VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

Het komt vaak voor dat beleggers niet op de hoogte zijn van corporate actions van bedrijven uit hun portefeuille. Bijvoorbeeld van een claimemissie of een delisting. Een broker heeft in bepaalde gevallen wel een informatieplicht, maar vooral is het zaak dat de belegger zelf zorgt dat hij goed geïnformeerd blijft. Een aantal recente uitspraken van Kifid hierover.

Het algemene uitgangspunt is helder: bij execution only (‘zelf beleggen’) heeft de belegger een grote eigen verantwoordelijkheid. Niet alleen beslist hij zelf waarin hij belegt, het is ook aan hemzelf om de relevante ontwikkelingen in verband met zijn beleggingen te volgen. Dat laatste is met name relevant als zich een corporate action voordoet, bijvoorbeeld een aandelenemissie (claimemissie), een overnamebod (een tender offer), het opheffen van een etf of de beëindiging van een beursnotering (delisting).

De uitgevende instelling zal een corporate action doorgaans aankondigen (bijvoorbeeld op haar website) en het is aan de execution only-belegger om dergelijke berichtgeving in de gaten te houden. Doet een belegger dat niet, dan kan dat nadelig voor hem uitpakken. Als een onderneming bijvoorbeeld van plan is om haar beursnotering te beëindigen, is het – na de delisting – lastiger om de aandelen nog te verhandelen. Het komt geregeld voor dat beleggers pas achteraf ontdekken dat er een delisting heeft plaatsgevonden.

Het is heel begrijpelijk dat de belegger graag door zijn broker geïnformeerd had willen worden over de delisting, maar: anders dan beleggers vaak denken, behoort het niet tot de zorgplicht van de broker om in deze situatie beleggers te informeren over een corporate action.

In meerdere uitspraken heeft de Geschillencommissie Kifid (hierna: de commissie) namelijk overwogen dat het bij execution only primair aan de belegger is om zich te informeren over zijn beleggingen en ontwikkelingen in verband daarmee. Dit uitgangspunt brengt mee dat een broker in het algemeen niet verplicht is om de belegger te informeren over corporate actions. Overigens mag een broker er natuurlijk wel voor kiezen om dat onverplicht – bij wijze van extra service – te doen.

De herziene Aandeelhoudersrichtlijn
Er is een nuancering op het uitgangspunt dat een broker de belegger niet hoeft te informeren over corporate actions. Deze nuancering vloeit voort uit de herziene Aandeelhoudersrichtlijn. Doel van deze Europese richtlijn uit 2017 is het bevorderen van de betrokkenheid van aandeelhouders en de uitoefening van aandeelhoudersrechten. Daarvoor is van belang dat aandeelhouders de informatie krijgen die zij nodig hebben om hun aandeelhoudersrechten uit te oefenen. Dergelijke informatie wordt vaak doorgegeven via een keten van tussenpersonen. De herziene Aandeelhoudersrichtlijn is gericht op verbetering van deze doorgifte van informatie: de richtlijn bepaalt dat een broker de informatie die hij van een uitgevende instelling ontvangt, onverwijld moet doorgeven aan de (bij hem beleggende) aandeelhouders van die uitgevende instelling.

Het gaat hierbij om informatie die nodig is om de aandeelhouders in staat te stellen hun aandeelhoudersrechten uit te oefenen. Een goed voorbeeld is informatie over een claimemissie. Een claimrecht is te beschouwen als een aandeelhoudersrecht, omdat het tot doel heeft de zittende aandeelhouders te compenseren voor waardevermindering van hun aandelen (een gevolg van de verwatering van hun belang vanwege de uitgifte van nieuwe aandelen). De broker is daarom verplicht om de van de uitgevende instelling ontvangen informatie over de claimemissie door te geven aan de beleggers. Laat de broker dit na, dan vormt dat een tekortkoming en kan de broker aansprakelijk worden gesteld voor de schade die de belegger door deze tekortkoming heeft geleden.

Dat de herziene Aandeelhoudersrichtlijn tot een succesvolle uitkomst voor de belegger kan leiden, wordt mooi geïllustreerd door een recente Kifid-uitspraak (nr. 2024-0014, te vinden op www.kifid.nl/uitspraken/). In deze zaak had de broker informatie over het aanvankelijke tender offer voor aandelen Zooplus AG wél doorgegeven aan zijn cliënten, maar informatie over het uiteindelijke tender offer níét. Volgens de herziene Aandeelhoudersrichtlijn had de broker dat wel moeten doen, overwoog de commissie. De commissie vond het daarbij aannemelijk dat de belegger zijn aandelen zou hebben aangemeld als hij het betreffende tender offer zou hebben ontvangen. Zijn vordering tot schadevergoeding werd daarom toegewezen.*

Broker hoeft niet te checken of belegger actie onderneemt
De uit de herziene Aandeelhoudersrichtlijn voorvloeiende verplichting voor een broker om informatie uit de keten door te geven, is een informatieplicht – maar ook niet meer dan dat. De broker is niet verplicht om te checken of beleggers naar aanleiding van die informatie tot actie overgaan.

Een mooi voorbeeld hiervan is een zaak waarin beleggers de mogelijkheid hadden om voor een bepaalde datum warrants uit te oefenen (warrants geven de houder het recht om aandelen van een bedrijf te kopen of verkopen tegen een vooraf vastgestelde prijs, red.). De broker had zijn cliënten hierover per e-mail geïnformeerd. Bij een van de beleggers was de betreffende e-mail echter in de map ongewenste e-mail terechtgekomen. De belegger kwam hier pas ná de deadline achter, maar toen waren zijn warrants al waardeloos geëxpireerd. In de klachtprocedure bij Kifid betoogde de belegger dat zijn broker niet had mogen volstaan met één e-mail. Volgens deze belegger had de broker contact met hem moeten zoeken toen een reactie uitbleef. De commissie ging hier niet in mee. De door de belegger ingenomen stelling miskent namelijk dat het aan de belegger zelf is te handelen op basis van informatie over een corporate action die hij van zijn broker ontvangt. Deze uitspraak onderstreept dat een broker niet hoeft na te gaan of beleggers wel (tijdig) actie ondernemen naar aanleiding van verstrekte informatie over een corporate action (GC Kifid nr. 2024-0496).

Broker hoeft niet te checken of belegger de informatie begrijpt
Ook hoeft een broker niet te checken of een belegger de verstrekte informatie over de corporate action volledig begrepen heeft. Dat wordt mooi geïllustreerd door een zaak over een belegger die claimrechten had ontvangen in het kader van de claimemissie Air France-KLM. De broker had hem per e-mail geïnformeerd over 1) het feit dat hij claimrechten had ontvangen, 2) dat orders voor een deadline moesten worden ingevoerd en 3) dat niet-aangemelde en niet-verkochte claims na de deadline waardeloos zouden aflopen. Desondanks had deze belegger zijn claimrechten niet verkocht noch uitgeoefend, waardoor de claims na afloop van de deadline waardeloos afliepen. De belegger diende vervolgens een klacht in bij Kifid. Hij vond dat zijn broker hem beter had moeten informeren over de claimemissie: in de e mail van de broker stond weliswaar dat hij als aandeelhouder voor elk aandeel een verhandelbare claim had ontvangen, maar door de term ‘ontvangen’ voelde hij zich op het verkeerde been gezet. Uit de term ‘ontvangen’ blijkt namelijk niet dat de claim compenseert voor het waardeverlies van het aandeel door verwatering – zo betoogde hij. Vanwege de volgens hem ontoereikende informatieverstrekking vorderde de belegger een schadevergoeding van de broker. De commissie ging hier niet in mee. De commissie stelde vast dat de broker over de belangrijkste aspecten van de claimemissie had geïnformeerd. Als de belegger meer had willen weten over de werking van een claimemissie, had het op zijn weg gelegen om zelf informatie daarover op te zoeken (GC Kifid nr. 2022-1098).

Broker moet informatie onverwijld doorgeven
Voor beleggers kan het wenselijk zijn dat informatie over een corporate action tijdig wordt verstrekt. In situaties waarin de broker niet verplicht is om zijn cliënten te informeren over een corporate action, is er logischerwijs ook geen verplichting om tijdig te informeren. Dat ligt anders bij corporate actions waarover wél geïnformeerd moet worden, zoals de al eerder genoemde claimemissie. Het is denkbaar dat beleggers claimrechten ontvangen en tien dagen later door de broker daarover worden geïnformeerd en dat de koers van de claimrechten in die tien dagen is gedaald. Beleggers die geen interesse hebben in het uitoefenen van de claimrechten en hun claimrechten daarom willen verkopen, zullen wellicht ontevreden zijn dat de broker hen niet eerder heeft geïnformeerd over de claimemissie.

Bij een dergelijke klacht is van belang dat een broker volgens de herziene Aandeelhoudersrichtlijn de informatie onverwijld moet doorgeven. De broker is echter pas verplicht dat te doen wanneer deze informatie van de vennootschap via de bewaarketen is ontvangen. Dus het is nog steeds mogelijk dat er enkele dagen zitten tussen het moment waarop beleggers de claimrechten ontvangen en het moment waarop zij daarover geïnformeerd worden.

Belegger mag verwachten dat de broker geen onjuiste informatie verschaft
Over het algemeen geldt dat de broker de belegger niet onjuist mag informeren. Als een broker de belegger onjuist informeert, dan kan hij niet met succes het verweer voeren dat er sprake is van execution only-dienstverlening en dat het aan de belegger zelf is om zich te informeren. Dat kan anders zijn als de broker duidelijk erop gewezen heeft dat de verstrekte informatie enkel een indicatie geeft en dat de klant voor meer informatie andere bronnen moet raadplegen zoals de website van de uitgevende instelling. Het uitgangspunt is echter dat een belegger mag verwachten dat de door de broker verstrekte informatie over corporate actions geen onjuistheden bevat.

Dit uitgangspunt blijkt duidelijk uit de Kifid-uitspraak met nr. 2023-0514. In die zaak ging het om een claimemissie en had de broker een onjuiste aanmeldtermijn vermeld. Toen de belegger zijn claimrechten wilde uitoefenen, bleek dat dit niet meer mogelijk was. De commissie was van oordeel dat de broker, door het vermelden van een onjuiste aanmeldtermijn, in strijd met zijn verplichtingen tegenover de belegger had gehandeld. In deze situatie lag de fout bij de broker. Er zijn echter ook situaties denkbaar waarin de onjuiste informatie afkomstig is van de uitgevende instelling of van een andere partij in de bewaarketen. In zo’n geval valt de broker – die de informatie doorgeeft zoals hij die ontvangen heeft – minder te verwijten en wordt het een stuk lastiger om de broker aansprakelijk te stellen voor onjuiste informatie.

Groot deel verantwoordelijkheid ligt bij de belegger
Hoewel er dus zaken zijn waarin de belegger de broker met succes aansprakelijk weet te stellen voor ontoereikende informatieverstrekking, blijft het uitgangspunt dat de execution only-belegger een grote eigen verantwoordelijkheid heeft. Vanuit dat uitgangspunt bezien is het raadzaam voor beleggers om berichtgeving over hun beleggingen goed te volgen en bij corporate actions tijdig in actie te komen.

* Overigens heeft de broker beroep ingesteld tegen deze uitspraak; de zaak ligt nu bij de Commissie van Beroep van Kifid.

Klachten
Particuliere beleggers kunnen met klachten over hun bank of broker terecht bij Kifid, het Klachteninstituut financiële dienstverlening. Soms is er een praktische oplossing mogelijk voor de klacht of kan het geschil opgelost worden door middel van een schikking. Indien dat niet het geval is, zal de Geschillencommissie van Kifid uitspraak doen. Kifid is daarmee een laagdrempelig alternatief voor de burgerlijke rechter.

 

Dit artikel is verschenen in Effect 9 2024
Auteur: Randolf Van Lambalgen
Randolf Van Lambalgen is secretaris-jurist bij Kifid en universitair docent financieel recht (Erasmus School of Law).
Fotografie: Wiebe Kiestra

 

 

 


VEB-lidmaatschap
Nog geen VEB-account?
Voor toegang tot de volledige website dient u een VEB-lidmaatschap aan te houden en in te loggen. Indien u lid bent, maar nog geen account heeft kunt u ook klikken op ‘inloggen’ en daarna een account aanmaken.
Meer infomatie over het VEB -lidmaatschap