestlé en Mondelēz International zijn bekende voorbeelden.  

Met namen als Procter & Gamble – het grootste consumentengoederenbedrijf ter wereld – en tandpastaproducent Colgate-Palmolive hebben bedrijven uit de subsector huishoudelijke producten een weging van 15 procent. Unilever is vanwege de stevige omzet uit de shampoos van Dove en de deodoranten van Rexona ingedeeld in de subsector persoonlijke verzorging. Deze branche bevat ook beautygigant L’Oréal en heeft een weging van circa 9 procent in de consumentengoederenindex. 



ESG-variant 
Bij iShares is een ESG-variant (Environmental, Social & Governance) van de reguliere consumentengoederen-etf beschikbaar. Hier zitten vrijwel dezelfde aandelen in als bij de twee andere consumentengoederen-etf’s, maar de wegingen zijn – bij sommige aandelen – totaal anders. De ESG-variant geeft meer gewicht aan bedrijven die hoog scoren op een relatief lage CO-uitstoot. In de praktijk betekent dit een grotere blootstelling aan bedrijven als Danone, Unilever en Ahold Delhaize en juist minder aan Procter & Gamble en Walmart. Daarnaast zijn bedrijven uit de tabaksindustrie helemaal uitgesloten van de ESG-index. Op de langere termijn deed de ESG-variant het niet veel beter (of slechter) dan de reguliere consumentengoederenindex. 

3: Wat zijn de rendementen van de consumer staples?  
Ze staan bij sommige beleggers te boek als saai, maar dat neemt niet weg dat de consumer staples de brede markt over de lange termijn hebben verslagen. De aandelen uit deze sector hebben sinds de eeuwwisseling een rendement van gemiddeld zo’n 8 procent per jaar behaald. Ter vergelijking: een belegging in de MSCI World Index, die de circa 1.400 grootste beursfondsen uit allerlei sectoren volgt, heeft in dezelfde periode ongeveer 6 procent per jaar opgeleverd. 

Vanwege het rente-op-rente-effect rolt er na 24 jaar een groot verschil in rendement uit. In totaal circa 600 procent voor de MSCI World Consumer Staples Index en rond de 360 procent voor de wereldindex met bedrijven uit alle sectoren (rendement inclusief dividend). 

Maar wie inzoomt op het recentere verleden, ziet een minder succesvol verhaal. De brede wereldindex laat de consumentengoederenbedrijven – ook vanwege het succes van enkele tech-giganten – de laatste jaren ver achter zich. Sinds 2020 gemeten, behaalde de MSCI World Index een rendement van 12 procent per jaar. De consumer staples genereerden in die periode slechts 5 procent per jaar. Bedrijven als Unilever en Nestlé zagen – zeker in vergelijking met de grote Amerikaanse technologiebedrijven – hun omzet- en winstgroei achterblijven. 

Veel consumenten hebben steeds meer moeite met het slikken van de forse prijsverhogingen die de bedrijven achter de A-merken moesten doorvoeren als gevolg van stevige kosteninflatie. Het voedt de toenemende twijfel onder beleggers over het onderscheidend vermogen van op zijn minst een deel van de merken die in handen zijn van spelers als Unilever en Danone. 

Consumentengoederen hebben de naam om tijdens een crisis een veilige haven te zijn. De vraag naar vliegtickets en laptops kan zomaar opdrogen bij wat economische tegenwind, maar een mens moet eten, zo is het idee. Kijkend naar de rendementen tijdens de meest recente beurscrises, blijft dat vooroordeel slechts deels overeind. Tijdens het knappen van de internetzeepbel (2002-2003), de kredietcrisis (2008-2009) en de coronacrisis (2020) gingen ook de consumentengoederenbedrijven onderuit, al was de schade bij de wereldindex groter. 


VEB-lidmaatschap
Nog geen VEB-account?
Voor toegang tot de volledige website dient u een VEB-lidmaatschap aan te houden en in te loggen. Indien u lid bent, maar nog geen account heeft kunt u ook klikken op ‘inloggen’ en daarna een account aanmaken.
Meer infomatie over het VEB -lidmaatschap